Plan: | Kadijk 24 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20161-VS01 |
Bij de inrichting van het erf en de tuinen staat het handhaven en versterken van het huidige sfeervolle en informele karakter voorop. Dit betekent dat de ingrepen beperkt kunnen blijven.
De verharding van het erf bestaat uit halfverharding (gebroken puin). Alleen rondom de boerderij worden gedeelten verhard met gebakken klinkers. Dit zijn de plekken die gebruikt worden als loopruimte rondom de boerderij en als terras.
De bestaande siertuinen bij de boerderij worden aangepast. De schuttingen worden vervangen door beukenhagen en er komt een klein boerentuintje (een plantvak) voor het huis te liggen. Deze voortuin is beeldbepalend voor de boerderij. De tuin aan de westzijde van de boerderij daarentegen wordt door de nieuwe hogere veldesdoornhagen geheel aan het oog onttrokken. De bestaande beukenhaag langs het weiland en de voortuin aan de zijde van de Kadijk blijft gehandhaafd. De nieuwe woning krijgt geen siertuin. Om het karakter van de schuurwoning te versterken lopen gras en verharding door tot aan de gevels. Aan de noordzijde wordt een terras aangelegd van gebakken klinkers.
De bewoners parkeren hun auto’s in het nieuwe bijgebouw en achter de hooiberg. Voor bezoekers is er voldoende ruimte op het erf om de auto nabij de gebouwen te parkeren.
De weilandjes rondom het erf behouden het huidige gebruik (beweiden en maaien). Afrasteringen bestaan uit stevige palen (eiken- of kanstanjehout) met draad of gaas. Het traditionele beeld blijft hierdoor gehandhaafd. Aan de noordzijde van het perceel wordt een nieuwe sloot gegraven. De noord- en oostzijde van het perceel wordt ingeplant met zwarte elzen. Het meest oostelijke deel van het perceel wordt omgevormd naar natuur met bloemrijk grasland, moeras en een poel. De poel wordt aangelegd op een lage en natte plek in het weiland.
Langs de noord- en oostzijde van het perceel wordt een transparante rij Zwarte els (Alnus glutinosa) aangeplant. De bomen staan op een relatief grote afstand (minimaal 8 meter) van elkaar. Plaatselijk worden grotere openingen in de rij opgenomen om doorzichten te behouden. Het oostelijke deel van het perceel is in het verleden in gebruik geweest als “twijgwaard” (wilgentenenteelt). Dit gedeelte van het weiland wordt omgevormd tot een moeraszone met een poel, struweel en enkele bomen (Zwarte els, zomereik).
Figuur 10 - Het beplantingsplan
Het uitgebreide beplantingsplan en de beheersmaatregelen behorende bij dit plan zijn te vinden in het functieveranderingsplan dat in bijlage 2 van de regels is opgenomen.