Plan: | Derde herziening De Schaker Twello |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.171048-VS00 |
Op 26 maart 2012 is het bestemmingsplan De Schaker Twello vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om circa 320 woningen te realiseren aan de oostzijde van Twello. Het gaat om drie verschillende bebouwingsgebieden, globaal gelegen ten oosten en zuiden van de wijk Achter 't Holthuis, ten noorden van de Voordersteeg en ten westen van De Fliert.
Bij uitvoering van de eerste fase van De Schaker - bestaande uit plangebied Holthuis-Oost en een deel van de Voordersteeg - is het bestemmingsplan aangepast om in te kunnen spelen op punten waar in de praktijk tegenaan gelopen werd. Om deze reden is het bestemmingsplan Eerste herziening De Schaker Twello in procedure gebracht, dat op 27 januari 2014 door de raad is vastgesteld.
Ook bij de uitvoering van de plannen voor de Fliertbuurt en bij deelgebied Oost II is gestuit op de kaders van de geldende planologische regeling. Door wijzigingen in het stedenbouwkundig plan, waren aanpassingen op de verbeelding en in de regels noodzakelijk. Hiervoor is de Tweede herziening De Schaker Twello in procedure gebracht. Op 6 februari 2017 is het bestemmingsplan door de raad vastgesteld.
Inmiddels is de Fliertbuurt afgerond en naderen de plannen voor Oost II de uitvoeringsfase. Ook bij dit deelplan zijn enkele wijzigingen nodig om tot een kwalitatieve uitvoering te komen. Het plan gaat om het aanpassen van de volgende punten:
Het voorliggende bestemmingsplan dient het aanpassen van enkele onderdelen van de geldende bestemmingsplannen De Schaker Twello, de Eerste herziening De Schaker Twello en de Tweede herziening De Schaker Twello juridisch-planologisch mogelijk te maken.
Voor de Derde herziening De Schaker Twello geldt dezelfde plancontour als voor de Tweede herziening De Schaker Twello. Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het plangebied weer.
Afbeelding 1 - Ligging plangebied.
Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de aanpassingen die plaatsvinden ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de haalbaarheid van het plan en hoofdstuk 4 geeft een toelichting op de gekozen planvorm en de juridische regeling. Hoofdstuk 5 gaat in op de economische uitvoerbaarheid van het plan. De maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt behandeld in hoofdstuk 6.
In paragraaf 1.1 is al kort ingegaan op de aanpassingen die met dit bestemmingsplan plaats dienen te vinden ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen. In dit hoofdstuk worden deze aanpassingen nader omschreven voor de verbeelding van het bestemmingsplan. Er vinden geen aanpassingen in de regels plaats.
In totaal vinden er drie aanpassingen plaats op de verbeelding, in afbeelding 2 worden enkele aanpassingen in Oost II weergegeven. De aanpassing in de Fliertbuurt is beschreven op adresniveau.
Verplaatsen van het aantal wooneenheden
Voor het ontwikkelen van grondgebonden woningen in de sociale huur is een rij van vijf woningen uitvoerbaarder dan een rij van vier. Door één woning in de verbeelding te verplaatsen, wordt dit mogelijk gemaakt. In afbeelding 2 verplaatst de woning van 1 naar 2. Hierbij wordt enerzijds het maximum aantal wooneenheden te verlagen van 16 naar 15, anderzijds door maximum aantal wooneenheden te verhogen van 4 naar 5 wooneenheden. Stedenbouwkundig is dit aanvaardbaar.
Aanpassen bestemming Verkeer - Verblijfsgebied
Voor een goede verkeerskundige ontsluiting van het deelplan Oost II wordt de woonwijk aan de noordzijde ontsloten aan de Veenhuisweg, ter hoogte van de straat De Hoeven. Om goed aan te sluiten op deze bestaande wegentructuur, is het wenselijk om de verkeersruimte met eenzelfde maat aan te leggen. In de onderstaande afbeelding is dit aangeduid met 3. In de bestaande situatie is 5.10 m breedte opgenomen als verkeersruimte (wegvlak + goot). Dit zorgt voor een betere doorstroming van verkeer en heeft hiermee een verhogend effect op de verkeersveiligheid.
Afbeelding 2 - Uitsnede bestemmingsplan met de wijzigingen.
Wijzigen bestemming Groen naar Wonen
Bij een drietal woningen in de Fliertbuurt zijn groenstroken - het zogenaamde 'snippergroen' - verkocht aan de bewoners. Het gaat om de zuidelijke strook (24 m bij 1 m) aan de Bonenakker 66, de westelijke strook (+/- 67 m2) aan de Vlasakker 3 en de westelijke strook (24,29 m bij 1 m) aan de Vlasakker 34. De stroken grenzen aan de bestemming Wonen. Stedenbouwkundig en landschappelijk is het aanvaardbaar dat deze gronden particulier (als tuin) in gebruik worden genomen.
Het oorspronkelijke plan De Schaker Twello zet in op behoud en versterking van de openheid, het grootschalige karakter van het landschap en het bouwen in en aan het dorp. De ruimtelijke vormgeving van woningen en de goede landschappelijke inbedding dragen bij aan de landschappelijke karakteristiek van het gebied.
De wijzigingen hebben geen effect op de opzet van het oorspronkelijke plan. De heldere stedenbouwkundige opzet temidden van het robuuste openbare groen zorgt nog steeds voor een goede ruimtelijke opzet. Met de voorgenomen aanpassingen, vindt er geen kwantitatieve toename plaats in het woningbouwprogramma.
Gelet op bovenstaande wordt geconcludeerd dat de aanpassingen ruimtelijk van ondergeschikte aard zijn en deze de werking en reikwijdte van de plannen De Schaker Twello en de eerste en tweede herziening hierop, niet raken.
De ruimtelijke beleidskaders van de verschillende overheidsniveaus die van toepassing zijn op woongebied 'De Schaker' zijn beschreven in bestemmingsplan De Schaker Twello. Geconcludeerd is
dat het uitbreidingsplan in overeenstemming is met het ruimtelijke beleid van Rijk, provincie, regio en
gemeente. De beperkte afwijkingen die met onderliggende herziening mogelijk worden gemaakt ten
opzichte van het moederplan, de Eerste en Tweede herziening De Schaker Twello, doen geen afbreuk aan het oorspronkelijke plan en raken alleen lokale belangen. Verdere toetsing aan de ruimtelijke beleidskaders van de diverse overheden is om die reden niet noodzakelijk; voor verdere motivatie wordt verwezen naar de toelichting van het moederplan.
In bestemmingsplan De Schaker Twello is ingegaan op de diverse sectorale regelgeving die betrekking heeft op de ontwikkelingen van woongebied 'De Schaker', zoals milieuaspecten, verkeersaspecten, planologisch relevante leidingen, water, flora en fauna, cultuurhistorie en archeologie. De aanpassingen die met deze herziening mogelijk worden gemaakt, zijn van ondergeschikte aard en raken de werking en reikwijdte van het oorspronkelijke plan niet. Diverse relevante onderzoeken die zijn uitgevoerd gelden voor het gehele plangebied. De onderbouwing van en conclusies ten aanzien van bestemmingsplan De Schaker Twello blijven onverminderd van kracht en zijn representatief voor onderliggende herziening.
Voor verdere onderbouwing wordt daarom verwezen naar de toelichting en bijbehorende onderzoeken uit genoemd bestemmingsplan.
Deze bestemmingsplanherziening bestaat uit de voorliggende toelichting, een verbeelding (plankaart), en regels. Het betreft een partiële herziening, die in samenhang met het moederplan (het bestemmingsplan De Schaker Twello) en de eerste en tweede herziening hierop moet worden gelezen.
Het plangebied is hetzelfde gebleven als bij de Tweede herziening De Schaker Twello. Binnen de plangrens zijn op de verbeelding alleen de aanpassingen, zoals beschreven in paragraaf 2.2, weergegeven. De overige bestemmingen (waaronder ook de dubbelbestemming Waarde - Archeologie) zijn niet op de verbeelding van de herziening opgenomen; hier geldt de bestemmingslegging zoals die in het moederplan en de eerste herziening zijn opgenomen. Dit geldt ook voor de planregels; de geldende planregels blijven onverminderd van toepassing.
Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarvoor een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Onderliggende ontwikkeling heeft geen toename van woningen tot gevolg; het gaat enkel om een verplaatsing. Er is dan ook geen sprake van een aangewezen bouwplan. Om deze reden kan worden afgezien van het vaststellen van een exploitatieplan.
Op 4 september 2006 heeft de gemeenteraad besloten dat het college van burgemeester en wethouders in het kader van de voorbereiding op ruimtelijke procedures waarmee zij is belast, slechts inspraak verleent voorafgaand aan de zienswijzenfase als sprake is van een plan dat een ingrijpende verandering kan hebben op de ruimtelijke structuur van de gemeente Voorst. Gezien het karakter van de in het plan opgenomen aanpassingen ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen is inspraak achterwege gelaten.
Het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan pleegt daarbij overleg met de besturen van de betrokken gemeenten en waterschappen en met de diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het geding zijn.
In dit geval is sprake van het op ondergeschikte onderdelen aanpassen van de reeds geldende bestemmingsplannen. Het betreft een plan van lokaal belang waarvoor provincie en Rijk vooroverleg niet noodzakelijk achten.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 12 december 2019 gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegen. Tijdens de inzagetermijn is iedereen in de gelegenheid gesteld een zienswijze over het plan naar voren te brengen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.