Plan: | Bestemmingplan Middendijk 85 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20143-VS00 |
Sinds 2002 is het verplicht bij vaststelling van een nieuw bestemmingsplan het proces van de watertoets te doorlopen en de resultaten hiervan in het bestemmingsplan op te nemen. Over de waterparagraaf is door initiatiefnemer vooraf overleg gevoerd met het Waterschap Veluwe.
Algemeen
Het plangebied ligt in het buitengebied in het noorden van de gemeente Voorst, tussen de Veluwsedijk en Middendijk, pal ten westen van de Nijbroekse Wetering. De Nijbroekse Wetering is een A-watergang van het Waterschap Veluwe. Langs de Nijbroekse Wetering ligt een natte ecologische verbindingszone. Het gebied aan de westzijde van de Middendijk is aangeduid als ernstig verdroogde natte landnatuur. Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied. Op de waterkansenkaart van de provincie Gelderland is de planlocatie aangeduid als geschikt en voor de waterkansenkaart klimaat 2050 als neutraal. De grondwaterstand in het plangebied kan volgens de literatuur tot circa 40-80 cm onder maaiveld worden aangetroffen en als matig kwel worden geclassificeerd. Uit peilbuisgegevens van de meest nabijgelegen TNO peilbuis blijkt dat de grondwaterstand met circa 1,5 meter fluctueert. De ondiepe bodemopbouw bestaat volgens een boring direct ten westen van de Middendijk uit een kleilaag van circa 0,5 m met daaronder tot 4 m beneden maaiveld een zandpakket bestaande uit fijn tot grof zand. Een dwarsdoorsnede uit Regis laat zien dat onder de deklaag een dunne watervoerende laag aanwezig is tot circa 10 m beneden maaiveld. Daaronder bevindt zich een scheidende laag van klei met een dikte van circa 5 meter. Met realisatie van de pluimveestal vindt toename van het verharde oppervlakte plaats met circa 2300 m². Het regenwater dat op de stal en aangrenzende verhardingen valt moet worden geborgen in een bergende voorziening. De effecten die de uitbreiding heeft op de verschillende wateraspecten worden hieronder beschreven aan de hand van de thema's uit de handreiking watertoets deel III.
Wateroverlast
Door de uitbreiding van het verhard oppervlak komt de neerslag versneld tot afstroming. Om wateroverlast in lagergelegen gebieden te voorkomen moet het afstromende hemelwater worden vastgehouden en/of geborgen volgens de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Het hemelwater van de bestaande bebouwing wordt rechtsreeks afgevoerd op de Nijbroekse Wetering. Hiervoor is een vergunning op grond van de Wvo van het waterschap verkregen. Het hemelwater afkomstig van de nieuw te realiseren stal zal via een bergende voorziening worden aangesloten op de bestaande afvoer van het hemelwater en worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Voor het lozen van het hemelwater afkomstig van de nieuwe stallen zal een watervergunning op grond van de Keur Waterschap Veluwe 2009 worden aangevraagd.
Grondwateroverlast
De grondwaterstanden uit de meest nabijgelegen peilbuizen laten een fluctuatie zien van circa 1,5 meter. De hoogste grondwaterstanden komen op basis van de grondwatertrappenkaart en de peilbuisgegevens voor tot circa 0,4 meter beneden maaiveld. In de huidige situatie wordt echter geen grondwateroverlast ervaren. De nieuw te realiseren stal krijgt geen kelder. Grondwateroverlast wordt daarom niet verwacht.
Grond- en oppervlaktewater kwaliteit
De toepassing van uitloogbare bouwmaterialen zal worden vermeden en er zal gebruik worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen volgens de uitgangspunten zoals onder andere vastgelegd in de Nationale Pakketten Duurzame Stedenbouw en Duurzaam Bouwen. Het hemelwater stroomt van de daken middels buizen via een bergende voorziening naar het oppervlaktewater.
Verdroging
Het plangebied is niet aangeduid als verdroogd gebied. Door de aanleg van het extra verhard oppervlak zal minder neerslag ten goede komen aan het grondwater. Het gebied aan de westzijde van de Middendijk is wel aangeduid als ernstig verdroogde natte landnatuur. Omdat tussen het plangebied en de verdroogde natte landnatuur twee A-watergangen van het waterschap liggen, wordt beïnvloeding van de grondwaterstanden ter plaatse van de natte landnatuur niet verwacht.
Riolering
De uitbreiding met een nieuw te bouwen stal krijgt geen aansluiting op de riolering. Het hemelwater zal worden afgevoerd naar een 'bergingssloot' op de grens van het eigendom. De huidige rioleringssituatie blijft ongewijzigd.
Veiligheid
Binnen het plangebied liggen geen waterkeringen.
Watervoorziening
Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied. De A-watergang langs de westzijde van het plangebied blijft ongewijzigd.
Bodemdaling
De grondwaterstanden in het plangebied worden niet gewijzigd. Risico op bodemdaling is derhalve niet aanwezig.