direct naar inhoud van 4.6 Civieltechnische aspecten
Plan: Woudweg 10
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20159-VS00

4.6 Civieltechnische aspecten

4.6.1 Parkeren

Voor de ontwikkeling moet voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen perceel. Op het erf wordt rondom de bestaande mestsilo voorzien in 32 parkeerplekken. Als globaal uitgangspunt hanteert de gemeente dat per paardenbox 0,5 parkeerplaats aanwezig is. Doelstelling is circa 80 paarden/pony's op het perceel te houden, waarvan circa 20 dieren in opfok. Met 32 plaatsen voor 60 paardenboxen voor pensionstalling wordt aan gestelde norm voldaan. Op eigen terrein is naast parkeergelegenheid voldoende keermogelijkheid voor bezoekers.

4.6.2 Ontsluiting plangebied

Ontsluiting van het perceel vindt via de bestaande inrit plaats op de Woudweg. In het verleden werd deze al gebruikt voor het agrarische bedrijf en later ook voor de nevenactiviteit pensionstalling. De bedrijfswoning kent een eigen ontsluiting. De inrit ligt in een bocht. In principe is hier voldoende zicht. Eigenaar dient ervoor zorg te dragen dat door onderhoud van groen zicht vanaf de inrit op de weg en vice versa behouden blijft. De maximaal toegestane snelheid op de Woudweg is enige tijd geleden verlaagd van 80 km/uur naar 60 km/uur. Voor ontsluiting van verkeer van en naar de locatie is dit met oog op verkeersveiligheid een gunstige ontwikkeling. Via de Woudweg wordt verkeer ontsloten via de Holthoevensestraat.

4.6.3 Leidingen

Rond het plangebied zijn geen kabelleidingen, brandstoftransportleidingen of straalpaden aanwezig die enige invloed op het plan hebben.

4.6.4 Watertoets

Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Via de digitale watertoets (www.dewatertoets.nl) is beoordeeld welke waterthema's in het plan relevant zijn.

Onderliggend plan heeft slechts een wijziging van de functie van de bestaande bebouwing en het bestaande erf tot doel. De feitelijke bebouwde en verharde situatie verandert niet. Om deze redenen zijn geen nadelige effecten te verwachten op de waterhuishouding. Er worden met het plan geen waterhuishoudkundige maatregelen genomen. Het wateradvies bij deze procedure luidt: 'geen belang'.

Mocht in de toekomst eventuele vervangende nieuwbouw plaatsvinden op het perceel, dan dient regenwater van dakvlakken en verhardingen afgekoppeld te worden van de riolering en op eigen terrein geborgen te worden.

In samenhang met de planvorming is ook een landschappelijk inpassingsplan opgesteld, dat betrekking heeft op gronden die ten westen en noorden van het plangebied liggen en vrijwel geheel buiten de contouren van dit bestemmingsplan vallen. Uitvoering van het inpassingsplan past binnen de geldende bestemmingsplannen "Buitengebied 1996" (gemeente Voorst) en "Broekland Woudhuis" (gemeente Apeldoorn). Een deel van het landschapsplan dient uitgevoerd te worden binnen de Keurzone van de A-watergang die ten westen van het plangebied ligt. Voor uitvoering van de werkzaamheden binnen deze zone is een watergunning nodig van Waterschap Veluwe. Hierover is vroegtijdig overleg gevoerd met het waterschap. De watergang wordt middels een smalspoor onderhouden. De benodigde ruimte voor machines bedraagt 1,75 meter. In verband met groei van aan te planten bomen, dienen deze bomen op ten minste 3,75 meter uit de insteek van de watergang te worden geplant. In dat geval worden op voorhand geen belemmeringen verwacht tegen het verlenen van de vergunning. Initiatiefnemer zal de watervergunning afzonderlijk van de bestemmingsplanprocedure aanvragen bij Waterschap Veluwe.