Plan: | Uitbreiding B.B.A. pompen en buizen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20163-VS00 |
Uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied is op basis van diverse ruimtelijke beleidskaders beperkt tot uitbreiding met 20% van de bebouwde oppervlakte, met een maximale totale oppervlakte van 375 m2. Een grotere uitbreiding kan slechts worden toegestaan als sprake is van een ontwikkeling die redelijkerwijs niet kan worden gerealiseerd binnen specifiek aangewezen gebieden voor wonen en werken en indien de ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In dit geval is geen sprake van toename van de bebouwde oppervlakte. Niettemin is sprake van een forse ingreep in het landschap voor een functie die geen directe binding heeft met het buitengebied. Voor een dergelijke uitbreiding geldt in beginsel een gelijke afweging.
Noodzaak
Een optimale beschikbaarheid van producten is voor B.B.A. Pompen en Buizen steeds meer een kritische succes factor geworden. De markten waarop het bedrijf zich begeeft kenmerkten zich altijd al als dynamisch met een verwachting van korte levertijden en het inspelen op weersinvloeden. Dit kenmerk is steeds meer bepalend geworden voor het slagen als onderneming in deze markten. Gevraagde en geëiste responstijden zijn gereduceerd van zes tot twaalf weken naar enkele dagen (pompen) tot enkele uren (leidingwerk en koppelingen). Dit vergt aanpassing van de gehele organisatie om met de markt mee te kunnen veranderen. Er is blijvend geïnvesteerd in de locatie om een optimale efficiency binnen bestaande gebouwen en terreinen te laten plaatsvinden. Ten behoeve van de efficiency is het voor het bedrijf noodzakelijk ook over extra opslag- en manoeuvreerruimte te beschikken. Aan- en afvoerbewegingen kunnen door herinrichting van het terrein in aantal worden teruggedrongen (de productie kan meer voorraad gestuurd worden en er kan meer ineens geleverd worden in plaats van deelleveringen) en plaatsvinden op eigen perceel. In de huidige situatie vinden manoeuvreerbewegingen veelal plaats op of direct grenzend aan de openbare ruimte, met kans op verkeersonveilige situaties. Door de extra ruimte wordt de bereikbaarheid van materialen bovendien beter, waardoor logistieke bewegingen op het perceel kunnen worden gereduceerd. Door groei van het bedrijf is noodzaak ontstaan tot realiseren van extra parkeerruimte. Mede gezien de al te beperkte ruimte op het bestaande terrein voor een goede stroomlijning van de bedrijfsactiviteiten, is deze extra ruimte niet aanwezig binnen de huidige bestemde oppervlakte.
Verplaatsingsmogelijkheden
Het bedrijf heeft op de huidige locatie een zodanig volume, dat verplaatsing naar een bedrijventerrein uit financieel oogpunt niet mogelijk is. Er is blijvend geïnvesteerd in de locatie en opstallen. Zeker in de huidige economische tijden is het niet realistisch volledige nieuwvestiging op een andere locatie te bewerkstelligen, waar uitbreiding met extra opslagterrein volgens onderliggend plan relatief weinig kosten met zich meebrengt. De huidige locatie is gezien de ligging nabij de op- en afrit van de rijksweg A1 goed bereikbaar. Een nieuwe locatie zal daarbij al snel een achteruitgang voor het bedrijf betekenen. Binnen de gemeente Voorst zijn geen (hervestigings)locaties aanwezig die kunnen voorzien in de benodigde ruimtevraag.
Ruimtelijke situatie
De directe omgeving van het bedrijfsperceel wordt gekenmerkt door een divers karakter. In de nabijheid bevindt zich rijksweg A1 en de afslag Voorst, waarbij sprake is van relatief veel bedrijvigheid, waaronder het grootschalige Bredenoord aan de noordzijde van de Zutphensestraat. Ook verderop wisselen bedrijven, agrarische percelen en woningen zich af. Dat in een omgeving met afwisseling van open ruimten en met bomen omzoomde kavels. Het opslagterrein wordt van de omgeving afgeschermd door de aanleg van houtsingels. Het gaat hier niet alleen om zogenaamd schaamgroen. De nieuwe singel aan de west- en zuidzijde heeft een breedte van 14 meter en is een lijnvorming element die de bestaande houtsingels verbindt met de beplanting ten oosten van het terrein bij 'De Kar'. Door deze verbinding wordt een robuuste groenstructuur gerealiseerd die bijdraagt aan de verdichting van het bebouwde en verrommelde landschap. De singel draagt zodoende bij aan een groen casco, zoals ook gewenst is vanuit het LOP. Met initiatiefnemer is een overeenkomst gesloten over aanleg en beheer van de groenstrook, om zorg te dragen voor een juist onderhoud. Aan de oostzijde wordt de bestaande groensingel aangepast en worden verkeersbewegingen naar parkeerruimte aan de binnenzijde van de groenstructuur gelegd. Dit kan overigens plaatsvinden binnen de bestaande bestemmingen en valt daarmee buiten het plangebied. Wel bestaat ruimtelijke samenhang met het uitbreidingsplan. Het landschapsplan voorziet in aanplant van gebiedseigen en inheemse soorten en bestaat zowel uit boomvormers als onderbegroeiing voor een robuust geheel. In de regel geeft buitenopslag een rommelig aanzien. Gezien een beperkte stapelhoogte van 4 meter voor de buitenopslag, zal de opslag in dit geval volledig wegvallen achter de groenstrook. Ook het bestaande terrein wordt hiermee beter ingepast, gezien vanaf de zuidkant van het perceel. Het plan draagt gezien bovenstaande per saldo bij aan een verbetering van de landschappelijke situatie en de ruimtelijke kwaliteit.
Samengevat leidt het uitbreidingsplan, mede gezien de landschappelijke inpassing, de noodzaak tot uitbreiding, de onmogelijkheid tot bedrijfsverplaatsing en het gegeven dat geen sprake is van toename van het bebouwde oppervlak, niet tot strijdigheid met de diverse ruimtelijke beleidskaders. Uit voorgaande hoofdstukken zijn geen belemmeringen tegen het plan naar voren gekomen. Om deze redenen bestaan geen ruimtelijke bezwaren tegen het plan.