direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Putten Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BP62113-0003

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen die hierna zijn aangeven:
    maatschappelijke voorzieningen   ter plaatse van de aanduiding  
    begraafplaats   begraafplaats  
    kerk   religie  
    basisschool   onderwijs  
    tandarts   specifieke vorm van maatschappelijk - tandartspraktijk  
    gemeentehuis   openbare dienstverlening  
    bibliotheek   bibliotheek  
    zalencentrum met ondergeschikte horecavoorzieningen   specifieke vorm van maatschappelijk - zalencentrum  
  • b. wonen boven de eerste bouwlaag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • c. het behoud, de bescherming of het herstel van de cultuurhistorische waarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', en
  • d. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals fietsenstallingen en nutsvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, niet zijnde dienst- of andere woningen, en
  • b. andere bouwwerken, zoals pergola's, vlaggenmasten en erf- of perceelafscheidingen.
11.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 11.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag op bij eenzelfde vestiging, instelling of voorziening behorende gronden 100% bedragen;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)";
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen bergingen, fietsenstallingen en andere ondergeschikte dienstgebouwen buiten bouwvlakken worden gebouwd, tot bij elke vestiging een gezamenlijke oppervlakte van 100 m² en een bouwhoogte van 3 m;
  • e. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
licht- en andere masten en beeldende kunstwerken   10 m  
luifels   4 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw  
2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de goot- en bouwhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling en gevelindeling van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ten behoeve van het handhaven van de verschijningsvorm van de betrokken gebouwen.