Plan: | Parapluherziening parkeren 2024 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0274.bp0209ag-va02 |
De Reparatiewet Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is op 29 november 2014 in werking getreden (Stb. 2014, 458). In deze wet is onder andere bepaald dat artikel 8 lid 5 Woningwet vervalt. Op basis van dit artikel konden in de gemeentelijke 'Bouwverordening' stedenbouwkundige voorschriften - waaronder voorschriften met betrekking tot parkeren - worden opgenomen. Met de intrekking van artikel 8 lid 5 Woningwet, is de grondslag vervallen voor artikel 2.5.30 van de 'Bouwverordening'. Nu de stedenbouwkundige bepalingen uit de 'Bouwverordening', en daarmee de parkeerregeling uit artikel 2.5.30, zijn vervallen moet de parkeerregeling voortaan in het bestemmingsplan worden geregeld (en, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, in het omgevingsplan). In de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (per 1 november 2014) is een bepaling opgenomen, die het mogelijk maakt in de regels een koppeling te maken met gemeentelijke beleidsregels, zoals een gemeentelijke parkeernota. Een bestemmingsplan kan daarmee regels bevatten "waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels".
Op grond van artikel 133 van de Woningwet hield de 'Bouwverordening' aanvullende werking tot 1 juli 2018, tenzij het bestemmingsplan expliciet bepaalde dat de bepalingen van de 'Bouwverordening' niet van toepassing waren (zie o.a. AbRvS 13 mei 2009, 200806725/1/H1 en AbRvS 30 oktober 2002, 200202284/1). Er was dus sprake van een overgangstermijn. Na 1 juli 2018 verloren de stedenbouwkundige bepalingen in de 'Bouwverordening' hun (aanvullende) werking.
In Renkum is alleen in de recent vastgestelde bestemmingsplannen (vanaf circa 30 september 2015) een parkeerregeling opgenomen. Het gaat hierbij om bestemmingsplannen voor diverse nieuwe ontwikkelingen en beheerbestemmingspannen waaronder 'Oosterbeek-Zuid 2016' en 'Wolfheze 2017'. In deze recente bestemmingsplannen wordt verwezen naar het Renkumse parkeerbeleid, zoals opgenomen in de Parkeernota 2014-2020. Ook in de overige en oudere bestemmingsplannen moet een parkeerregeling worden opgenomen. Anders kan bij aanvragen om een omgevingsvergunning gebaseerd op deze oudere bestemmingsplannen geen parkeertoets meer plaatsvinden.
Dit bestemmingsplan voorziet in een parkeerregeling voor de oudere bestemmingsplannen in de gemeente die nog geen parkeerregeling kennen. Dit betekent dat het voorliggende bestemmingsplan 'Parapluherziening parkeren 2024' aan die bestemmingsplannen een parkeerregeling toevoegt die regelt dat op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid moet zijn. De regeling in dit parapluplan is wel iets uitgebreid / verder verduidelijkt ten opzichte van de parkeerregeling in de recente bestemmingsplannen. De uitbreiding behelst met name een iets andere wijze van opschrijven en het duidelijker opnemen van een apart artikel voor laden en lossen. Ook is een explicietere verbodsbepaling over 'strijdig gebruik' opgenomen voor de situatie nadat een bouwplan of een gebruikswijziging is gerealiseerd, en er niet voldoende parkeerplaatsen zijn gerealiseerd dan wel dat de parkeerplaatsen niet in stand gehouden worden. De verbodsbepaling bevordert de handhaafbaarheid van het plan.
Met voorliggend paraplubestemmingsplan worden alle daarvoor in aanmerking komende bestemmingsplannen relatief eenvoudig in één ruimtelijke procedure voorzien van een actuele parkeerregeling.
Het gebied waar het parkeren geregeld moet worden omvat de oudere bestemmingsplannen van de gemeente (van grofweg vastgesteld voor grofweg oktober 2015). Voor de gronden binnen de gemeente gelden veel verschillende bestemmingsplannen van wisselende ouderdom. Omdat de parkeerregeling de individuele bestemmingsplangebieden overstijgt, en slechts één onderdeel van de ruimtelijke ordening in het gebied omvat, is besloten het gewenste beschermingsregime voor die oudere bestemmingsplannen juridisch te verankeren via een paraplubestemmingsplan. Het paraplubestemmingsplan wordt niet als zodanig genoemd in de Wet ruimtelijke ordening maar is een mogelijkheid (die ook in de jurisprudentie is geaccepteerd) om plannen gedeeltelijk te herzien gedurende de looptijd van een bestemmingsplan.
Voor de gronden waarop voorliggend paraplubestemmingsplan betrekking heeft gelden diverse bestemmingsplannen. Deze plannen, met name de plannen die dateren van grofweg voor oktober 2015, omvatten geen dan wel onvoldoende juridische handvatten om het parkeren op een adequate wijze te kunnen regelen. Nadat voorliggend plan rechtskracht heeft, geldt voor heel Renkum een juridisch handhaafbare parkeerregeling.
Het plangebied voor deze parapluherziening omvat de oudere bestemmingsplannen van de gemeente Renkum. In Bijlage 1 van de regels is een overzicht van de bestemmingsplannen opgenomen. Dit overzicht is ook hierna vermeld. Op de daaronder staande afbeelding is het plangebied van voor voorliggende bestemmingsplan 'Parapluherziening parkeren 2024' weergegeven.
Afbeelding 1.1: Tabel uit Bijlage 1 bij de regels; De bestemmingsplannen waarop het voorliggende bestemmingsplan 'Parapluherziening parkeren 2024' op van toepassing is.
Afbeelding 1.2 Plangebied bestemmingsplan.
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart) en regels en gaat vergezeld van een toelichting. Op de verbeelding staat, in dit geval, enkel het gebied weergegeven waar het bestemmingsplan geldt. De regels bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. De verbeelding en de regels vormen samen de juridisch bindende elementen van het bestemmingsplan. Deze bestemmingsplanonderdelen vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende gedachten.
Dit plan is conform de Wro vormgegeven volgens de SVBP (Standaard voor vergelijkbare Bestemmingsplannen) 2012. Het SVBP geeft voorschriften over inrichting van de kaart (kleuren en tekens) en de opbouw van de regels.
De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit 4 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk volgt in Hoofdstuk 2 de beschrijving van het juridisch en beleidskader voor dit bestemmingsplan. In Hoofdstuk 3 volgt een toelichting op de regels van het bestemmingsplan en de economische uitvoerbaarheid. In het laatste hoofdstuk, Hoofdstuk 4, van dit bestemmingsplan wordt ingegaan op de procedure, die voorliggend bestemmingsplan doorloopt.
Dit hoofdstuk beschrijft, voor zover van belang, het ruimtelijk rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid en de toepasselijke regelgeving. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifieke voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven.
Reparatiewet BZK
De 'Reparatiewet Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties' (BZK) is op 29 november 2014 in werking getreden (Stb. 2014, 458). In die wet zijn de bepalingen van de Woningwet geschrapt die de grondslag vormden voor het opnemen van stedenbouwkundige voorschriften in de Bouwverordening.
Een belangrijk stedenbouwkundig voorschrift betrof de in artikel 2.5.30, eerste lid van de (Model)Bouwverordening opgenomen verplichting dat ten behoeve van het parkeren van auto's in voldoende mate ruimte moest zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Voor opname van dit voorschrift in de bouwverordening is sinds enkele jaren niet langer een wettelijke basis aanwezig (tot 1 juli 2018 gold nog overgangsrecht op grond van artikel 133 Woningwet. Ook die datum is verstreken.) Parkeren dient dus voortaan in het bestemmingplan geregeld te worden. Dit is in de recente bestemmingsplannen ook gebeurd.
Artikel 3.1.2, tweede lid, onder a van het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een bestemmingsplan regels kan bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Concreet betekent dit dat een bestemmingsplan regels over parkeren kan bevatten die verwijzen naar gemeentelijke beleidsregels over parkeren.
Renkumse beleidsregels voor parkeren
Op 26 februari 2014 is de 'Parkeernota 2014-2020' vastgesteld. Het Renkumse parkeerbeleid richt zich vooral op het tegengaan (voorkomen) van parkeeroverlast en op het stimuleren van intensief ruimtegebruik. In deze parkeernota wordt onder andere verwezen naar van toepassing zijn de CROW-richtlijnen voor wat betreft parkeren en laden en lossen. Als de gemeente Renkum nieuw parkeerbeleid maakt, gaan deze nieuwe beleidsregels op grond van dit bestemmingsplan automatisch het toetsingskader vormen voor de onderdelen parkeren en laden en lossen. Dit vanwege de zogenaamde 'dynamische' verwijzing die is opgenomen in de planregels. Deze zorgt ervoor dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, deze wijzigingen gelden vanaf het tijdstip van bekendmaking.
Met voorliggend paraplubestemmingsplan worden alle oude (grofweg voor oktober 2015 vastgestelde) geldende bestemmingsplannen relatief eenvoudig in één ruimtelijke procedure voorzien van een parkeerregeling die voldoet aan de wettelijke vereisten en die ook toekomstbestendig is vanwege de 'dynamische verwijzing'.
Het paraplubestemmingsplan herziet alle regels op het gebied van parkeernormen uit alle onderliggende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen van de gemeente Renkum die in Bijlage 1 bij de regels zijn aangegeven. De overige aspecten / regels van de onderliggende plannen blijven onverkort van kracht.
In dit hoofdstuk staat een toelichting op de regels van het bestemmingsplan en de economische uitvoerbaarheid.
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De Standaard voor vergelijkbare bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012) is verplicht.
De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 maakt het mogelijk bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid. Een bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen, te weten een 'toelichting', de 'regels' en een 'verbeelding'. De verbeelding en de regels vormen samen het juridische deel van het bestemmingsplan. Alleen deze twee zijn bindend voor de burger en de overheid.
Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat, zoals hiervoor beschreven, uit planregels en bijbehorende verbeelding waarop de bestemmingen zijn aangegeven. Deze verbeelding kan zowel digitaal als analoog worden vervaardigd. De verbeelding en de planregels dienen in samenhang te worden bekeken.
De regels in het voorliggende bestemmingsplan zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 van de regels bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied en bevatten:
In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen, voor een eenduidige interpretatie van deze begrippen.
Dit artikel geeft de reikwijdte van dit paraplubestemmingsplan aan. Alle ruimtelijke plannen waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft zijn genoemd in Bijlage 1 bij de regels.
Hoofdstuk 2 van de regels beschrijft de van toepassing zijnde bestemmingsregels. Dit paraplubestemmingsplan bevat echter geen bestemmingsregels. Het paraplubestemmingsplan dient als aanvulling op de bestaande bestemmingsplannen. Alle bestemmingsregels uit de onderliggende bestemmingsplannen blijven dus van kracht (met uitzondering van de eventuele regels over laden en lossen en/of parkeren). Het bestemmingsplan 'Parapluherziening parkeren 2024' voegt in feite regels over parkeren op eigen terrein en laden en lossen toe aan de regels van die geldende bestemmingsplannen.
Hoofdstuk 3 van de regels regelt de anti-dubbeltelregel en de parkeerregeling die wordt toegevoegd aan de van toepassing zijnde bestemmingsplannen.
Deze regel bepaalt dat er niet twee keer voor eenzelfde locatie een bouwplan kan worden ingediend.
In dit artikel worden de algemene regels die gelden voor de van toepassing zijnde bestemmingsplannen genoemd. Het gaat in dit geval op het toevoegen van een parkeerregeling.
Artikel 4.1 Parkeernormen
In lid 4.1.1 wordt een koppeling gelegd tussen de regels van het bestemmingsplan en de gemeentelijke beleidsregels voor het parkeren. De normen voor parkeren, stallen, laden en lossen zelf liggen namelijk niet vast in dit bestemmingsplan maar in gemeentelijke beleidsregels. Deze beleidsregels geven aan wanneer er sprake is van voldoende ruimte voor parkeren, stallen, laden en lossen. Uitgegaan wordt altijd van de gemeentelijke beleidsregels voor het parkeren zoals die gelden op het moment van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
In lid 4.1.2 wordt aangegeven wat als strijdig gebruik van gronden en bouwwerken is aangemerkt. Strijdig gebruik is het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte is aangebracht en in stand wordt gehouden op eigen terrein voor parkeren, stallen, laden en lossen overeenkomstig het gemeentelijke beleid.
In lid 4.1.3 regelt de mogelijkheid dat er afgeweken kan worden en bepaalt de voorwaarden hiervoor.
In Hoofdstuk 4 staan de overgangs- en slotregels. In de overgangsbepalingen is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan.
Voorliggend bestemmingsplan is beheermatig van aard. De uitvoering van het bestemmingsplan brengt geen kosten met zich mee. Een onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid kan achterwege gelaten worden.
In het kader van het wettelijk verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) worden voorontwerpbestemmingsplan verzonden aan de gebruikelijke partners, waaronder de provincie. Echter hier zijn geen belangen van de partners aanwezig, want het gaat slechts om het toevoegen van een goede parkeerregeling aan een aantal bestemmingsplannen. Indien partners van mening (zouden) zijn dat dit wel het geval is kunnen zij een zienswijze indienen over het ontwerpplan.
Het ontwerpbestemmingsplan 'Parapluherziening parkeren 2024' heeft vanaf 6 december 2023 gedurende zes weken, dus tot en met 16 januari 2024 ter inzage gelegen. In de genoemde periode zijn geen zienswijzen ingediend. In het Gemeenteblad van 6 december 2023 en in het huis-aan-huis blad Rijn en Veluwe van 6 december 2023 is de ter inzage legging bekend gemaakt. Ook op de gemeentelijke website is deze bekendmaking gepubliceerd. Het bestemmingsplan heeft in deze periode analoog ter inzage gelegen in het gemeentehuis. Het bestemmingsplan was digitaal ook in te zien op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl en op de gemeentelijke website www.renkum.nl.
Voorafgaand aan de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is op 8 november 2023 de kennisgeving op grond van artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening gepubliceerd in het Gemeenteblad en in de Rijn en Veluwe en op de gemeentelijke website. In die kennisgeving was aangegeven dat het ontwerpbestemmingsplan naar verwachting halverwege / eind december 2023 in ontwerp ter inzage gelegd zou worden.
Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Omdat er geen zienswijzen zijn ingediend, zijn er ook geen wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van zienswijzen.
Er zijn geen ambtshalve wijzigingen doorgevoerd.