Plan: | Hollandseweg-Nobelpark, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0289.0006-0001 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het plan
het bestemmingsplan Hollandseweg-Nobelpark, 1e herziening van de gemeente Wageningen;
bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0289.0006-0001 met bijbehorende regels en bijlage;
de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
aanbouw
de toevoeging van afzonderlijke ruimten aan een woonhuis;
aan huis gebonden beroep
het uitoefenen van een vrij beroep waaronder verstaan wordt: een aan de persoon gebonden medisch (arts, tandarts e.d.), paramedisch (fysiotherapie, pedicure e.d.) administratief (adviesbureau, accountant e.d.) en daarmee gelijk te stellen beroep, niet zijnde een bedrijfsmatige activiteit;
aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteit
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, zoals siersmid, opticien, kap- en schoonheidssalon, uitzend- en reclamebureau, met uitzondering van prostitutiebedrijf, seksinrichting en/of escortbedrijf;
ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van een in de regels of op de verbeelding aangegeven vlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;
Bed & Breakfast
een aan de woning ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van een mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, voor een kortdurend verblijf (waaronder ook zakelijk toerisme). Onder een Bed & Breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
bestaand
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
bruto-vloeroppervlak
het totaal aantal vierkante meters in gebruik voor een bepaald doel, al dan niet verspreid over meerdere vloeren;
bijgebouw
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en dat qua afmetingen en functie al dan niet vrijstaand ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw;
eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond c.q. de laag op de onderbouw;
escortbedrijf
de natuurlijke persoon of groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
nutsvoorziening
een voorziening, uitsluitend of in hoofdzaak gericht op:
onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.2 meter boven peil is gelegen;
overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
peil
het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein;
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingen wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Staat van Bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
uitbouw
de vergroting van een bestaande ruimte van een woonhuis;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
woonhuis
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
de inhoud van een bouwwerk
bebouwingspercentage
voor zover op de verbeelding een maximum bebouwingspercentage is aangegeven, is dit van toepassing op de oppervlakte van het terrein binnen het bouwvlak.
Bij de toepassing van het bepaalde (ten aanzien van de plaatsing van gebouwen) ten aanzien van het bouwen (binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken) worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 4,50 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en verharding.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Verkeer - Verblijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en in beperkte mate voor:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen ten behoeve van het steigerdek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - verhoogd verblijfsgebied' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen van 4,50 m (inclusief hekwerk).
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van deze bouwwerken, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer mag bedragen dan 4,50 meter, met dien verstande dat indien bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op het steigerdek worden gerealiseerd de bouwhoogte gemeten dient te worden ten opzichte van de bovenkant van het steigerdek.
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor woonhuizen ter plaatse van de aanduidingen:
al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep op maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van de woning tot maximaal 60 m2 per woning.
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Tevens zijn de gronden bestemd voor een uitbreiding van het binnen de bestemming "Verkeer - Verblijf" aangeduide steigerdek, waarbij het bepaalde van dat artikel 4.2.2 van overeenkomstige toepassing is.
Het aantal woningen bedraagt maximaal 221 met dien verstande dat:
Het bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
De goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen behorende bij woonhuizen ten behoeve van aaneengebouwde woningen mag respectievelijk niet meer dan 3,00 en 5,00 meter bedragen.
Bij woonhuizen ten behoeve van gestapelde woningen mogen geen aan- en uitbouwen en overkappingen worden gebouwd.
Ten aanzien van bijgebouwen geldt dat deze binnen de bouwmassa van de hoofdgebouwen dienen te worden opgenomen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het (duurzaam) behoud en de ontwikkeling van de archeologische waarden die ter plaatse aanwezig zijn.
Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien en voor zover de archeologische waarden hierdoor niet wordt geschaad.
Voordat over het verlenen van een bouwvergunning ten behoeve van samenvallende bestemmingen een besluit wordt genomen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de archeologische belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Aan de in artikel 6.2.2 bedoelde vergunning kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg de volgende voorwaarden worden verbonden:
Het bepaalde in de artikelen 6.2.1, 6.2.2 en 6.2.3 geldt niet voor het bouwen van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 6.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Aan de in artikel 6.3.1 bedoelde vergunning kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg de volgende voorwaarden worden verbonden:
Het in artikel 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op andere-werken welke:
De in artikel 6.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien en voor zover:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven n, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a. | het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning en/of het bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is; |
b. | ontheffing uitsluitend kan worden verleend voor vestiging van bedrijven genoemd de categorieën 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of welke naar aard gelijk te stellen zijn met de in die Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijven; |
c. | vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden; |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 12.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 12.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Hollandseweg-Nobelpark, 1e herziening".
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 26 oktober 2009.
De griffier,
………………