Plan: | Binnenstad 2023 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0281.BP00034-va01 |
Het bestemmingsplan 'Binnenstad 2023' met identificatienummer NL.IMRO.0281.BP00034-va01 van de gemeente Tiel.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een vergroting van het hoofdgebouw door het realiseren van een nieuwe, afzonderlijke ruimte. Tussen de aanbouw en het hoofdgebouw bestaat een directe verbinding.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend.
Het verlenen van diensten en/of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend.
Een bedrijf (categorie A uit de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging) waarin bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk, vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.
Detailhandel die niet plaatsvindt in een gebouw, maar vanuit een wagen, kraam of tafel in de openbare ruimte, waaronder begrepen detailhandel op een (week)markt.
Onderzoek dat wordt verricht door een dienst, bedrijf of instelling die werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende (dan wel te verwachten) zichtbare en/of onzichtbare sporen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
Het kleinschalig verlenen van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt in een woning.
Een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico cq. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Een gebouw, vrijstaand bij of vastgebouwd aan het hoofdgebouw. Tussen het bijgebouw en het hoofdgebouw bestaat geen directe verbinding en het bijgebouw is functioneel en architectonisch ondergeschikt aan het hoofdgebouw.
Alle grondwerkzaamheden/activiteiten die een effect hebben op het voortbestaan van archeologische waarden of verwachtingen in de bodem.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aangesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
De gezamenlijke vloeroppervlakte die in gebruik is ten dienste van bedrijven, detailhandel, dienstverlening, horeca, kantoren of andere bedrijvigheid, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnruimte en overige dienstruimten.
Een locatie in de openbare ruimte die is ingericht als parkeerplaats voor één of meer campers en waar overnachten in campers is toegestaan.
Voorzieningen ten behoeve van cultuur en ontspanning, waaronder podiumkunsten/ theater, bioscopen, musea, expositieruimten, galeries, toeristische attracties, bowling- en poolcentra, muziek- en dansscholen, creativiteitscentra, casino's en zalencentra.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met de daarbij behorende en daaraan ondergeschikte horeca. Onder detailhandel wordt niet verstaan grootschalige detailhandel.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, reisbureaus, uitzendbureaus en bankkantoren met baliefunctie.
De bouwlaag op de begane grond.
Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.
Elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak die plaatsvindt in de openbare ruimte, waaronder in ieder geval worden begrepen herdenkingsplechtigheden, braderieën, optochten, feesten, muziekvoorstellingen, wedstrijden op of aan de weg, straatfeesten en buurtbarbecues, met uitzondering van:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
Detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen en vanwege de gevoerde formule een groot oppervlak nodig heeft, zoals de verkoop van meubels, wooninrichtingsartikelen en bouwmarkten.
Een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
Een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie;
daghoreca: een horecabedrijf, waarbij de bedrijfsactiviteit gericht is op het – overdag – al dan niet ter plaatse verstrekken en bereiden van etenswaren en dranken, en waarvan de openingstijden (in belangrijke mate) binnen de openingstijden van winkels vallen.
restaurantbedrijf: het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse, al dan niet overdag of in de avonduren.
voorbeelden zijn: restaurants, cafetaria's, eethuizen, bistro's;
hoofdzakelijk verstrekken van alcoholische en/of niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek met het gelegenheid geven tot dansbeoefening, al dan niet in combinatie met horeca categorie 2 activiteiten;
nevenactiviteit: verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
voorbeelden zijn horecabedrijven zoals cafés, bars, feestzalen, dancings, nachtclubs en discotheken;
het verstrekken van logies;
voorbeelden zijn horecabedrijven zoals hotels en pensions.
een persoon of groep van personen, die een huishouden voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling.
Een openbare voorziening voor jongeren met een zitgelegenheid en een beschutting tegen regen en wind.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder tevens congres- en vergaderaccomodatie.
Kleinschalig evenement zonder noemenswaardig risico waarbij geen extra inzet van de hulpverleningsdiensten is vereist, en waarvoor geen vergunning op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is vereist, zoals een straatfeest of buurtbarbecue.
Een civieltechnisch bouwwerk, zoals sluizen en viaducten, met uitzondering van een beeldend kunstwerk, waaronder verstaan wordt een uiting van beeldende kunsten.
Een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico cq. een risicoafstand is bepaald, die in acht moet worden genomen.
Voorzieningen en/of het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder openbaar bestuur, gezondheidszorg voor mens en dier, zorg en welzijn, opvoeding, (jeugd/kinder)dagopvang, naschoolse opvang, onderwijs met bijbehorende sport- en gymnastieklokalen, religie, uitvaart, bibliotheken, verenigingsleven en militaire zaken, alsook ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen.
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken.
Voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, (collectieve) voorzieningen voor warmte- en koudeopslag en voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling.
Detailhandel die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en waarbij geen specifieke inrichting voor de detailhandelsfunctie is toegestaan.
Een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de toegelaten functie een andere dan horeca is, maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie en ondergeschikt en ondersteunend aan deze hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van dranken en etenswaren.
Een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het genot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht al dan niet in combinatie met een erotisch getinte vermaaksfunctie, met de daarbij behorende en daaraan ondergeschikte horeca.
Buitensporten en binnensporten, met inbegrip van sporthallen en zwembaden.
Een locatie in de openbare ruimte die specifiek is ingericht voor spelen en voor het beoefenen van buitensporten.
De als bijlage 1 opgenomen standaard milieucategorisering van bedrijvigheid.
De als bijlage 2 opgenomen standaard milieucategorisering van bedrijvigheid in gebieden waar sprake is van functiemenging.
Een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotmiddelen met een minimum bruto vloeroppervlak van 300m2.
Een gebouw waar overledenen worden opgebaard en dat functioneert als rouwcentrum, waar afscheid kan worden genomen van overledenen en gelegenheid is tot condoleren, inclusief ondersteunende functies zoals kantoorruimte en het verstrekken van maaltijden aan bezoekers.
Een vergroting van het hoofdgebouw door het vergroten van een bestaande ruimte van het hoofdgebouw.
Totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
Bouwgrens aan de wegzijde van het bouwvlak.
Inrichtingen waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
Alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen of duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende parkeerterreinen.
Het gehuisvest zijn in (een) woning(en).
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één
afzonderlijk huishouden; onder woning of wooneenheid worden mede zorgwoningen begrepen.
Elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd als tot hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen.
De kortste afstand van een (bouw)perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend bouwwerk, buitenwerks gemeten.
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal met bouwwerken mag worden bebouwd.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met inachtneming van het volgende:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Buitenopslag van materialen en goederen is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 sub a voor een bedrijf in één categorie hoger dan de maximaal toegestane categorie, alsmede voor bedrijven die niet zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten uit bijlage 1, mits deze bedrijfsactiviteiten qua hinder en overlast voor de omgeving – blijkens een door aanvrager te overleggen onafhankelijk deskundig onderzoeksrapport - gelijkgesteld kunnen worden met een bedrijf in de toegestane categorie.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2.1 sub b en kan een grotere goothoogte worden toegestaan, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, een aan-huis-verbonden bedrijf en/of een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.2.1 sub b en kan een grotere goothoogte worden toegestaan, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, een aan-huis-verbonden bedrijf en/of een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.1 sub a onder 8 en kan detailhandel worden toegestaan op gronden die niet zijn aangeduid als 'detailhandel', mits:
Een omgevingsvergunning voor het realiseren van woningen op de begane grond aan de Santwijckse Poort kan slechts worden verleend als de karakteristieke geluidwering van gevels van woningen, als bedoeld in NEN 5077, ten minste gelijk is aan het verschil tussen de gecumuleerde geluidsbelasting van omliggende wegen en 33 dB (binnenniveau) hetgeen dient te blijken uit een bij de aanvraag omgevingsvergunning voor de woningen te overleggen bouwkundig akoestisch onderzoek.
De voor 'Centrum - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.2.1 sub b en kan een grotere goothoogte worden toegestaan, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, een aan-huis-verbonden bedrijf en/of een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1 sub a en kan detailhandel worden toegestaan, mits:
De voor 'Centrum - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.2.1 sub b en kan een grotere goothoogte worden toegestaan, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, een aan-huis-verbonden bedrijf en/of een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.1 sub a onder 3 en kan detailhandel worden toegestaan op gronden die niet zijn aangeduid als 'detailhandel', mits:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 11.2.1 sub b en kan een grotere goothoogte worden toegestaan, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
Gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, een aan-huis-verbonden bedrijf en/of een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van de in 13.1 sub b, c, e en h genoemde functies. Hiervoor gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van buitenopslag.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van erkers bij op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; hiervoor gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van de in 17.1 sub e, f, g, i en l genoemde functies. Hiervoor gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 6 m mag bedragen.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
De voor 'Water - Haven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken ten behoeve van het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen;
Gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, een aan-huis-verbonden bedrijf en/of een bed & breakfast wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - centrum 2' kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 sub a en de volgende functies op de begane grond toestaan :
mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - Centrum 3' kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 sub a en de volgende functies op de begane grond toestaan:
mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - Gemengd - 1' kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 sub a en de volgende functies op de begane grond toestaan :
mits:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt door de aanvrager een rapport overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het archeologisch rapport zoals bedoeld onder 21.2.1 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het onder 21.2.1 bepaalde is niet van toepassing in geval van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 1', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Het is verboden op of in de als 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder 21.4.1 is niet van toepassing voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 verlenen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt door de aanvrager een rapport overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het archeologisch rapport zoals bedoeld onder 22.2.1 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het onder 22.2.1 bepaalde is niet van toepassing in geval van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 2', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Het is verboden op of in de als 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder 22.4.1 is niet van toepassing voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.4.1 verlenen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.4.1 een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt door de aanvrager een rapport overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het archeologisch rapport zoals bedoeld onder 23.2.1 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het onder 23.2.1 bepaalde is niet van toepassing in geval van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 3', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Het is verboden op of in de als 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder 23.4.1 is niet van toepassing voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 verlenen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt door de aanvrager een rapport overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het archeologisch rapport zoals bedoeld onder 24.2.1 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het onder 24.2.1 bepaalde is niet van toepassing in geval van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 4', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Het is verboden op of in de als 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder 24.4.1 is niet van toepassing voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.4.1 verlenen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.4.1 een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt door de aanvrager een rapport overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het archeologisch rapport zoals bedoeld onder 25.2.1 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het onder 25.2.1 bepaalde is niet van toepassing in geval van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 5', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Het is verboden op of in de als 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder 25.4.1 is niet van toepassing voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 verlenen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt door de aanvrager een rapport overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het archeologisch rapport zoals bedoeld onder 26.2.1 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Het onder 26.2.1 bepaalde is niet van toepassing in geval van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 6', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Het is verboden op of in de als 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder 26.4.1 is niet van toepassing voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 verlenen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 27.2 en kan worden toegestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
De voor 'Waterstaat – Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op of in de voor 'Waterstaat – Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de waterstaatkundige functie.
Op of in de voor 'Waterstaat – Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden mag ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 28.2 en kan worden toegestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Indien een gebouw met een kap is afgedekt, mag de dakhelling niet meer dan 65° bedragen.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Op de gronden binnen het plangebied zijn, naast hetgeen in de overige regels is bepaald, kleine evenementen toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Op de gronden binnen het plangebied die zijn aangeduid als 'overige zone – evenementenzone [naam evenementenzone]' zijn, naast hetgeen in de overige regels is bepaald, ook andere evenementen toegestaan, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden:
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Waalkade' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.1 "Waalkade" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone (Groen)Markt - Promenade' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.3 "(Groen)Markt - Promenade" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Plein' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.4 "Plein" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Korenbeursplein' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.5 "Korenbeursplein" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Paardenwater' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.6 "Paardenwater" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Westluidense Poort' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.7 "Westluidense Poort" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Sint Maartenskerk' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.8 "Sint Maartenskerk" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Poort van Santwijck' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.9 "Poort van Santwijck" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementenzone Kalverbos' gelden de volgende regels:
Het maximum aantal evenementen per jaar, de maximale duur per evenement, de maximale geluidbelasting, de maximale eindtijden van evenementen en geluidproductie, het maximum aantal op- en afbouwdagen per evenement, het maximum aantal bezoekers per evenement en de minimale rustperiode na een evenement zijn zoals aangegeven bij de locatieprofielen onder 2.10 "Kalverbos" in de bij deze regels behorende bijlage 3 "Locatieprofielen evenementen".
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de regeling voor evenementen te wijzigen, door:
Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 32.1.1 teneinde beperkt kwetsbare objecten toe te staan, mits de toename van het aantal personen ten gevolge van het toestaan van deze functies wordt verantwoord en bij gelijkblijven of vermindering van het aantal personen de veiligheidssituatie niet verslechtert.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de aanduiding 'veiligheidszone-bevi' te verwijderen indien de risicovolle activiteiten ter plaatse blijvend zijn beëindigd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 32.2.1 en kan worden toegestaan dat in de daar voorkomende bestemming(en) gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels in artikel 11.1 en kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied' de volgende functies worden toegestaan op de verdieping(en):
mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.1 onder b, 7.1 onder b, 8.1 onder b, 9.1 onder b, 11.1 onder b en 20.1 onder a, en kan het aantal woningen worden vergroot, mits:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 31.1 sub d. en e. ten behoeve van het omzetten van (een deel van) een bestaande woning dan wel bijgebouw in 1 of meer onzelfstandige wooneenheden, mits een goed woon- en leefklimaat wordt geborgd overeenkomstig het geldende beleid, zoals dat is opgenomen in de 'kadernota arbeidsmigranten Tiel' en haar rechtsopvolgers.
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 35.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 35.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 35.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 35.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 35.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 35.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Binnenstad 2023'