direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluplan Cultuurhistorie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.ParapluplanChw-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een bepaling opgenomen op grond waarvan het gemeentebestuur bij het opstellen van een bestemmingsplan (of omgevingsvergunning voor het afwijken van een bestemmingsplan) moet aangeven op welke wijze zij rekening heeft gehouden met de cultuurhistorische waarden binnen het plangebied. Op grond van deze bepaling hebben de gemeenten Beuningen, Druten, Heumen en Wijchen besloten om gezamenlijk een beleidsnota cultuurhistorie op te stellen. Deze beleidsnota (nota 'Samen in verscheidenheid') is opgenomen in bijlage 1 bij dit parapluplan. Voor de beleidsmatige en cultuurhistorische onderbouwing van dit parapluplan wordt dan ook naar deze bijlage verwezen. Onderlegger van deze beleidsnota is een inventarisatie naar de cultuurhistorische waarden in de gemeente die in 2015 is geactualiseerd. Deze inventarisatienota met bijbehorende kaarten is opgenomen in Bijlage 2.

Een onderdeel van de beleidsnota is de planologische borging van cultuurhistorische waarden binnen de genoemde gemeenten. Met dit parapluplan wordt daarin voorzien voor de gemeente Wijchen.

Hoofdstuk 2 Juridisch plan

Een parapluplan is een bestemmingsplan in de zin van de Wet ruimtelijke ordening waarmee bestaande en van kracht zijnde bestemmingsplannen op een specifiek onderdeel worden herzien. Het parapluplan Cultuurhistorie heeft betrekking op die gebieden van de gemeente waar cultuurlandschappen met een hoge of zeer hoge waarde en vanuit cultuurhistorisch oogpunt waardevolle bebouwing is gelegen. De ligging van deze gebieden en gebouwen zijn in Bijlage 2 bij dit parapluplan opgenomen.

Het voorliggende bestemmingsplan vult de hierboven genoemde bestemmingsplannen aan met twee dubbelbestemmingen:

Ad 1. Waarde - Cultuurhistorisch waardevol pand

Deze dubbelbestemming is opgenomen voor de panden die vanwege hun cultuurhistorische waarde bescherming behoeven. Deze panden zijn niet in het kader van de beleidsnota geinventariseerd maar in het kader van een 'quickscan Architectuur en stedenbouw wederopbouw' en in het 'monumenten inventarisatie programma (MIP)'. In Bijlage 3 bij dit parapluplan is het rapport opgenomen dat verslag doet van deze quickscan.

De bescherming van de cultuurhistorisch waardevolle panden heeft vorm gekregen door een vergunningplicht voor het geheel of gedeeltelijk slopen van bebouwing.

Ad 2. Waarde - Cultuurhistorisch waardevolle gebieden

Als onderdeel van het opstellen van de beleidsnota cultuurhistorie heeft een inventarisatie en waardering van de het Wijchense cultuurlandschap plaatsgevonden. Een beschrijving van deze waardering is opgenomen in Bijlage 5 bij dit parapluplan. In het parapluplan worden de cultuurlandschappen met een middelhoge, hoge en zeer hoge waarde beschermd door middel van de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorisch waardevolle gebieden.

De bescherming van deze cultuurhistorisch waardevolle gebieden heeft vorm gekregen door een nadere eisenregeling en een vergunningplicht voor bepaalde werkzaamheden.

De nadere eisenregeling behelst een bevoegdheid voor burgemeester en wethouders om in het kader van een aanvraag voor een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk een nadere eis te stellen in verband met de situering, de oppervlakte en hoogte van een gebouw. Deze nadere eis ziet met name op de situatie dat de aanvraag om vergunning betrekking heeft op een gebouw binnen een oud bebouwingslint, een ensemble of een gebouw langs een (historische) doorgaande weg die als cultuurhistorisch waardevol zijn aangeduid.

De werkzaamheden die niet zonder vergunning mogen worden uitgevoerd betreffen:

  • het aanbrengen van (half-)verhardingen;
  • het rooien of vellen van houtgewas;
  • afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem;
  • graven of dempen van sloten;
  • verwijderen van perceelsrandbeplanting;
  • aanleggen van wegen of paden;
  • wijzigen van perceels- of kavelgrenzen;
  • het aanbrengen van hoogopgaande beplanting anders dan het herplanten van gerooide / gevelde houtopstanden;
  • het verwijderen van wegen of paden.

De vergunning voor het uitvoeren van deze werkzaamheden wordt verleend indien (uit de aanvraag om vergunning) in voldoende mate is gebleken dat de cultuurhistorische waarden van een gebied waarbinnen de werkzaamheden plaatsvinden, niet op een onevenredige wijze worden aangetast.

Hoofdstuk 3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het Parapluplan Cultuurhistorie is volgens het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode zijn er 6 zienswijzen ingediend.

Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de zienswijzennota, behorende bij het raadsbesluit tot vaststelling.