direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschap
Plan: Weteringse Broek, Ganzevlesweg 12 e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20169-VS00

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de versterking van de in het gebied aanwezige landschappelijke waarden zoals volgt uit de aanwezigheid van karakteristieke beplantingen zoals heggen, wegbeplantingen, erfbeplantingen, bosjes en hoogstamboomgaarden;
  • b. agrarische doeleinden;
  • c. agrarisch natuurbeheer;
  • d. hobbymatig agrarisch gebruik;
  • e. onverharde paden ten dienste van de bestemming;
  • f. extensief recreatief en/of educatief medegebruik.

met daarbijbehorende:

  • g. bij deze bestemming behorende ontsluitingswegen, water, bestaande voet-, fiets- en/of ruiterpaden, nutsvoorzieningen en kabels en leidingen.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden zijn uitsluitend terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 1 m toegestaan.

3.3 Afwijken van gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 om bosbouw toe te staan op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschap - hakhoutbosje' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  • b. de omschakeling naar bosbouw dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • c. de omschakeling naar bosbouw mag geen belemmeringen opleveren voor het luchtvaartverkeer;
  • d. de bestaande landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het aanleggen en/of verharden van wegen, voet-, fiets- en/of ruiterpaden alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • d. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • e. het aanleggen van bovengrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
3.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • b. die normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • d. die worden uitgevoerd krachtens een in het kader van de Natuurbeschermingswet vastgesteld beheerplan;
  • e. die worden uitgevoerd krachtens het 'Beeldkwaliteitsplan Weteringse Broek', zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels en die werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die voor de uitvoering van dit plan noodzakelijk zijn.
3.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.