Plan: | Bestemmingsplan Dalkweg 8 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.3102-VS00 |
Bij het opstellen van het inrichtingsplan speelt de 4-lagen benadering een belangrijke rol. Uitgaande van een oorspronkelijk boerenerf kunnen vier beplantingslagen worden onderscheiden. Aangezien ieder beplantingselement op het boerenbedrijf een functie kende waren vrijwel altijd vier beplantingslagen op een erf aanwezig. Het zijn met name deze lagen die de uitstraling van het erf bepalen. Daarom is het belangrijk bij een erfinrichting er voor te zorgen dat alle lagen evenwichtig vertegenwoordigd zijn. De vier lagen vervullen naast de esthetische rol ook een belangrijke ecologische rol. Variatie is daarbij van essentieel belang.
Alle beplantingselementen die tezamen de vier lagen vormen dragen bij aan de variatie op het erf.
Daarnaast is het belangrijk om variatie ook tot uiting te laten komen in:
Om de vier beplantingslagen zichtbaar te maken zijn diverse begroeiingsvormen op en rondom het erf toegepast. Het gaat om knip- en scheerhagen (1e laag), struweelhagen (2e laag), hoogstamfruitbomen en vogelbosjes (3e laag) en solitaire bomen (4e laag).
In de bestaande voortuin wordt de coniferenhaag aan de zijkant vervangen door een beukenhaag. Door het aanbrengen van de beukenhaag wordt niet alleen de tuin beter begrensd, maar wordt ook het aanzicht van de boerderij versterkt. Ten oosten van de boerderij wordt een boomgaard aangelegd, deze wordt begrensd door een meidoornhaag en bevindt zich op bloemrijk grasland. Ten noorden van deze boomgaard, ten oosten van de nieuwe hooiberg wordt een vogelbosje aangeplant. Ten noorden van de nieuwe woning wordt eveneens een boomgaard aangeplant, de ondergrond bestaat ook hier uit bloemrijk grasland.
Een nieuwe houtsingel refereert naar de historische situatie waarbij de bij het erf behorende gras- en akkerland nagenoeg omsloten werd door een houtsingel. Omdat het volledig tergubrengen van deze houtsingel gewenste doorzichten naar het omliggende landschap blokkeert en ten oosten deze houtsingel een belemmmering zou vormen voor naastliggend akkerland, is gekozen voor het deels terugbrengen van deze houtsingel aan de noordzijde. De twee solitaire vormen op de oostgrens en de bomenrij ten zuiden langs de Dalkweg marekeren de lijn van de ooorspronkelijke houtsingel. Binnen de kavelgrens wordt het landschap niet beplant, het landschap is altijd open geweest ten behoeve van gras- en akkerland.