Plan: | Velp-Midden, locatie Hoofdstraat 73-75 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0275.BPVM7-0003 |
De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Ze moeten in samenhang worden bezien en toegepast.
Verbeelding
Op de verbeelding wordt aangegeven welke bestemmingen de gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak.
In onderhavig bestemmingsplan wordt de bestemming Centrum gelegd.
Regels
De planregels zijn verdeeld over vier hoofdstukken.
Inleidende regels
In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de planregels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de planregels te waarborgen. Ook is de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels bepaald (artikel 2).
Bestemmingsregels
In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels en, eventueel, ook een aanlegvergunningstelsel opgenomen.
Als er dubbelbestemmingen zijn worden die ook in dit hoofdstuk opgenomen. Die komen, ook in alfabetische volgorde, achter de bestemmingsregels. Ieder artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen de (mogelijke) afwijkingsmogelijkheden met betrekking tot de bouw en/of het gebruik. Ten slotte zijn (eventuele) aanlegvergunningstelsels en/of wijzigingsbevoegdheden opgenomen.
Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsregels ook in andere regels relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moeten worden. Alleen zo ontstaat een volledig beeld te verkrijgen van hetgeen is geregeld.
Toegespitst op onderhavig bestemmingsplan wordt opgemerkt dat dit plan de bestemming Centrum toekent aan de daarin begrepen gronden.
Opgemerkt wordt dat een beperking in de aanwendingsmogelijkheden binnen de bestemming kan voortvloeien uit het vereiste van voldoende parkeergelegenheid op het bijbehorende terrein. De bouwverordening bevat hieromtrent eisen. In een bijlage bij de bouwverordening zijn onder andere bruikbaarheidsvereisten en de normen per functie vastgelegd. Wat voldoende is, wordt op basis van de bouwverordening bepaald bij de beoordeling van een bouwaanvraag.
Als dubbelbestemming geldt voor het niet door bouwactiviteiten verstoorde zuidelijke deel van de bestemming Centrum de bestemming Waarde - Archeologisch aandachtsgebied.
Deze bepaling is bedoeld om een eventuele verstoring van deze gronden zonder een afweging vooraf te voorkomen. Uit onderzoek is gebleken dat dieper dan 80 centimeter beneden maaiveld archeologische vondsten mogelijk zijn. Gezien de verwachtingsgraad is een sleuvenonderzoek gekoppeld aan een verstorings- oppervlakte groter dan 100 m².
Specifieke gebruiksregels
Het is gebruikelijk dat de bewoner aan huis een bedrijf of beroep mag uitoefenen. Daarvoor is een standaard ontwikkeld welke ook in dit bestemmingspan wordt toegepast.
Algemene afwijkingsregels
In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden voor het hele plan. Denk aan de anti-dubbeltelregel en de algemene regels. In dit hoofdstuk worden ook regels gegeven over het bouwen van nutsvoorzieningen en het ondergronds bouwen. Dat het ondergronds bouwen geen negatieve gevolgen heeft voor het grondwatersysteem, kan worden aangetoond met een geohydrologisch onderzoek.
Het zijn allemaal belangrijke regels die voor het gehele plan gelden: ze moeten daarom altijd goed gelezen worden vóórdat op basis van de bestemmingsregels interpretaties worden verricht.
Overgangs- en slotregel
In het laatste hoofdstuk wordt het overgangsrecht geregeld en wordt bepaald hoe het bestemmingsplan heet (de slotregel).
Vergelijking met de geldende bouwmogelijkheden
Vergeleken met het geldende bestemmingsplan laat de bestemming Centrum niet meer functies toe dan het geldende bestemmingsplan waarin de locatie is bestemd voor Voorzieningen.
Doordat feitelijk geen verschil meer bestond in het toegelaten gebruik binnen niet- vrijstaande bijgebouwen en hoofdgebouwen, is dit onderscheid in onderhavig plan vervallen. Er wordt in plaats daarvan gewerkt met maximale bouwhoogten binnen bouwvlakken. Het bouwvlak voor de woningen aan de Hoofdstraat is beperkt verruimd door de grenzen van het bouwvlak te verleggen. Aan de achterzijde zijn de bouwmogelijkheden door het nieuwe bouwvlak beperkt. Uit een oogpunt van een goede stedenbouwkundige inpassing wordt voor de hoofdbouwmassa een maximale goothoogte vastgesteld en kan de maximale bouwhoogte worden verhoogd.
Daarnaast is door een verdergaand inzicht in de archeologische waarden, voor een deel van het terrein een archeologische dubbelbestemming opgenomen