direct naar inhoud van Artikel 10 Groen - Landelijk groen
Plan: Stuwwal en beschermd dorpsgezicht Ubbergen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BpUbStuwwal-VSG1

Artikel 10 Groen - Landelijk groen

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Groen - Landelijk groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. extensief agrarisch gebruik;
  • c. bruggen en (wandel)paden;
  • d. water en waterberging;
  • e. verhardingen ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen;
  • f. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • g. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van aardkundige waarden;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
  • a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.
  • b. In afwijking van het gestelde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' de bestaande gebouwen zijn toegestaan.
10.2.2 Prieeltjes

In afwijking van het bepaalde in 10.2.1 zijn ten behoeve van de aan deze bestemming grenzende woningen, prieeltjes toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. per aangrenzende woning is één prieeltje toegestaan;
  • b. de oppervlakte per prieeltje niet meer mag bedragen dan 15 m²;
  • c. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.
10.2.3 Andere bouwwerken

Voor andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen niet meer dan 1,5 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van speel- en recreatievoorzieningen maximaal 4 m bedragen.
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.3.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruik, laten gebruiken of doen gebruiken van de gronden binnen deze bestemming voor:

  • a. een staanplaats voor kampeermiddelen;
  • b. als terrein voor het beproeven van motorvoertuigen en als oefenterrein voor het racen en crossen met motoren en bromfietsen;
  • c. opslag-, stort- of bergplaats van andere, al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • d. het al dan niet ten verkoop opstellen en opslaan van nieuwe of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorvoertuigen, aanhangwagens, machines, c.q. onderdelen daarvan.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op en in de gronden als bedoeld in artikel 10.1 de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen, egaliseren of afgraven en ontginnen van gronden;
  • b. het aanleggen van (half) verhardingen.
10.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of ontgrondingvergunning;
  • d. indien het aanleggen van (half) verhardingen betrekking heeft op een oppervlakte kleiner of gelijk aan 25 m² per aan deze bestemming grenzend bouwperceel.
10.4.3 Toepassingsvoorwaarden

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 kan slechts worden verleend, indien door die andere werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden de waarden van deze gronden zoals genoemd in artikel 10.1.1 niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind.