Plan: | Schaarsestraat ongenummerd te Bergharen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0296.BGBSCHAARSESTR-DFBP |
Met ingang van 1 november 2003 is de watertoets verplicht voor o.a. bestemmingsplannen,
-wijzigingen en ontheffingen. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) regelt met name de verplichte waterparagraaf in de toelichting bij genoemde ruimtelijke plannen en vooroverleg op grond van artikel 3.1.1 Bro.
De waterparagraaf beschrijft de wijze waarop rekening wordt gehouden met eventuele gevolgen van het ruimtelijk plan voor de waterhuishouding. De waterparagraaf geeft een algemene beschrijving van de waterhuishoudkundige situatie, provinciaal, regionaal en gemeentelijk waterbeleid, belemmeringen, kansen en oplossingen in relatie tot het duurzaam watersysteem en (indien aan de orde) het resultaat van het vooroverleg met het waterschap Rivierenland. Het vooroverleg heeft plaatsgevonden en geresulteerd in een wateradvies welke als bijlage aan dit plan is toegevoegd.
Provinciaal-Waterplan Gelderland
In het waterplan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaan uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden zijn specifieke doelen geformuleerd. In het waterplan heeft het plangebied de functie overwegend 'landbouw'. De functie landbouw geldt voor die gebieden waar de hoofdfunctie landbouw is. Binnen deze functie komt natte natuur verspreid in kleine elementen voor. In de gebieden met de functie landbouw zijn de inrichting en het beheer van het watersysteem allereerst gericht op:
Afbeelding: Wateratlas (bron: waterschap rivierenland)
Regionaal Waterbeheersplan 2010-2015
Het (ruimtelijk) beleid van het Waterschap Rivierenland is vastgelegd in het Waterbeheerplan
2010-2015. Het waterschap houdt in het Waterbeheerplan vast aan de afspraken die gemaakt zijn in de gebiedsprocessen rondom het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Kaderrichtlijn Water. Onderstaande de punten uit het plan die voor gemeenten het belangrijkst zijn:
- vasthouden aan ambities op het gebied van het Nationaal Bestuursakkoord Water
en de Kaderrichtlijn Water;
- actualisatie stedelijke waterplannen, met nieuwe thema's rond onkruidbestrijding
en beperking effecten van overstorten;
- voortzetting samenwerking in de afvalwaterketen;
- proactiviteit bij beoordeling plannen Ruimtelijke Ordening.
Op hoofdlijnen is het in het kader van duurzaam waterbeheer gewenst om bij alle nieuwbouw maximale afkoppeling van het hemelwater toe te passen. Hierbij hanteert het waterschap de drietrapsstrategie vasthouden, bergen en afvoeren. Het schone hemelwater dient te worden geïnfiltreerd in de bodem of anders via een bodempassage afgevoerd te worden naar het oppervlaktewater.
Keur voor waterkeringen en wateren van het Waterschap Rivierenland.
Waterschap Rivierenland heeft een verordening: Keur Waterschap Rivierenland 2009. De Keur beoogt handelingen van inwoners, bedrijven etc. te reguleren die het beheer van het watersysteem in gevaar kunnen brengen.
Met de Keur is ook de overzichtskaart Waterkeringen opgesteld. Hierop staan zowel de primaire als de regionale waterkeringen in het beheergebied van het waterschap Rivierenland. De Bovendijk is daarbij aangewezen als primaire waterkering.
Voor primaire waterkeringen gelden, als vuistregel, de volgende zones:
Buitenbeschermingszone gelden, als vuistregel, de volgende zones:
Bovengenoemde afstanden gelden als vuistregel. In de Keur met bijbehorende legger van het Waterschap zijn de exacte geldende afmetingen vastgelegd. De legger is gebruikt voor het opstellen van dit bestemmingsplan. Zonder vergunning van het bestuur van het waterschap is het verboden gebruik te maken van de kern- en beschermingszones van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder:
Gemeentelijke waternota Wijchen
In november 2003 is de Strategische waternota door de gemeenteraad vastgesteld. De waternota omvat thema's en uitgangspunten voor een meer duurzaam waterbeheer binnen de gemeente Wijchen. In het kader van de watertoets moet een vertaalslag worden gemaakt naar de concrete plansituatie. Tevens beschikt de gemeente over een Gemeentelijk rioleringsplan (GRP), waarin de gemeente invulling geeft aan haar zorgplicht voor een doelmatige aanleg en beheer van riolering. De gemeente Wijchen valt binnen het beheersgebied van het Waterschap Rivierenland. Het waterschap geeft in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater vergunning af voor lozing van afvalwater op het oppervlaktewater en in het kader van de Keur een ontheffing voor ingrepen in watergangen en waterkeringen. Daarnaast verzorgt de water- beheerder het onderhoud van A-watergangen. Gemeenten zijn op waterhuishoudkundig gebied onder andere verantwoordelijk voor de zorg voor het inzamelen en transporteren van afvalwater naar het overnamepunt van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI), (gedeeltelijk) onderhoud van wateren en ontwatering (grondwater). Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor de verlening en handhaving van vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer.
Op grond van de Wet gemeentelijke watertaken dienen perceeleigenaren hemelwater op eigen perceel te verwerken, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd. In dat geval treedt de gemeentelijke zorgplicht in werking. Voor de nieuwvestiging is in overleg met het waterschap tot extra berging gekomen.
Inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem dient gericht te zijn op het voorkomen of beperken tot een aanvaardbaar risico van wateroverlast voor wegen en bebouwing en van schade aan de volksgezondheid door bijvoorbeeld vochtige kruipruimten, stilstaand water en onveilige oevers.
De gemeente streeft naar het vasthouden van gebiedseigen water door benutting van de natuurlijke bergingscapaciteit van bodem en oppervlaktewater. Transport en bewerking van schoon (hemel)water moet worden vermeden door scheiding van schone en vuile waterstromen.
Overeenkomstig de beslisboom voor hemelwater (bron: BORG) dient zoveel mogelijk hemelwater te worden afgekoppeld van het rioleringsstelsel met de voorkeursvolgorde 1. voorkomen van afvoer (bv.gebruik hemelwater), 2. bodeminfiltratie, 3. vertraagde afvoer naar en berging in oppervlaktewater, 4. afvoeren via verbeterd bestaand rioolstelsel en 5. afvoeren via gemengd rioolstelsel.
In overleg met het waterschap is gekozen voor een waterberging aansluitend aan de B watergang te realiseren. Voor de nieuwe terreinindeling is deze optie het meest praktisch en vormt geen belemmering voor het bedrijf. Bij de vormgeving zal aandacht geschonken worden aan de oeverzijde zodat dezeals veilig beschouwd kan worden. Deze berging biedt voldoende ruimte om het verharde oppervlak te compenseren, deze berekening in overleg met het waterschap opgesteld. Via de B waterberging zal het overtollige water uit het gebied afgevoerd kunnen worden, indien dit niet noodzakelijk is zal de watergang vooral als berging en buffer ten behoeve van de omliggende agrarische activiteiten dienen. Bij de realisatie zal de initiatiefnemer in overleg blijven met het waterschap om te garanderen dat de nieuwe berging aan de gestelde voorwaarden voldoet.
Drinkwaterbesparing
Gebruik van hoogwaardig drinkwater dient zoveel mogelijk te worden beperkt tot hoogwaardige toepassingen. Zo mogelijk wordt hemelwater gebruikt voor laagwaardige toepassingen. Voor zover relevant wordt verspilling van drinkwater voorkomen door toepassing van waterbesparende voorzieningen.
“Natte natuur”
Het plangebied is gelegen in de beschermingszone natte natuur op het land. Gemeenten dienen op basis van het provinciaal waterplan de beschermingszones van natte landnatuur te beschermen. Uitgangspunt vormt het stand-still step-forward principe. De gemeente dient achteruitgang van de kwaliteit van deze wateren en natte natuur te voorkomen en daar waar mogelijk de situatie voor de natuur te verbeteren, zonder dat daarmee de situatie van de landbouw verslechtert. Ter bescherming van de natte natuurwaarden zijn hiervoor hydrologische beschermingszones noodzakelijk en die als zodanig op de verbeelding opgenomen met de nadere aanduiding 'milieuzone – hydrologische beschermingszone'. Ingrepen of initiatieven in deze zones zullen moeten worden afgestemd op de beoogde natuurontwikkeling en/of mogen deze in de toekomst in ieder geval niet belemmeren. Afwijkingsmogelijkheden leggen nadere toetsingscriteria of beperkingen op aan ontwikkelingen zoals functieverandering nabij deze zones. Voorgenomen ontwikkelingen mogen de te beschermen natuurwaarden niet negatief beïnvloeden, bv door verlaging van de grondwaterstand of verslechtering van de waterkwaliteit.
Het project heeft geen nagateve invloed op de aanwezige waarden. Het hemelwater van het erf en daken zal in de nieuw waterberging in de bodem worden geinfiltreerd. Doordat er gecertificeerde materialen worden gebruikt zal het hemelwater niet door de bouwwerken worden vervuild. Er zijn geen ontrekkingen die het grondwaterpeil doen verlagen en het afvalwater zal via het drukriool worden geloosd.
Waterkwaliteit
Bij de ontwikkeling van het project streeft de gemeente naar een goede waterkwaliteit, die voldoet aan de gestelde eisen. Bij de bouw van het project is het van belang dat zo min mogelijk vervuilende stoffen worden toegevoegd aan het grond- en oppervlaktewatersysteem. Schoon hemelwater wordt via de waterberging geinfiltreerd naar in de bodem en/of het oppervlaktewater. Verontreiniging van hemelwater afkomstig van daken dient primair te worden voorkomen door toepassing van niet-uitlogende materialen, zoals omschreven in de Dubo-bepalingen, maar ook door beperking van de toepassing van lood, koper, zink en zacht pvc. Eventueel verontreinigd hemelwater, waar bij het plan niet van uit wordt gegaan, afkomstig van daken en andere verharde oppervlakken wordt afgevoerd via een bodempassage. Afvalwater wordt op doelmatige wijze afgevoerd via de riolering. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet hiermee rekening worden gehouden.
Afvalwater
De afvoer van het huishoudelijk afvalwater (DWA) zal plaatsvinden op de riolering. Het afvalwater van het bedrijf zal eveneens worden aangesloten op de openbare drukriolering. Alvorens de nieuwe locatie aangesloten zal worden zal inzichtelijk worden gemaakt of het rioleringstelsel de toename aan kan. Het hemelwater mag hierop niet worden geloosd en zal via de nieuwe infiltratiemogelijkheid worden geïnfiltreerd. Deze infiltratie mogelijkheid is op de plankaart weer gegeven met de functieaanduiding "waterberging"
Reactie waterschap ten aanzien van het plangebied
Deze waterparagraaf heeft betrekking op het plan 'Schaarsestraat ongenummerd Bergharen'. Voorafgaand aan de bestemmingswijziging is er overleg met het waterschap gevoerd. De correspondentie is als bijlage waterparagraaf bijgevoegd.
Omschrijvinggebied:
Geohydrologie en grondwatersysteem: De planlocatie is gesitueerd in het landelijk gebied. De maaiveldhoogte is van 653 cm +NAP. De bodem bestaat voornamelijk uit zavel en lichte klei. De gemiddeld hoogste grondwaterstand GHG is circa 5.68 m+NAP. De gemiddeld laagste grondwater-stand GLG is circa 4.98 m+NAP. De GHG ten opzichte van maaiveld is circa 0.85 m-mv. Eventuele kwelsituatie.
Oppervlakte- en afvalwatersysteem: Langs het plangebied is een A- en B-watergang gelegen. De B watergang is exact op de grens gelegen is voor 50% eigendom van de initiatiefnemers. In of langs het plangebied is geen watergang gelegen met een HEN- (hoogst ecologische norm) of SED- (specifiek ecologische norm) status, dan wel een watergang die in het beinvloedingsgebied van een HEN-of SED-watergang is gelegen. Het plangebied is op dit moment nog niet gerioleerd, maar zal door middel van het drukrioleringsstelsel van het afvalwater worden ontdaan.
Maatregelen
Het plangebied is gelegen tussen A- en B- watergangen. Voor het fruitteeltbedrijf is het van belang dat er voldoende water kan worden aangevoerd voor de nachtvorstbestrijding. Er zal voor het behoud van het peil een constructie moeten worden gemaakt dat er bij dreigende nachtvorst water vanuit de Nieuwe Wetering (aan de noordzijde) wordt gebruikt i.p.v. de A-watergang aan de zuidzijde (anders kan er een tekort ontstaan voor de westelijke fruittelers). Het peil ter plaatse is overigens zomerpeil = 5,55m+NAP en winterpeil = 5,30m+NAP.
De compensatie voor het verhard oppervlak geldt als vuistregels, bij elke hectare toename aan verhard oppervlak zal 436 m3 compenserende waterberging moeten worden gerealiseerd in open water. Hierbij is een neerslaggebeurtenis van T=10+10% maatgevend en is een peilstijging van 30 cm toegestaan. Verder geldt dat in het buitengebied voor de eerste 1.500 m2 extra verharding geen compensatie hoeft plaats te vinden. Aan de hand van de nieuwe situatieschets komt dit neer op 6.206-1.500=4.706 m2 toename verhard oppervlak, waarvoor gecompenseerd moet worden. Gebruik van de vuistregel geeft 683 m2 aan extra waterberging. Hiervoor wordt de B-watergang aan de westzijde van de bouwkavel over de hele lengte 1,5 m verbreed.
Ecosysteem: Het plangebied is niet gelegen in de Ecologische hoofdstructuur (EHS evz). De natte natuur heeft geen bijzondere waarde. Het plangebied is gelegen in een beschermingszone voor natte natuur.
Conclusie
Momenteel is het plangebied in gebruik als boomgaard omringd door watergangen. Voor het plangebied kan worden gesteld dat nieuw verhard oppervlak wordt gecompenseerd aan de hand van het advies uitgebracht door het waterschap, hierbij wordt het verharde oppervlak in de vorm van het realiseren van een waterberging naast de bestaande sloot. De waterberging welke voor de infiltratie van het water zal zorgdragen zal op een verantwoorde manier worden vormgegeven zodat deze aan de gestelde eissen voldoet. Vuilwater zal op het drukrioleringsstelsel worden aangesloten en er zal zorgvuldig met watergebruik en beschermende gebieden om worden omgegaan. Door het voldoen aan de gestelde uitgangspunten en het realiseren van de aangegeven compensatie, heeft het waterschap rivierenland dan ook geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding het overleg met het waterschap. De correspondentie en het water- advies van het waterschap zijn als bijlage bijgevoegd.