direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Landschap
Plan: Bestemmingplan Middendijk 85
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20143-VS00

Artikel 6 Waarde - Landschap

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:

  • a. het behoud, de bescherming, het herstel en/of de versterking van de in het gebied aanwezige landschappelijke waarden in de vorm van:
    • 1. de openheid van onbebouwde waardevolle open gebieden in de vorm van graslanden, doorsneden door lange noord-zuidlopende weteringen;
    • 2. vrij uitzicht vanaf de IJsseldijk over het binnendijkse landschap en de rivier met uiterwaarden
    • 3. karakteristieke beplantingen zoals heggen, wegbeplantingen, erfbeplantingen, bosjes en hoogstamboomgaarden;
    • 4. waardevolle beken en weteringen;
    • 5. rust, ruimte en donkerte;
  • b. het behoud en de ontwikkeling van de ecologische waarden, tot uitdrukking komende in:
    • 1. de landschappelijke verwevenheid van natuur, bos en landschapselementen met cultuurgronden;
    • 2. het areaal en kwaliteit van natuur, bos en landschapselementen en gebieden die aangewezen zijn voor nieuwe natuur en agrarisch natuurbeheer;
    • 3. de specifieke verbindingsdoelstellingen voor de ecologische verbindingszone;
    • 4. de natuurlijke morfologie, waterkwaliteit, watervoering en verbondenheid met het landschap van de HEN-wateren (water van het Hoogste Ecologische Niveau):

met dien verstande dat:

  • c. bij de ontwikkelingen zoals mogelijk gemaakt in artikel 3.2.1, 3.2.2, 3.4.1, 3.4.2, 3.4.3, 3.4.4, 3.4.5, de waarden onder a en b niet onevenredig mogenworden aangetast.

6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.2.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Landschap zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen, of de werkzaamheden uit te voeren zoals opgenomen in tabel 6.1.

Tabel 6.1

  werken en werkzaamheden  
  1   2   3   5  
landschaps-
waarde  
het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van overvegetaties   het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage   het aanleggen van bovengrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur   het dempen van sloten, vijvers en andere wateren  
openheid   A   A   A   A  
ontginningspatroon en ontginningsassen   A   A   A   A  
karakteristieke kavelpaden   A   A   A   R  
onverharde ontginningswegen   A   A   A   R  
karakteristieke beplantingen   A   A   A   R  
waardevolle beken en weteringen   A   A   A   A  

A = omgevingsvergunning noodzakelijk

R = rechtstreeks toelaatbaar, geen omgevingsvergunning

6.2.2 uitzondering op het uitvoeringsverbod

Het verbod van 6.2.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, dan wel worden uitgevoerd ter realisering van een bouwvergunning of omgevingsvergunning;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de primaire bestemming;
  • c. plaatsvinden op gronden gelegen binnen het bouwvlak;
  • d. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • e. worden uitgevoerd krachtens een in het kader van de Natuurbeschermingswet vastgesteld beheersplan.

6.2.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.2.1 zijn slechts toelaarbaar, indien daardoor de agrarische, landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurlijke waarden en/of aangrenzende natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.