| Plan: | Buitengebied - Veegplan |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0281.BP00053-va01 |
Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel
Op 18 december 2019 is door de gemeente Tiel het bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. Na vaststelling van het bestemmingsplan is in de praktijk gebleken dat er kleinere tekstcorrecties of andere aanpassingen wenselijk zijn. Om de correcties door te voeren is dit veegplan opgesteld. Het veegplan is een herziening op het moederplan 'Buitengebied'. In de vorm van dit veegplan worden de verschillende genoemde aanpassingen gebundeld meegenomen.
1.2 Plangebied
Het plangebied betreft het buitengebied van de gemeente Tiel en is grotendeels gelijk aan het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied. Na vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied zijn er voor een aantal locaties binnen het plangebied wijzigingsplannen en postzegelplannen vastgesteld en omgevingsvergunningen verleend (uitgebreide procedure). Deze bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen worden niet verwerkt in het bestemmingsplan Buitengebied - Veegplan. Het plangebied van deze bestemmingsplannen maakt geen deel uit van het plangebied van dit bestemmingsplan. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de bestemmingsplannen die buiten het veegplan vallen.
| Naam bestemmingsplan | Identificatie | Datum vaststelling | |
| Buitengebied - Lingeweg | NL.IMRO.0281.BP00048-va01 | 15-12-2021 | |
| Buitengebied - Streeckerij De Betuwe | NL.IMRO.0281.BP00043-va01 | 20-01-2021 | |
Op onderstaande afbeelding is het plangebied van dit veegplan weergegeven.
Plangebied Veegplan buitengebied Tiel
De wijzigingen uit het voorliggende veegplan betreffen de locaties, zoals hieronder met de blauwe gebiedjes is aangegeven (uitsluitend voor zover aangeduid als 'overige zone - veegplan').
Locaties wijzigingen Veegplan buitengebied blauw gemarkeerd
1.3 Geldend bestemmingsplan
Voor het plangebied zijn de volgende bestemmingsplannen van kracht:
| Naam bestemmingsplan | IMRO-code | Datum | |
| Buitengebied | NL.IMRO.0281.BP00025-va01 | 18 december 2019 (vastgesteld) | |
| Paraplubestemmingsplan parkeren | NL.IMRO.0281.BP00040-va01 | 13 december 2018 (onherroepelijk) | |
| Paraplubestemmingsplan archeologie | NL.IMRO.0281.BP00010-0401 | 6 mei 2010 (onherroepelijk) | |
1.4 Leeswijzer
De verschillende aanpassingen die in voorliggend veegplan worden meegenomen, worden in Hoofdstuk 2 behandeld. Hoofdstuk 3 gaat in op de onderzoeksaspecten. Hoofdstuk 4 bevat een beknopte toelichting op de juridische aspecten en in Hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Hoofdstuk 2 Wijzigingen
2.1 Individuele verzoeken
Tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan Buitengebied, dat op 18 december 2019 is vastgesteld, zijn enkele verzoeken ontvangen om individuele bouw- en bedrijfsontwikkelingen in het bestemmingsplan mogelijk te maken. Omdat deze verzoeken destijds niet voldeden aan de daarvoor geldende uitgangspunten, of onvoldoende informatie voorhanden was om dit te kunnen beoordelen, konden deze verzoeken (nog) niet opgenomen worden in het bestemmingsplan Buitengebied
Inmiddels zijn deze verzoeken, inclusief de onderbouwingen, waar nodig aangevuld. Daarnaast zijn na de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied nog enkele nieuwe verzoeken ontvangen. Al deze verzoeken zijn, waar nodig na aanvulling van de ontbrekende informatie, opnieuw beoordeeld en passend bevonden om planologisch ingepast te worden middels voorliggend bestemmingsplan 'Buitengebied – Veegplan'. Daarbij is als uitgangspunt genomen:
- de “Ja-mits”-benadering in de geest van de Omgevingswet;
- het beleid uit de vastgestelde Gebiedsvisie Buitengebied;
- de criteria voor de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan Buitengebied ex art. 3.7.1 t.b.v. het vergroten van het bouwvlak, (m.n. bedrijfseconomische noodzaak, landschappelijke inpassing, milieuhygiënische effecten op de omgeving, verkeerseffecten);
- de criteria voor de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan Buitengebied ex art. 41.1 t.b.v. functieverandering;
- de criteria voor de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan Buitengebied ex art. 41.5 t.b.v. het wijzigen naar Wonen.
Voor het beoordelen van de bedrijfseconomische noodzaak van de uitbreiding van de agrarische bedrijven is een advies van de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen (SAAB) gevraagd.
Hierna zijn de individuele verzoeken afzonderlijk behandeld.
2.1.1 Bommelweg 26
Voor het adres Bommelweg 26 te Wadenoijen is een verzoek ingediend ten behoeve van het toestaan van de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing met circa 1.850 m2 ter plaatse. Het verzoek is onderbouwd met een ruimtelijke onderbouwing welke is opgenomen in Bijlage 1. De bedrijfsuitbreiding is noodzakelijk vanwege bedrijfseconomische redenen. Om de ontwikkeling mogelijk te maken wordt het bouwvlak op de verbeelding ter plaatse van het perceel vergroot. Tevens is er in de regels een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor een landschappelijke inpassing van het initiatief.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.1.2 Bommelweg 28
Voor het adres Bommelweg 28 te Wadenoijen is een verzoek ingediend ten behoeve van het toestaan van de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing met circa 2.400 m2 ter plaatse. Het verzoek is onderbouwd met een ruimtelijke onderbouwing welke is opgenomen in Bijlage 2. De bedrijfsuitbreiding is noodzakelijk vanwege bedrijfseconomische redenen. Om de ontwikkeling mogelijk te maken wordt het bouwvlak op de verbeelding ter plaatse van het perceel van vorm gewijzigd. Tevens is er in de regels een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor een landschappelijke inpassing van het initiatief.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.1.3 Laageinde 3
Voor het adres Laageinde 3 te Kapel-Avezaath is een verzoek ingediend ten behoeve van het toestaan van een cursusruimte ter plaatse van een monumentale boerderij. Het verzoek is onderbouwd met een ruimtelijke onderbouwing welke is opgenomen in Bijlage 3. De initiatiefnemers willen ter plaatse van deze locatie post academisch onderwijs aanbieden op het gebied van diergeneeskunde. De activiteiten ter plaatse zijn noodzakelijk voor het voeren van een economisch gezond bedrijf, en het onderhoud van het monument ter plaatse. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is er een aanduiding op de verbeelding ter plaatse van het perceel toegevoegd.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.1.4 Passewaaijse Hogeweg 1b
Voor het adres Passewaaijse Hogeweg 1b te Tiel is een verzoek ingediend ten behoeve van de bouw van een extra woning op een voormalig agrarisch perceel. In ruil voor de bouw van de extra woning wordt de bestaande bebouwing op het perceel gesloopt. Het verzoek is onderbouwd met een ruimtelijke onderbouwing welke is opgenomen in Bijlage 4. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is de woonbestemming op de verbeelding ter plaatse van het perceel in twee woonbestemmingen verdeeld, zodat er per bestemming één woning opgericht kan worden. Tevens is er in de regels een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor een landschappelijke inpassing van het initiatief.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.1.5 Zoelensepad 32 en 38
Voor de adressen Zoelensepad 32 en 38 te Tiel is een verzoek ingediend ten behoeve van de bedrijfsuitbreidingen van twee bedrijven ter plaatse.
Ter plaatse van Zoelensepad 32 wordt een nieuwe loods voor de opslag voor akkerbouwproducten aangelegd. Deze loods maakt onderdeel uit van de omschakeling van de activiteiten op het agrarische bedrijf.
Ter plaatse van Zoelensepad 38 wordt een bestaande loods uitgebreid zodat het volledige machinepark ter plaatse overdekt kan worden opgeslagen.
Beide bedrijfsuitbreidingen zijn noodzakelijk vanwege bedrijfseconomische redenen. De verzoeken zijn onderbouwd met een ruimtelijke onderbouwing welke is opgenomen in Bijlage 5. Om de ontwikkelingen mogelijk te maken worden de bouwvlakken op de verbeelding ter plaatse van vorm veranderd en uitgebreid. Daarnaast wordt ter plaatse een watergang verlegd, waardoor ook de agrarische bestemmingen en de water bestemming ter plaatse van vorm wijzigen. Tevens wordt de aanduiding voor agrarische activiteiten van nummer 32 ter plaatse verwijderd van de verbeelding. Ook is er in de regels een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor een landschappelijke inpassing van het initiatief.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.1.6 Zoelensestraat 56 b/d
Voor het adres Zoelensestraat 56 b/d te Tiel is een verzoek ingediend ten behoeve van de herbestemming van een bedrijfswoning als burgerwoning. De bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd. Het verzoek van de initiatiefnemer is om de bestaande bedrijfswoning als burgerwoning te mogen gebruiken. Het verzoek is onderbouwd met een ruimtelijke onderbouwing welke is opgenomen in Bijlage 6. In artikel 4.1 van de regels wordt het bedrijf van de lijst verwijderd.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.2 Verleende omgevingsvergunningen
2.2.1 Bommelweg 25
Ter plaatse van het perceel Bommelweg 25 te Wadenoijen is op 11 december 2019 een omgevingsvergunning verleend voor een bedrijfsuitbreiding. Op basis hiervan dient de begrenzing van het agrarische bouwvlak ter plaatse gewijzigd te worden zodat alle bebouwing binnen het bouwvlak past. De voorgenomen ontwikkeling moet ingepast worden binnen het bestemmingsplan. Om het initiatief in te passen wordt het bouwvlak ter plaatse op de verbeelding uitgebreid.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.2.2 Lingedijk 129a
Ter plaatse van het perceel Lingedijk 129a te Wadenoijen is op 27 augustus 2021 een omgevingsvergunning verleend voor permanente zonnepanelen op teeltondersteunende voorzieningen. Op basis hiervan dient in het bestemmingsplan een specifieke aanduiding hiervoor opgenomen te worden. Deze aanduiding wordt ter plaatse op de verbeelding opgenomen. Ook in de regels onder artikel 3.1 is de aanduiding opgenomen.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.2.3 Rijsakkerweg 14
Ter plaatse van het perceel Rijsakkerweg 14 te Tiel is op 19 april 2011 een omgevingsvergunning verleend voor een paardenhouderij. Op basis hiervan dient in het bestemmingsplan een specifieke aanduiding hiervoor opgenomen te worden. Deze aanduiding wordt ter plaatse op de verbeelding opgenomen.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.3 Ambtshalve aanpassingen
2.3.1 Inundatiedijk Zuid achter 17
Ter plaatse van het perceel Inundatiedijk Zuid achter 17 te Tiel wordt een deel van de woonbestemming gewijzigd in agrarisch. Op dit perceel heeft eerder een gronduitruil plaatsgevonden. Per abuis is de bestemming toen niet correct aangemerkt als agrarisch. Met deze wijziging wordt de bestaande situatie op een adequate manier vastgelegd. De wijziging heeft geen effecten op de omgeving.
De aanpassing voorziet enkel in de wijziging van de verbeelding ter plaatse.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.3.2 Lingedijk 9
Ter plaatse van het perceel Lingedijk 9 te Wadenoijen gold eerder het wijzigingsplan Nijenrode. Dit wijzigingsplan is overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied. Hierbij zijn twee woningen niet correct overgenomen. Met deze wijziging wordt de bestaande situatie op een adequate manier vastgelegd. De wijziging heeft geen effecten op de omgeving.
De aanpassing voorziet enkel in de wijziging van de verbeelding ter plaatse.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.3.3 Lingeweg 151
Ter plaatse van het perceel Lingeweg 151 te Wadenoijen is een kleine groothandel in planten aanwezig. De gemeente Tiel heeft ingestemd met deze activiteiten ter plaatse van het perceel. Het initiatief heeft geen onwenselijke effecten op de omgeving gelet op de grote afstand tot de eerste nabij gelegen woonbestemming. Ten aanzien van deze activiteiten dient in het bestemmingsplan een specifieke aanduiding hiervoor opgenomen te worden.
De aanpassing voorziet in de wijziging van de verbeelding ter plaatse. Ook wordt de activiteit ter plaatse opgenomen in de tabel in artikel 22.1.
Op onderstaande afbeelding is de wijziging op de verbeelding weergegeven.
Bestaande situatie
Nieuwe situatie
2.3.4 Begripsbepaling aan huis verbonden beroep en aan huis verbondenbedrijf
De begripsbepalingen van artikel 1.3 aan huis verbonden bedrijf (bedrijf aan huis) en artikel 1.4 aan huis verbonden beroep (beroep aan huis) worden gewijzigd. Aan beide begripsbepalingen wordt toegevoegd dat het bedrijf in hoofdzaak door de bewoner ter plaatse uitgeoefend mag worden.
De aanpassing voorziet in een wijziging in de regels van de bovengenoemde artikelen.
2.3.5 Begripsbepaling voorgevelrooilijn
De begripsomschrijving van de voorgevelrooilijn in artikel 1.68 is aangepast, zodanig dat deze duidelijker is voor gevallen waar geen apart bouwvlak is opgenomen.
De aanpassing voorziet in een wijziging in de regels van de bovengenoemde artikelen.
2.3.6 Begripsbepaling horeca-1
De begripsomschrijving van horeca categorie 1 in artikel 1.33 is aangepast, zodanig dat deze beter aansluit bij wenselijk horeca activiteiten in het landelijk gebied.
De aanpassing voorziet in een wijziging in de regels van de bovengenoemde artikelen.
Hoofdstuk 3 Onderzoeksaspecten
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar is in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten.
De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigen niet inhoudelijk. Deze herziening van het bestemmingsplan is met name gericht op de vertaling van onherroepelijke omgevingsvergunningen en het verwerken van diverse ambtshalve correcties. Hiermee worden in die zin geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en is een nadere onderbouwing met onderzoek dan ook niet nodig.
Wel zijn enkele ontwikkelingen meegenomen in het voorliggende veegplan. Daarbij is verwezen naar de bijbehorende ruimtelijke onderbouwing waarin de onderzoeksaspecten voor die locatie zijn verantwoord.
Voor het veegplan als geheel hoeft geen AERIUS-berekening te worden uitgevoerd. Voor de vraag of er effecten zijn in Natura 2000-gebieden is van belang of er ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. In de meeste gevallen gaat het veegplan over het aanpassen van de bestemming/aanduidingen aan de feitelijke situatie of over het aanpassen van de bestemming aan eerder verleende vergunningen. Dit zijn geen nieuwe ontwikkelingen. Voor enkele nieuwe ontwikkelingen waar wel een AERIUS-berekening nodig is, is deze als bijlage opgenomen in de desbetreffende onderbouwing.
Hoofdstuk 4 Juridische aspecten
4.1 Algemeen
Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende verbeelding en regels en gaat vergezeld van een toelichting.
Op de verbeelding worden de verschillende bestemmingen en aanduidingen gevisualiseerd. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de randvoorwaarden. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.
De toelichting heeft geen bindende werking en maakt juridisch geen deel uit van het bestemmingsplan. De toelichting heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
4.2 Opzet veegplan
Het voorliggende bestemmingsplan 'Buitengebied - Veegplan' is een gedeeltelijke herziening van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied'. Vanwege de leesbaarheid is er echter voor gekozen om de opzet van het bestemmingsplan zo veel mogelijk gelijk te houden aan een 'regulier' bestemmingsplan en duidelijk te markeren waar wijzigingen hebben plaatsgevonden. Dit wordt gedaan met een groen markering en doorhalingen van tekst. De herziening is opgesteld op basis van de landelijke standaarden (SVBP 2012).
4.3 De verbeelding
Alle percelen, bestemmingen en gebiedsaanduidingen zijn uit het geldende bestemmingsplan Buitengebied op de verbeelding van het Buitengebied - Veegplan overgenomen, zodat het plan een zo compleet mogelijk beeld van alle regelingen in het buitengebied geeft.
Gronden en locaties waar naar aanleiding van het veegplan een aanpassing van de nu geldende regelingen plaatsvindt, zijn door middel van de aanduiding 'overige zone - veegplan' aangegeven.
Enkelbestemmingen, functie-, maatvoerings- en bouwaanduidingen
Voor percelen waar een aanduiding of een bouwvlak toegevoegd of verwijderd dient te worden, is op de verbeelding de aanduiding 'overige zone - veegplan' opgenomen. Voor deze percelen maken alle perceelsgebonden enkelbestemmingen, functie-, maatvoerings- en bouwaanduidingen onderdeel uit van het veegplan. Voor locaties waar bijvoorbeeld een bouwvlak of functieaanduiding komt te vervallen, zijn dat dus alle aspecten behalve het te verwijderen aspect. Voor al deze percelen geldt dat de nieuwe situatie/de eindsituatie op perceelsniveau zichtbaar is.
Regels
In verband met de leesbaarheid van dit plan is een complete set regels opgenomen. Door middel van groene markering en doorhalingen is aangegeven welke regels en veranderingen in de regels onderdeel uitmaken van het veegplan.
Alleen de regels die onderdeel uitmaken van het veegplan kunnen ter discussie worden gesteld (zienswijzen en beroep bij de Raad van State). Omdat een groot deel van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied gewoon van kracht blijft en met dit veegplan niet wordt gewijzigd, kan hier geen bezwaar tegen worden gemaakt. Inhoudelijk zijn die regels immers niet aangepast. De regels van het moederplan zijn in dit plan van toepassing verklaard door een van toepassingverklaring in Artikel 43.
Voor een nadere beschrijving van de regels wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied. Zie deze link.
Hoofdstuk 5 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid
5.1 Economische uitvoerbaarheid
Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd.
De nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, betreffen particuliere initiatieven op eigen gronden. Voor deze ontwikkelingen hoeft de gemeente Tiel geen maatregelen uit te voeren. Ook hoeft de gemeente geen aan- of verkopen te doen. Met de diverse initiatiefnemers is waar nodig een overeenkomst gesloten waarin afspraken zijn vastgelegd over planschade en exploitatiebijdrage. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is nader ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van dat specifieke plan. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende gewaarborgd.
5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Vooroverleg
In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt de toelichting van dit bestemmingsplan kortgesloten met de gebruikelijke partners, waaronder de provincie Gelderland en overige relevante organisaties.
Inspraak
Gelet op de aard van het voorliggende veegplan wordt afgezien van het houden van inspraak.
Zienswijzen
Het ontwerp van het bestemmingsplan 'Buitengebied - Veegplan' is van 8 februari 2022 tot en met 22 maart 2022 voor een ieder ter inzage gelegd. In totaal zijn er acht zienswijzen op het plan ingediend. Daarnaast is het plan op één punt voorzien van een ambtshalve wijziging. De zienswijzen, de reacties daarop en de aanpassingen op het plan zijn weergegeven in Bijlage 7.