Plan: | Industrieterrein Loonse Waard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0296.BTLWbtLoonseWaard-VG01 |
het bestemmingsplan 'Industrieterrein Loonse Waard' met identificatienummer NL.IMRO.0296.BTLWbtLoonseWaard-VG01 van de gemeente Wijchen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten;
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
het energetische gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Het energetische gemiddelde wordt berekend volgens de methode zoals omschreven in de Handreiking meten en rekenen Industrielawaai, zoals deze handreiking luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
de verdeling van de beschikbare geluidsruimte per kavel - uitgedrukt in een geluidsimmissiewaarde in dB(A) - passend binnen de zonegrens geluid, zoals vastgelegd in de toetsingstabellen en verkavelingskaart, welke zijn opgenomen in Bijlage 2 behorend bij deze regels;
geluidszone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder;
een inrichting, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen die in een belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;
het kavel dan wel de grenzen van de inrichting op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dat als uitgangspunt is genomen voor het bepalen van de geluidsruimte van een afzonderlijk bedrijf, als weergeven op de verkavelingskaart welke is opgenomen in Bijlage 2 behorend bij deze regels;
object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
een overslagbedrijf is een bedrijf dat als hoofdactiviteit goederen uit een schip overzet op een ander vervoermiddel of omgekeerd. Overslagfaciliteiten zijn toegestaan indien deze specifiek zijn bedoeld voor de overslag van water naar land (en visa versa) en voor overslag van water naar water.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
niet kavel gebonden geluidsruimte als opgenomen in het zonebeheermodel;
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
het beeld dat wordt bepaald door de bouwmassa's, de gevelindelingen, en de dakvormen van de bebouwing, alsmede de situering en de verschijningsvormen in zijn omgeving.
de tabellen die als bijlage 2 in het als Bijlage 2 bij deze regels opgenomen Zonebeheerplan Loonse Waard zijn toegevoegd aan de planregels, waarin zijn weergegeven de toetspunten, de zoneringsgrenswaarden en de toegekende geluidsruimte aan bedrijven/kavels;
de weergave van de geografische ligging van de kavels, welke als uitgangspunt zijn genomen voor het bepalen van de geluidsruimte van een afzonderlijk bedrijf;
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
voorzieningen ten behoeve van de op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
Regeling houdende regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen;
indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen en dergelijke, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
geldende grenswaarde in de zin van de Wet geluidhinder;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
plan overeenkomstig artikel 164 Wet geluidhinder, dat de toedeling van geluidruimte binnen een gezoneerd industrieterrein regelt.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van onderschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De bepaling van de gebruikte geluidsruimte als geluidimmissiewaarde in dB(A) ter plaatse van de toetspunten als weergegeven in bijlage 1 van het Bijlage 2 bij deze regels opgenomen Zonebeheerplan Loonse Waard vindt plaats conform de meet- en rekenmethode industrielawaai voor complexe situaties (methode II), zoals beschreven in de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999, onder de in de genoemde handleiding bepaalde voorwaarden. Bij de berekening wordt:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Herbouw van bestaande bedrijfswoningen is, voor zover het de situering van de bedrijfswoningen betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en bouwpercelen, alsmede ten aanzien van de inrichting van de gronden voor wat betreft de aanleg en omvang van stallingsruimten, parkeer- en groenvoorzieningen en de aanleg en profilering van toegangs- en ontsluitingswegen, indien zulks noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.5 onder a., ten behoeve van een grotere bouwhoogte van bouwdelen als afzuiginstallaties en silo's, met dien verstande dat de verhoging maximaal 5 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.5 onder a en b, ten behoeve van een grotere bouwhoogte van terreinafscheidingen voor zover gelegen op minimaal 10 meter achter de voorste perceelsgrens, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Onverminderd het bepaalde in artikel 3.5.1 wordt tot een strijdig gebruik ook gerekend het gebruik van de gronden:
Het gebruik van de gronden voor laden en lossen, alsmede voor parkeren is toegestaan binnen de bestemming en dient op eigen terrein plaats te vinden.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder a. teneinde bedrijven toe te staan in dezelfde categorie als de op grond van de bepalingen in 3.1 onder a. toegestane bedrijfsactiviteiten, maar die niet zijn opgenomen in de als Bijlage 1 opgenomen Bedrijvenlijst Loonse Waard met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor aanleg en instandhouding van een noodoverloop van de openbare afvalwaterriolering, één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Binnen deze dubbelbestemming zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
De in 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 4.4.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem. Het gaat hierbij om gebieden met een middelhoge archeologische verwachting.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het onder 5.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
Overeenkomstig het in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalde kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en kunnen zij voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, teneinde:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem. Het gaat hierbij om gebieden met een lage archeologische verwachting.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het onder 6.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
Overeenkomstig het in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalde kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en kunnen zij voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, teneinde:
De voor 'Waterstaat - Bergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de berging van water.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 7.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect, te verwachte gevolgen de in de aanhef van dit artikel omschreven doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 dient de waterbeheerder toestemming te hebben verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de waterbeheerder, het plan zodanig wijzigen dat de grenzen van deze dubbelbestemming worden gewijzigd of deze dubbelbestemming wordt verwijderd indien dit uit oogpunt van het waterbelang verantwoord is.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In aanvulling op de regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in 'Hoofdstuk 2 ' van dit bestemmingsplan is het oprichten van ondergrondse bouwwerken toegestaan met dien verstande dat:
In aanvulling op de regels inzake situering van bouwwerken als bedoeld in 'Hoofdstuk 2 ' van dit bestemmingsplan is het oprichten van bouwwerken toegestaan ten algemene nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer bedraagt dan 50 m³ en de hoogte ervan niet meer dan 3,5 m bedraagt.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het ontwerp van het bestemmingsplan dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en in aanvulling op de elders in deze regels opgenomen gebruiksregels, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden of bouwwerken voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 2' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd als buitenbeschermingszone van de primaire waterkering.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - regeling gebruik geluidsruimte' is het niet toegestaan:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.4.1 om een grotere geluidsruimte op een kavel toe te staan. Deze omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning bouwwerken te slopen. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien het slopen van het betreffende bouwwerk niet leidt tot overschrijding van de zoneringsgrenswaarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regeling voor het gebruik van geluidsruimte te wijzigen door aanpassing van de toetsingstabellen in bijlage 2 en/of de verkavelingskaart in bijlage 1 van het als Bijlage 2 bij deze regels behorende Zonebeheerplan Loonse Waard indien:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit plan voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning toestemming verlenen voor de plaatsing van een antennemast voor mobiele telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij het stellen van nadere eisen overeenkomstig een in dit plan opgenomen nadere eisen regeling nemen burgemeester en wethouders het bepaalde in afdeling 3.4 Awb in acht.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Industrieterrein Loonse Waard'.