direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Uitbreiding B.B.A. pompen en buizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20163-VS00

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vervaardigen van machines en apparaten', tevens bedrijfsactiviteiten ten behoeve van het vervaardigen van machines en apparaten':

alsmede voor:

  • c. openbare nutsvoorzieningen;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, tuinen, erven, verhardingen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en water.
3.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten en kunstobjecten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 4 m;
  • d. het bouwen van overkappingen is niet toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • c. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • d. zelfstandige kantoren, detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;
  • e. buitenopslag met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorie, zoals in lid 3.1 onder a genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 onder a genoemd.