direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Weteringse Broek, Ganzevlesweg 12 e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20169-VS00

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. gebouwen en bouwwerken ten dienste van het wonen;
  • c. het herstel en de bescherming van cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • d. aan huis verbonden beroepen en/of aan huis verbonden bedrijven welke zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de in bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten' met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 100 m2 aan bebouwing per bouwperceel mag worden gebruikt;
    • 2. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage niet zijn toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van desbetreffende bijlage;
    • 3. opslag van risicovolle onderdelen niet is toegestaan;
    • 4. de activiteit niet leidt tot belemmeringen voor de omliggende functies;
    • 5. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 6. ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bestemmingsvlak Wonen;
  • e. bed & breakfast, uitsluitend in een woning, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 3 kamers mogen worden gebruikt met een maximum van 8 slaapplaatsen per woning;
    • 2. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 3. ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bestemmingsvlak;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige agrarisch erf': nevenfuncties op het gebied van dagrecreatie, verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten, ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij), kano-, boot- en/of fietsenverhuur, theeschenkerij en ijssalon waarbij parkeren ten behoeve van deze functies binnen het bestemmingsvlak plaatsvindt;
  • g. hobbymatig agrarisch medegebruik;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. bij deze bestemming horende voorzieningen zoals tuinen, erven, paden, verhardingen, water en parkeerplaatsen.
7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen een bouwvlak gebouwd;
  • b. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan, tenzij anders is aangegeven door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' dienen de woningen aaneengebouwd te worden;
  • d. voor het overige geldt voor woningen het volgende:

afbeelding "i_NL.IMRO.0285.20169-VS00_0018.png"

  • e. overige gebouwen worden vrijstaand gebouwd op minimaal 5 meter achter - het verlengde van - de voorgevel van de woning;
  • f. voor het overige geldt voor overige gebouwen het volgende:

afbeelding "i_NL.IMRO.0285.20169-VS00_0019.png"

7.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt maximaal 3 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 20 m2 per bouwperceel.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 a en toestaan dat gebouwen (deels) buiten een bouwvlak worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

  • a. met een erfinrichtingsplan wordt aangetoond dat sprake is van een goede landschappelijke en cultuurhistorische inpassing;
  • b. de regels als genoemd bij 7.2.1 b tot en met f zijn van toepassing;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige agrarisch erf' mag de bouwgrens met maximaal 1 m worden overschreden. .
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Voorwaardelijke verplichting

Bouwwerken mogen overeenkomstig de in lid 7.1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen 3 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan uitvoering is gegeven aan de aanleg en instandhouding van de erfinrichtings- en landschapsmaatregelen conform het in bijlage 1 van deze regels opgenomen 'Beeldkwaliteitsplan Weteringse Broek', teneinde te komen tot een goede landschappelijke en cultuurhistorische inpassing.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 7.1 voor de vestiging van aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of,
  • b. lid 7.1 voor de vestiging van aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2 mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1 zoals die zijn genoemd in bijlage 2 bij deze regels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
  • c. lid 7.1 onder f ten behoeve van het toestaan van één of meer nevenfuncties ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige agrarisch erf' anders dan bij recht toegestane nevenfuncties, met inachtneming van het volgende:
    • 1. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 2. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
    • 3. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
    • 4. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
    • 5. parkeren dient binnen het bestemmingsvlak plaats te vinden;
    • 6. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit;
    • 7. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit.
  • d. lid 7.4.1 indien in plaats van de landschapsmaatregelen uit bijlage 1 andere landschapsmaatregelen worden getroffen, die voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in bijlage 1 genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald. Ten behoeve van de bescherming van landschappelijke en/of natuurwaarden kunnen aan deze afwijking voorschriften worden verbonden;
  • e. lid 7.4.1 ten behoeve van uitstel van de termijn waarbij het bevoegd gezag voorwaarden kan stellen.