Plan: | Klarenbeekseweg 29, Voorst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20167-VS00 |
Bij de inrichting van het erf en de tuinen staat het handhaven en versterken van het huidige sfeervolle en informele karakter voorop. Dit betekent dat de ingrepen beperkt kunnen blijven. Het erf wordt verhard met een halfverharding, in leem gestabiliseerd grind of puingranulaat, overgaand in gebakken klinkers aansluitend op de bebouwing. De nieuwe woningen hebben een vrij uitzicht in westelijke richting. Aan de westzijde grenzen de privétuinen aan open weilanden, afgeschermd middels een eenvoudig raster bestaand uit afrasteringspalen met draad met een maximum hoogte van 1.25 m. Ter onderbreking worden hier kastanjebomen, noot- en fruitbomen aangeplant.
Langs de weg (noordelijke begrenzing) wordt een boomgaard aangelegd. Uitgaande van de oppervlakte van ca. 400 m2 en de aanplant van appel- en perenbomen zullen dit 11 bomen betreffen. Door aanleg van deze boomgaard wordt de eenheid hersteld met de boomgaard bij boerderij (De Kolke) aan de overkant. De bestaande haag langs de weg blijft bestaan en doorgetrokken langs de boomgaard, met een haag bestaand uit haagbeuk en veldesdoorn (gemengd).
De oostelijke begrenzing blijft bestaan, de aanwezige moestuin in de zuidoosthoek van het plangebied wordt omzoomd met een haag bestaand uit haagbeuk/beuk. Op het erf wordt middels aanplant van een lindeboom het oorspronkelijke viertal weer hersteld. Tussen de kapschuur en bestaande boerderij, ter plaatse van het bakhuis, wordt een appelboom aangeplant. Oostelijk van de kapschuur wordt een notenboom geplant. Aan de zuidoostzijde van de kapschuur wordt een eikenboom geplant. Het erf wordt niet afgesloten met hekken. Alle afrasteringen bestaan uit eenvoudige palen met draad (glad/puntdraad) met een hoogte van ca. 1.25 m. De boomgaard aan de noordzijde is bereikbaar via het erf.
Bij beide nieuwe woningen is plaats voor een siertuin. Deze tuinen zullen door de toekomstige bewoner(s) worden ingericht met inheemse beplanting als boerenjasmijn, seringen, bessen, hortensia, stokrozen, pioenen en akelei. Het in te zaaien gazon aan de westzijde van de nieuwe woningen zorgt voor een geleidelijke overgang naar het open landschap .
Op de inrichtingsschets (figuur 6) zijn naast de nieuwe beplanting tevens alle bestaande, te behouden bomen en hagen aangegeven. Alle bestaande beplanting die niet op deze schets is aangegeven, wordt verwijderd. Bij vervanging van de bestaande te behouden bomen, wordt gekozen voor bomen van dezelfde soort. Voor de bestaande haag geldt dat deze te zijner tijd wordt vervangen door een haag van veldesdoorn of haagbeuk (zoals nieuw wordt aangeplant).
Het uitgebreide beplantingsplan en de beheersmaatregelen behorende bij dit plan zijn te vinden in het functieveranderingsplan dat in bijlage 2 van de regels is opgenomen.