direct naar inhoud van Artikel 9 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bergharen, Stompendijk ongenummerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.BHRstompendijkong-VG01

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

9.1 Hydrologische beschermingszone

Ter plaatse van de aanduiding "milieuzone-hydrologische beschermingszone" geldt ter bescherming van de waterhuishoudkundige situatie, het volgende:

9.1.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. verzetten van grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 60 cm onder maaiveld een en ander voorzover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet;
  • b. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage;
  • c. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
  • d. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2 anders dan een bouwwerk.
b Uitzonderingen

Het in a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. zover de daar genoemde werken en werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een bouwvlak;
  • b. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud, met uitzondering van permanente teeltondersteunende voorzieningen;
  • c. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen op moment van in werking treden van het bestemmingsplan.
c Verlening

De in a genoemde omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien door die werken en/of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de waterhuishoudkundige situatie niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.

d Advies waterstaatsgezag

Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in awordt het ter plaatse bevoegde waterstaatsgezag gehoort.

9.2 Grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied", geldt ter bescherming van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkvoorziening, het volgende:

9.2.1 Bouwen
a Bouwverbod

Onverminderd het in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde,

mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.

b Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in a voor het bouwen van gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien het belang van de waterwinning niet wordt geschaad. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij de Dienst Milieu en Water van de provincie Gelderland en het waterwinbedrijf.

9.2.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. ophoging, egalisering van gronden en afgraven van de bodem;
  • b. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • c. overige werken en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals bemalen, onderbemalen en het slaan van putten;
  • d. aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. aanleggen en verharden van wegen, het aanbrengen van andere oppervlakteverhardigen groter dan 200 m2;
  • f. diepploegen;
  • g. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en handelingen die de dood of beschadigingen van bomen tengevolge kunnen hebben.
b Uitzonderingen

Het in a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, (agrarisch) gebruik en onderhoud, met uitzondering van de aanleg van permanente teeltondersteunende voorzieningen;
  • b. werken en/of werkzaamheden welke zijn aangevangen dan wel in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. het aanleggen van erfverhardingen of erfbeplanting ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
c Verlening

De in a genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voorzover door de werken en werkzaamheden geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkvoorziening. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij de Dienst Milieu en Water van de provincie Gelderland en het waterwinbedrijf.

9.2.3 Specifieke gebruiksregels

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken van gronden voor drainagewerkzaamheden.