Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Wijchen - Zuid, Woordsesteeg |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0296.BpWoordsesteeg-DFBP |
In deze regels wordt verstaan onder: | ||
1.1 | Plan: het bestemmingsplan Wijchen - Zuid, Woordsesteeg van de gemeente Wijchen. | |
1.2 | Bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0296.BpWoordsesteeg-DFBP met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). | |
1.3 | Aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist. | |
1.4 | Aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. | |
1.5 | Aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. | |
1.6 | Aan huis verbonden beroep: een beroep, waarvan de activiteiten niet publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. | |
1.7 | Afhankelijke woonruimte: een (gedeelte van een) bijgebouw dat dient voor de huisvesting van een gedeelte van een huishouden uit een oogpunt van mantelzorg. | |
1.8 | Bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. | |
1.9 | Bestaand: a. bij gebruik: aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het plan; b. bij bouwwerken: aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan. | |
1.10 | Bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. | |
1.11 | Bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. | |
1.12 | Bijgebouw: een vrijstaand of aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw, zonder directe verbinding met dat hoofdgebouw, dat door zijn situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan dat op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw (zoals een garage, bergruimte of hobbyruimte). | |
1.13 | Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. | |
1.14 | Bouwgrens: de grens van een bouwvlak. | |
1.15 | Bouwlaag: een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en zolder. | |
1.16 | Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. | |
1.17 | Bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel. | |
1.18 | Bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. | |
1.19 | Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. | |
1.20 | Carport: een bouwwerk geen gebouw zijnde, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden met een maximale bouwhoogte van 4 m. | |
1.21 | Dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw. | |
1.22 | Eerste bouwlaag: de bouwlaag op de begane grond. | |
1.23 | Escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend. | |
1.24 | Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. | |
1.25 | Hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt. | |
1.26 | Mantelzorg: het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. | |
1.27 | Ondergeschikte bouwdelen: ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen. | |
1.28 | Ondergronds: onder peil. | |
1.29 | Seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden, met dien verstande dat onder seksinrichting in elk geval wordt verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. | |
1.30 | Uitbouw: een aan een hoofdgebouw gebouwde uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap. | |
1.31 | Voorgevel: de meest gezichtsbepalende gevel(s) van een hoofdgebouw, doorgaans gekeerd naar de weg of het openbaar gebied. | |
1.32 | Woning: een (gedeelte van een) gebouw, met inbegrip van aan- en uitbouwen, dat dient voor de huisvesting van een huishouden. |