direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden
Plan: Leusvelderweg 4a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20164-VS00

Artikel 3 Agrarisch met waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de versterking van de in het gebied aanwezige landschappelijke waarden;
  • b. het behoud en de ontwikkeling van de ecologische waarden;
  • c. agrarisch natuurbeheer;
  • d. hobbymatig agrarisch gebruik;
  • e. onverharde paden ten dienste van de bestemming;
  • f. extensief recreatief en/of educatief medegebruik.

met daarbijbehorende:

  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden zijn gebouwen en andere bouwwerken niet toegestaan uitgezonderd afrasteringen tot een hoogte van 1 m.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en verharden van wegen, voet-, fiets- en/of ruiterpaden alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het vellen, rooien of beschadigen van houtopstanden, voor zover het beplanting betreft die niet in de gemeentelijke kapverordening of de Boswet is geregeld, zoals deze regelingen luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan;
  • c. het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet.

3.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • b. die normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. waarvoor een vergunning is verreist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • d. die worden uitgevoerd krachtens een in het kader van de Natuurbeschermingswet vastgesteld beheerplan.
3.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.