Plan: | H.W. Iordensweg 94-98 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.8106-VS00 |
Streekplan Gelderland 2005
In het streekplan heeft de provincie haar algemene ruimtelijke beleid opgenomen dat vervolgens als aanvulling dient op de regionale ambities, zoals deze onder meer door de regio Stedendriehoek zijn verwoord. Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen.
Het plangebied ligt in het stedelijke bundelingsgebied van de Stedendriehoek. Het regionale programma van wonen en werken moet zoveel mogelijk gebundeld en gekoppeld worden aan knooppunten van infrastructuur binnen het bundelingsgebied. Als het gaat om verstedelijksopgave in de vorm van uitbreiding buiten steden, wordt gestreefd naar gedifferentieerde vormen en locaties met inachtneming van de te bepalen zoekzones voor verstedelijking en de betreffende gebiedskwaliteiten. De locatie ligt buiten de zoekzones voor werken.
Het gebied maakt onderdeel uit van het multifunctionele gebied, waarbinnen het is aangeduid als 'multifunctioneel platteland'. Uitgangspunt is dat de meeste vormen van niet-agrarische bedrijvigheid thuishoren op een bedrijventerrein. Van oudsher hebben diverse bedrijven een plaats in het buitengebied ingenomen, maar veel van deze bedrijven zijn niet aan het buitengebied gebonden. Beleid is daardoor in principe gericht op het tegengaan van verdere toename en ontwikkeling van (bestaande) niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied. Vestiging op (nieuwe) locaties is alleen mogelijk als uit onderzoek blijkt dat vestiging niet kan worden geaccommodeerd in vrijgekomen agrarische bebouwing of op het lokale bedrijventerrein. Voor uitbreiding van bestaande bedrijven geldt een maximum uitbreiding van 20% van het bebouwd oppervlak per planperiode tot maximaal 375 m2.
Ruimtelijke Verordening Gelderland
In de provinciale verordening zijn regels gesteld omtrent de inhoud en toelichting van bestemmingsplannen die de provincie met oog op haar belangen noodzakelijk acht voor een goede ruimtelijke ordening. Zoals in het streekplan weergegeven, is uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid mogelijk tot een maximum van 20% van het bebouwde oppervlak, met dien verstande dat de maximale bedrijfsoppervlakte na uitbreiding niet groter is dan 375 m2. Daarnaast kan een grotere uitbreiding worden toegestaan, indien deze uitbreiding in overeenstemming is met een door Gedeputeerde Staten geaccordeerd regionaal beleidskader. In afwijking van deze regels, kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van de verordening voor een ontwikkeling waarvan is aangetoond dat deze redelijkerwijs niet gerealiseerd kan worden binnen een gebied waar verdergaande verstedelijking is toegestaan en indien deze ontwikkeling bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit.
In de bestaande situatie is al een meervoud van de maximaal toegestane oppervlakte van 375 m2bebouwd oppervlak op de locatie aanwezig. De ontwikkeling past niet binnen reguliere provinciale beleidskaders. Om de ontwikkeling planologisch mogelijk te kunnen maken, moet door Gedeputeerde Staten ontheffing verleend worden van de Ruimtelijke Verordening Gelderland.