direct naar inhoud van 5.3 Regels
Plan: Dieren-Noord, locatie Spankerenseweg 22
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0275.BPDN9-0004

5.3 Regels

De planregels zijn verdeeld over vier hoofdstukken:

1 Inleidende regels
In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de planregels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de planregels te waarborgen. Ook is de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels bepaald (artikel 2);


2 Bestemmingsregels
In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels en, eventueel, ook een aanlegvergunningstelsel opgenomen.
Als er dubbelbestemmingen zijn worden die ook in dit hoofdstuk opgenomen. Die komen, ook in alfabetische volgorde, achter de bestemmingsregels. Ieder artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen de (mogelijke) ontheffingsmogelijkheden met betrekking tot de bouw en/of het gebruik. Ten slotte zijn (eventuele) aanlegvergunningstelsels en/of wijzigingsbevoegdheden opgenomen.
Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsregels ook in andere regels relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moeten worden. Alleen zo ontstaat een volledig beeld te verkrijgen van hetgeen is geregeld. Onderhavig bestemmingsplan kent slechts één bestemming:wonen. Hieronder wordt een korte toelichting gegeven op de bestemming wonen.

Artikel 2.1. Wonen

Woning

Voor alle type woningen geldt in de bestemmingsplansystematiek van de gemeente Rheden één woonbestemming. Er is niet voor gekozen onderscheid te maken tussen de verschillende woningtypen. Het type woning dat gerealiseerd wordt, wordt dus vrij gelaten. De bouw van een twee-onder-één-kap woning is dus mogelijk binnen deze bestemming, maar bijvoorbeeld ook de bouw van een vrijstaande woning is toegestaan. De bouwhoogte en het aantal bouwlagen worden wel vastgelegd. De maximale bouwhoogte voor de woning is 9 meter en het maximaal aantal bouwlagen bedraagt 1. Zowel een bovenbouw op als een onderbouw onder de woning zijn toegestaan. Die bovenbouw moet zich voegen in de contour die wordt omschreven in de inleidende bepalingen. De situering van de woonbebouwing wordt vastgelegd door middel van een bouwvlak. Het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd met hoofdbebouwing.

Bijgebouwen

Bijgebouwen zijn al dan niet vrijstaande gebouwen die in bouwkundig opzicht ondergeschikt zijn aan het op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw. Aan- en uitbouwen worden ook als bijgebouw gezien. Bijgebouwen zijn toegestaan binnen het bouwvlak en de zone bijgebouwen. Binnen de zone bijgebouwen mag maximaal 40% bebouwd worden met een maximum van 75m2 om te voorkomen dat de hele zone wordt volgebouwd. Als de zone bijgebouwen zo klein is dat het bebouwingspercentage al wordt bereikt, terwijl er nog geen 75 m2 aan bijgebouwen staat, vormt het bebouwingspercentage de bovengrens. Dit om te voorkomen dat achtererven bij woningen vollopen. Voor bijgebouwen is een maximale hoogte van 3.5 mtr voorgeschreven, dan wel 5 meter ten behoeve van een kapconstructie.

Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn over het gehele bestemmingsvlak mogelijk tot een hoogte van 3 meter. Hierbij kan gedacht worden aan antennes, pergola's, overkappingen en speelvoorzieningen. Een overkapping oftewel een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand, zoals een carport, moet één meter achter de bouwgrens van het bouwvlak worden gebouwd. Niet alle bouwwerken geen gebouwen zijnde kennen een maximale bouwhoogte van 3 meter. Voor vrijstaande reclame-uitingen, vlaggenmasten en erf- en perceelsafscheidingen geldt een aparte regeling. Voor vrijstaande reclame-uitingen mag de hoogte maximaal 1.5 meter bedragen. Vlaggenmasten mogen de drie meter overschrijden en kennen een maximale hoogte van 6 meter. Erf en perceelsafscheidingen mogen binnen de “zone bijgebouwen” een hoogte hebben van maximaal 2 meter. Erf-en perceelsafscheidingen buiten de “zone bijgebouwen” mogen een maximale bouwhoogte van 1 meter hebben. Het college kan voor dit maximum van 1 meter ontheffing verlenen tot een maximale hoogte van 2 meter voor erf- en perceelsafscheidingen die te behoeve van de privacy op hoekpercelen dan wel grenzend aan openbaar groen worden geplaatst. Een ontheffing wordt alleen verleend als dit met het oog op het stedenbouwkundig beeld dat in het bestemmingsplan is beoogd in overeenstemming is en de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar aangetast wordt.

Beroep of bedrijf aan huis

Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis is in de planregels onder voorwaarden mogelijk gemaakt. De belangrijkste voorwaarden zijn dat de activiteiiten in ieder geval uitgeoefend moeten worden door de bewoner van de woning en dat niet meer dan 50m2 van de woning mag worden aangewend. Tevens mogen de activitieiten geen nadelige gevolgen voor woon- en leefmilieu hebben, geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken. De activiteiten zijn ook toegestaan in een vrijstaand bijgebouw.

Het beroep aan huis is bij recht onder voorwaarden toegestaan. Voor de definite van beroep aan huis wordt aangesloten bij de geldende jurisprudentie. Voorbeelden van een beroep aan huis zijn een architect, notaris, advocaat, huisarts, fysiotherapeut en advies- en ontwerpbureaus. Voor toegestane bedrijven aan huis geldt een limitatieve lijst met bedrijfsactiviteiten, die als bijlage bij de planregels is opgenomen. In deze lijst worden geen hindergevoelige functies als bedrijfsmatige activiteiten aan huis toegestaan om overlast en/of belemmeringen voor omwonenden te voorkomen.

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van bovengenoemde lijst met bedrijfsactiviteiten, mits de aard en invloed van het bedrijf aan huis vergelijkbaar is met de in de lijst genoemde activiteiten.

Overig
Opgemerkt wordt dat ten aanzien van de vereiste parkeergelegenheid op het bijbehorende terrein, derhalve ook bij de uitoefening van een bedrijf of beroep aan huis, in de bouwverordening voorwaarden zijn gesteld. In een bijlage bij de bouwverordening zijn onder andere bruikbaarheidsvereisten en de normen per functie vastgelegd. Wat voldoende is, wordt op basis van de bouwverordening bepaald bij de boordeling van een bouwaanvraag.


3 Algemene regels
In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het hele plan. Denk aan de anti-dubbeltelregel, algemene procedurebepalingen maar ook regels met betrekking tot mogelijke binnenplanse ontheffingen (een binnenplanse ontheffing is, zoals het woord het al zegt, een ontheffingsmogelijkheid in het bestemmingsplan zelf van de regels uit datzelfde bestemmingsplan. Dit in tegenstelling tot 'buitenplanse' ontheffingen). Het zijn allemaal belangrijke regels die voor het gehele plan gelden: ze moeten daarom altijd goed gelezen worden vóórdat op basis van de bestemmingregels interpretaties worden verricht;


4 Overgangs- en slotregels
In het laatste hoofdstuk wordt het overgangsrecht geregeld en wordt bepaald hoe het bestemmingsplan heet (de slotregel).