direct naar inhoud van Artikel 6 Woongebied
Plan: Hofstraatbuurt Wilp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.8102-VS00

Artikel 6 Woongebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven;
  • b. bed & breakfast;
  • c. wegen met een functie voor de ontsluiting van aanliggende gronden, met daarbij inbegrepen, voet- en fietspaden, bermen, bruggen en dergelijke;
  • d. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • e. speel- en groenvoorzieningen;
  • f. autoboxen;
  • g. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. bij deze bestemming horende voorzieningen zoals groen, paden en verhardingen.

6.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen hoofdgebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. het aantal woningen bedraagt maximaal het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de goot- en bouwhoogte maximaal de aangegeven hoogten in meters bedragen.

  • b. Op deze gronden mogen overige gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. overige gebouwen dienen minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
    • 2. de goothoogte van overige gebouwen mag maximaal 3 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van overige gebouwen mag maximaal 5 m bedragen;
    • 4. de gezamenlijke oppervlakte van overige gebouwen per hoofdgebouw mag maximaal 50 m² bedragen en het bebouwingspercentage mag maximaal 50% van het bouwperceel bedragen;
    • 5. in afwijking van het bepaalde onder 1 is op de gronden gelegen vóór de voorgevel een erker en/of entreepartij toegestaan, met dien verstande dat:
      • de horizontale diepte niet meer mag bedragen dan 1 m;
      • de breedte niet meer mag bedragen dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
      • de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
      • de afstand van de voorzijde van de erker of entreepartij tot het openbare gebied ten minste 2,5 m dient te bedragen.

  • c. Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen met dien verstande dat op de gronden gelegen vóór de voorgevel de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 1 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van speeltoestellen mag maximaal 4,5 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van overige, andere bouwwerken, mag maximaal 3 m bedragen;
    • 5. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken mag per hoofdgebouw maximaal 20 m² bedragen.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het uitoefenen van aan huis verbonden beroepen en/of aan huis verbonden bedrijven mag gezamenlijk maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en 100% van de vloeroppervlakte van de overige gebouwen worden gebruikt met een gezamenlijk maximum van 50 m² bedrijfsvloeroppervlakte, met dien verstande, dat:

  • a. het gebruik niet leidt tot belemmeringen voor de omliggende functies;
  • b. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien;
  • c. de activiteiten geen detailhandel betreffen, uitgezonderd verkoop via internet;
  • d. het beroep en het bedrijf uitsluitend door de bewoner(s) wordt uitgeoefend;
  • e. de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf uitsluitend is toegestaan indien het een bedrijf betreft dat is opgenomen in categorie 1 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten.

6.4 Ontheffing van de gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.3 onder e voor de vestiging van:
    • 1. aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten of,
    • 2. aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2;
      mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1 zoals die zijn genoemd in de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. voor een besluit tot ontheffing geldt de in artikel 12 lid 12.1 vermelde voorbereidingsprocedure.