direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Paraplubestemmingsplan verkamering woningen reparatieplan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.BGBBP20220018-VS01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Zaltbommel heeft op 20 juni 2019 het beleid 'huisvesting arbeidsmigranten gemeente Zaltbommel 2019' vastgesteld. In dit beleid beschrijft de gemeente de ruimtelijke en maatschappelijke uitgangspunten waarbinnen de huisvesting van arbeidsmigranten binnen de gemeente Zaltbommel mogelijk is. Een van de uitgangspunten is dat er voor het toestaan van huisvesting van arbeidsmigranten op een locatie een nadere afweging op basis van het beleid plaatsvindt. Het beleid is naderhand door de raad enkele keren gewijzigd. De laatste wijziging dateert van 10 juni 2021.

Uit onderzoek blijkt dat binnen enkele bestemmingsplannen de huisvesting van arbeidsmigranten of andere vormen van bewoning door niet-huishoudens juridisch niet voorkomen kan worden. Dit heeft te maken met de wijze waarop de bestemming ‘wonen’ is gedefinieerd. Jurisprudentie wijst uit dat bewoning door personen die geen huishouden vormen mogelijk blijkt indien binnen de woonbestemming geen relatie is gelegd met het begrip ‘huishouden’. Dat heeft als gevolg dat op sommige plekken verkamering van de woningen (bijvoorbeeld voor arbeidsmigranten, studenten of B&B’s) rechtstreeks (ofwel zonder nadere afweging door de gemeente) juridisch mogelijk is. Deze situatie is vanuit het gemeentelijk oogpunt onwenselijk omdat op deze manier het beleid 'huisvesting arbeidsmigranten gemeente Zaltbommel 2019 (wijziging 10 juni 2021)' niet op effectieve wijze ten uitvoer gebracht kan worden.

Om deze reden is op 5 november 2020 de beheersverordening 'Verkamering woningen' en het bestemmingsplan 'Verkamering woningen' door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin is een eenduidige juridische regeling opgenomen. Door deze regeling wordt in alle situaties in woonbestemmingen een relatie gelegd met het begrip 'huishouden'.

De gemeente heeft geconstateerd dat een aantal locaties in de kern Poederoijen per abuis niet in het plangebied van het bestemmingsplan 'Verkamering woningen' zijn meegenomen. De locaties zijn bestemd als 'Woongebied' in het geldende bestemmingsplan 'Poederoijen Oostvleugel II' (09-07-2009). De bestemming 'Woongebied' staat verkamering van woningen toe. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in een juridische regeling om verkamering van woningen uit te sluiten.

1.2 Begrenzing plangebied

Het plangebied van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan verkamering woningen reparatieplan betreft een aantal locaties in de kern Poederoijen, in de wijk Oostvleugel II.

Het plangebied is op de onderstaande kaart weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0297.BGBBP20220018-VS01_0001.png"

Begrenzing plangebied Paraplubestemmingsplan verkamering woningen reparatieplan (rood omlijnd)

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Beleid huisvesting arbeidsmigranten gemeente Zaltbommel 2019

Op 20 juni 2019 heeft de gemeenteraad van Zaltbommel het 'Beleid huisvesting arbeidsmigranten gemeente Zaltbommel 2019' vastgesteld. Dit beleid geldt als een actualisatie van hetzelfde beleid uit 2017. In het beleid regelt de gemeente Zaltbommel de huisvesting van arbeidsmigranten op drie verschillende manieren:

  • Kleinschalige huisvesting in de bestaande woonomgeving (buitengebied)
  • Geconcentreerde huisvesting
  • Huisvesting op het terrein van de werkgever

De aanwezigheid van arbeidsmigranten in de gemeente Zaltbommel is blijvend. De opgave om een goed huisvestingsbeleid te ontwikkelen, gericht op het huisvesten van ten minste 1.500 personen, is voor de gemeente een gegeven. De behoefte aan nieuwe huisvestingslocaties neemt als gevolg van nieuwe (bedrijfs)ontwikkelingen alleen maar toe.

In de praktijk wonen arbeidsmigranten, regelmatig met grote aantallen, in woningen in woonwijken in de dorpskernen en de stad Zaltbommel. Ook wonen arbeidsmigranten bij bedrijven (vaak gaat het om tuinbouwbedrijven) in het buitengebied, bijvoorbeeld in bedrijfswoningen of bedrijfsgebouwen. Soms wonen arbeidsmigranten op campings of in units of stacaravans die hiervoor zijn neergezet. Goede woonomstandigheden zijn in veel gevallen niet gewaarborgd. Ook is de woonsituatie soms dusdanig dat het overlast veroorzaakt voor de omgeving (bijvoorbeeld parkeerdruk of geringe brandveiligheid).

De gemeente wil dat iedere inwoner gedegen en verantwoord wordt gehuisvest. Dat geldt zodoende ook voor (tijdelijke) arbeidsmigranten. Tegelijkertijd wil de gemeente ook dat de omgeving zo min mogelijk hinder ondervindt van het (tijdelijk) huisvesten van arbeidsmigranten.

Met dit beleid wil de gemeente Zaltbommel een helder kader bieden waarbinnen de huisvesting van arbeidsmigranten mag plaatsvinden. Het gemeentelijke beleid richt zich op het huisvesten van arbeidsmigranten die in de eerste instantie in de gemeente Zaltbommel werkzaam zijn.

De gemeente Zaltbommel vindt dat een maximum aantal van 2.000 arbeidsmigranten in de gemeente gehuisvest kan worden zonder dat dit te grote (negatieve) effecten heeft op de woon- en leefomgeving, in het bijzonder de sociale cohesie, de parkeerdruk en het aanwezige voorzieningenniveau. Als de gemeente nieuwe initiatieven voor huisvestingslocaties in behandeling neemt, hanteert de gemeente dit aantal als een onderdeel van de belangenafweging om wel of niet mee te werken aan een initiatief.

In het beleid heeft de gemeente een aantal beleidsuitgangspunten opgesteld. Alle locaties voor huisvesting van arbeidsmigranten dienen aan deze uitgangspunten te voldoen. Deze uitgangspunten richten zich met name op de kwaliteit van wonen en de kwaliteit van de leefomgeving met betrekking tot arbeidsmigranten.

De laatste wijziging van het beleid dateert van 10 juni 2021, te weten 'Beleid huisvesting arbeidsmigranten gemeente Zaltbommel 2019 (wijziging 10 juni 2021)'.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheidsaspecten

Voor elk bestemmingsplan moet een gemeente aantonen dat het plan uitvoerbaar is. Dat volgt namelijk uit artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). Dit facetbestemmingsplan betreft het reguleren van het gebruik van woningen en/of wooneenheden anders dan voor één huishouden. Hiervoor zijn geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk. Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in dit plan daarom ook niet nodig.

Hoofdstuk 4 Juridische toelichting

4.1 Algemeen

Het beleid en de planuitgangspunten, zoals verwoord in de vorige hoofdstukken, hebben in de regels van dit bestemmingsplan hun juridische vertaling gekregen in de vorm van bestemmingen. Deze paragraaf bespreekt de juridische vormgeving van het bestemmingsplan. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een ruimtelijk plan. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is deze regeling verder uitgewerkt. Het bestemmingsplan bestaat uit:

  • een verbeelding van het plangebied, zowel analoog (bestaande uit een kaartblad, schaal 1:1.000 met bijbehorende legenda en verklaring) als digitaal, waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
  • de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.

Op grond van artikel 3.1.6 van het Bro is het verplicht om een bestemmingsplan te vergezellen met een toelichting. Deze toelichting geeft aan welke gedachte aan het plan ten grondslag ligt, wat de uitkomsten van verrichtte onderzoeken zijn, wat het resultaat is van de overleggen en tot slot doet het verslag van de georganiseerde inspraak bij het plan. Hiermee voldoet het bestemmingsplan aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wro en het Bro. Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP 2012 maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen volgens de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP 2012 geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld volgens deze standaarden.

Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg vastgelegd en ook in die vorm vastgesteld, tegelijk met een analoge versie van het bestemmingsplan. Als de digitale en analoge versie tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale versie leidend. Hieronder worden de aanwezige planregels puntsgewijs besproken.

4.2 Bestemmingsregels

In het navolgende wordt de algemeen gehanteerde opbouw van de regels toegelicht. Deze ziet er als volgt uit:

De tekst hieronder bespreekt deze hoofdstukken puntsgewijs.

4.2.1 Inleidende regels

Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen) en de van toepassingsverklaring (Van toepassingsverklaring). De begrippen geven aan wat in de regels onder bepaalde termen moet worden verstaan. Dit is alleen het geval wanneer begrippen niet op voorhand voor een eenduidige uitleg, in overeenstemming met normaal spraakgebruik, vatbaar zijn. De gemeente Zaltbommel heeft bindende afspraken over planregels opgesteld. Deze zijn aangepast in overeenstemming de eisen van de SVBP2012. Alle begrippen worden in alfabetische volgorde opgenomen, met uitzondering van de eerste begrippen 'plan' en 'bestemmingsplan'.

In de 'Van toepassingsverklaring' is aangegeven hoe dit bestemmingsplan zich verhoudt tot het eerder vastgestelde bestemmingsplan 'Poederoijen Oostvleugel II'. Vastgelegd is dat de regels ten aanzien van de functie wonen in het bestemmingsplan 'Poederoijen Oostvleugel II' worden aangevuld met de regels die zijn opgenomen in dit bestemmingsplan. Deze regels zijn van toepassing op de functie 'wonen' in het bestemmingsplan 'Poederoijen Oostvleugel II'. Onder de functie 'wonen' wordt het huisvesten van een huishouden in een woning/wooneenheid verstaan.

4.2.2 Algemene regels

De Anti-dubbeltelregel is op basis van artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) opgenomen. Het betreffende besluit schrijft voor dat de tekst van artikel 3.2.4 van het Bro één op één in een bestemmingsplan wordt overgenomen.

De tweede regel van de algemene regels (Artikel 4 Verkamering wonen) betreffen de regels waarvoor dit bestemmingsplan wordt opgesteld. De regels van artikel 4 'Verkamering wonen' wijzigen de regels van het bestemmingsplan 'Poederoijen Oostvleugel II' ten aanzien van het tegengaan verkamering van woningen op een aantal locaties in Poederoijen. Zie voor de exacte locaties paragraaf 1.2 van de toelichting. Lid 4.1 bepaalt dat "het gebruik van woningen en/of wooneenheden anders dan voor één huishouden" niet is toegestaan. Door deze regel aan het bestemmingsplan 'Poederoijen Oostvleugel II' toe te voegen, wordt voorkomen dat woningen worden gebruik anders dan de gemeente Zaltbommel voor ogen heeft: het gebruiken van woningen door meer dan één huishouden. Sub b van lid 4.1 bepaalt dat indien door middel van een omgevingsvergunning in een eerder stadium toestemming is verleend voor het gebruiken van de in sub a genoemde type woningen voor meer dan één huishouden, dat gebruik legaal blijft.

In lid 4.2 zijn twee afwijkingen bij een omgevingsvergunnig opgenomen om af te wijken van lid 4.1. Van lid 4.1 kan worden afgeweken voor het toestaan van wonen in de vorm van zorg- of begeleidingsafhankelijke woningen én voor het toestaan van de huisvesting van arbeidsmigranten. Het wonen in de vorm van zorg- of begeleidingsafhankelijke woningen moet in overeenstemming zijn met de 'Woonzorgvisie Bommelerwaard 2020-2024'. Ten aanzien van het toestaan van de huisvesting van arbeidsmigranten moet worden voldaan aan de beleidsregel 'Beleid huisvesting arbeidsmigranten gemeente Zaltbommel 2019'. Mocht het college van burgemeester en wethouders (het bevoegde gezag voor het verlenen van de omgevingsvergunning) besluiten een omgevingsvergunning te verlenen, dan kan zij daaraan nadere eisen stellen aan de situering en maatvoering van bebouwing indien dat noodzakelijk is voor:

  • om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
  • om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
  • om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
  • om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.

Aan de hand van de bovenstaande systematiek die bestaat uit het verbieden van bepaald gebruik en afwijkingen in het leven roepen om van dat strijdige gebruik af te wijken poogt de gemeente Zaltbommel de huisvesting van arbeidsmigranten of andere vormen van bewoning door niet-huishoudens juridisch te reguleren.

4.2.3 Overgangs- en slotregels

In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Bro. Dit besluit schrijft dwingend voor hoe het overgangsrecht moet luiden. Bebouwing die niet voldoet aan de regels van is onder het overgangsrecht gebracht. Een geringe uitbreiding van de bebouwing met tien procent wordt mogelijk gemaakt.

Het gebruik van gronden en bebouwing dat in strijd is met dit bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot. Indien het strijdige gebruik, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Tot slot bevat hoofdstuk 3 de slotregel waarin is aangegeven hoe het bestemmingsplan kan worden aangehaald.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Het paraplubestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het plan leidt daarom ook niet tot kosten en kan dus als economisch uitvoerbaar geacht worden. Het is daarom ook niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het ontwerpbestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan verkamering woningen reparatieplan' heeft van 22 april 2022 tot en met donderdag 2 juni 2022 voor iedereen ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn geen zienswijzen ingediend.