direct naar inhoud van 4.8 Externe veiligheid
Plan: Schaarsestraat ongenummerd te Bergharen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.BGBSCHAARSESTR-DFBP

4.8 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen.

Normstelling en beleid

Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

Het Bevi legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij onder meer om bedrijven die onder het BRZO vallen, LPG-tankstations, opslagplaatsen (PGS), ammoniakkoelinstallaties en spoorwegemplacementen. Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico (PR) en regels voor het groepsrisico (GR). Het verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen hiermee rekening te houden.

Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi)

In de regeling staan regels over de veiligheidsafstanden en berekening van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Op grond van het Bevi zijn in de Revi voor een aantal bedrijfscategorieën (zoals LPG-tankstations, ammoniakkoelinstallaties, opslagplaatsen) vaste veiligheidsafstanden opgenomen.

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) zijn op 1 januari 2011 in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde plaats waarbij het niet van belang is of op die plaats daadwerkelijk een persoon aanwezig is. In het besluit is het plaatsgebonden risico gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Dit risico laat zich goed ruimtelijk vertalen, aangezien het gaat om punten waar zich een bepaald risico voordoet. Deze punten kunnen worden verbonden tot een contour. De grenswaarde voor kwetsbare objecten is 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten wordt dit als richtwaarde gehanteerd.

Groepsrisico

Het groepsrisico (GR) is een maat voor het overlijdensrisico voor een groep personen in een bepaald gebied als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en van een ongeval in die inrichting, waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Vanuit het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) geldt een plicht tot verantwoording van het groepsrisico bij het opstellen van ruimtelijke plannen en/of het voeren van planprocedures. Bij deze motivering wordt aandacht geschonken aan:

• het aantal personen in het invloedsgebied;

• het groepsrisico;

• de mogelijkheden tot risicovermindering;

• de alternatieven;

• de mogelijkheden om de omvang van de ramp te beperken;

• de mogelijkheden tot zelfredzaamheid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0296.BGBSCHAARSESTR-DFBP_0008.png"

Figuur 4. Uitsnede risicokaart (bron risicokaart.nl)

Het plan

In de nabijheid van het plangebied liggen enkele hogedruk aardgastransportleidingen. Met name buisleiding A-555 ligt op relatief korte afstand van het plangebied. Deze buisleiding met een diameter van 1062 mm en een druk van 66 bar heeft een 100% lethaal-zone van 190 meter en een invloedsgebied van 490 meter. Binnen deze afstand vindt de ontwikkeling plaats.

De personendichtheid in het gebied is zeer laag en bedraagt slechts enkele personen per ha. De dichtheid neemt ook niet noemenswaardig toe met de komst van een tiental seizoenarbeiders op de planlocatie. Uit voorzorg is een berekening uitgevoerd met het programma Carola. Hieruit blijkt dat het groepsrisico te plaatse 0 is en 0 blijft. Een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico is derhalve niet noodzakelijk. Het advies van MARN is als bijlage bijgevoegd.

Vanuit de veiligheidsregio is de brandweer is in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid in het plangebied. Het advies van de brandweer is als bijlage aan het plan toegevoegd.

Conclusie

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen risicovolle objecten. Het dichtst bijgelegen object is een aardgastransportleiding van de Gasunie, deze is op circa 160 meter gelegen. Verder liggen in de omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen. Ook vindt er in de omgeving van het plangebied geen transport van gevaarlijke stoffen plaats.