Aan artikel 4.2.3 lid i wordt het cursieve gedeelte toegevoegd:
ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch met waarden - plattelandswoning" is op de plaats waar thans een woning aanwezig is, tevens een plattelandswoning toegestaan. Een plattelandswoning geldt voor het overige in deze bestemming bepaalde ten aanzien van het aantal bedrijfswoningen en de maatvoering, als bedrijfswoning.
Aan artikel 4.2 lid 8 wordt toegevoegd:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- onbebouwd bouwvlak' zijn uitsluitend sleufsilo's, mestplaten en kuilvoerplaten toegestaan, alsmede overige bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van het agrarische bedrijf, met een bouwhoogte van maximaal 3 m.
Aan artikel 4.5 wordt toegevoegd:
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - 1 - voorwaardelijke verplichting' is het gebruik van gronden, gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming alleen toegestaan, indien het landschappelijk inpassingsplan als opgenomen in bijlage 2 binnen een jaar na het gereed melden van de bouwplannen, maar uiterlijk 2 jaar na het onherroepelijk worden van onderhavig wijzigingsplan is uitgevoerd en in stand wordt gehouden.