direct naar inhoud van Artikel 3 Recreatie - Kampeerterrein
Plan: De Adelaar
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20145-VS00

Artikel 3 Recreatie - Kampeerterrein

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een kampeerterrein voor maximaal 50 seizoensgebonden standplaatsen;
  • b. groepsaccommodatie, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 1 pand hiervoor ingericht wordt met een maximum van 25 slaapplaatsen;
    • 2. de activiteit geen nadelige gevolgen heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 3. ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • c. bed & breakfast, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 3 kamers per woning mogen worden gebruikt met een maximum van 8 slaapplaatsen;
    • 2. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 3. ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. de uitoefening van een agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij;
  • e. bij de bestemming horende bedrijfswoning;
  • f. aan huis verbonden beroepen en/of aan huis verbonden bedrijven welke zijn genoemd in categorie 1 van de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', met dien verstande dat:
    • 1. gezamenlijk maximaal 100 m2 van de vloeroppervlakte van de woning en overige bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt;
    • 2. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 3. ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • g. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in het relief, de openheid en de ligging ten opzichte van omliggende natuur en omliggende landgoederen;
  • h. verkoop van streekeigen agrarische producten;
  • i. horeca-activiteiten, enkel ten behoeve van het kampeerterrein en die worden genoemd in categorie 1 van de bij dit plan behorende 'Staat van Horeca-activiteiten';
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein ten behoeve van het kampeerterrein;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaats': uitsluitend camperstandplaatsen;
  • l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestvoorzieningen, erven, groen, verhardingen, parkeervoorzieningen, water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. openbare nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    • 2. de maximale goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning mag respectievelijk 4 en 10 m bedragen.
    • 3. de maximale goot- en bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen mag respectievelijk 6 en 12 m bedragen;
    • 4. het aantal bedrijfswoningen mag maximaal 1 bedragen;
    • 5. de inhoud van een bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen;
  • b. Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van lichtmasten, hooibergen, vlaggenmasten en kunstobjecten mag maximaal 8 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van silo's mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van speeltoestellen mag maximaal 4,5 m bedragen;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken mag per hoofdgebouw maximaal 20 m² bedragen;
  • f. indien bestaande afstanden, hoogten, oppervlakten en aantallen meer bedragen dan in de bestemmingsregels is aangegeven dan zijn de bestaande afstanden, hoogten, oppervlakten, en aantallen eveneens toegestaan.

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 3.1 voor de vestiging van:

  • a. aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in categorie 1 van de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' of,
  • b. aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2;

mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1 zoals die zijn genoemd in de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten'.