Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot doel, strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder een strijdig gebruik, als bedoeld in lid 31.1 wordt, tenzij dat volgens de geldende bestemming uitdrukkelijk is toegestaan, in ieder geval verstaan een gebruik van:
- de onbebouwde gronden als:
1. opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, bouwmaterialen, afval, puin, grind en brandstoffen;
2. uitstallings- of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;
3. uitstallings- of opslagplaats dan wel stand- of ligplaats voor onderkomens; - bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
1. een seksinrichting en een escortbedrijf;
2. raam- en straatprostitutie.
Het in lid 31.1 vervatte verbod geldt niet voor het houden van evenementen die vergund zijn op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen in artikel 31.1 en 31.2 voor het vestigen van een seksinrichting of escortbedrijf onder de voorwaarden, dat:
- de vestiging past binnen het maximumstelsel, zoals dat geldt op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen;
- primair wordt aangesloten bij het huidige en toekomstige stedelijk hoofdwegennet;
- de activiteit, gelet op de aard en invloed ervan, niet leidt tot een onevenredige aantasting van het karakter van de omgeving. Bij de beoordeling van de aard en invloed op de omgeving worden de volgende aspecten mede in de beoordeling betrokken:
1. de aanwezigheid van gevoelige functies in de omgeving, zoals religieuze functies (kerken, moskees e.d.), scholen (en andere door kinderen gebruikt gebouwen, zoals bijvoorbeeld kinderopvang) e.d., met dien verstande dat:
a. de in acht te nemen afstand tot dergelijke functies tenminste 50 meter dient te bedragen;
b. rekening wordt gehouden met de aanlooproutes van de gevoelige functies;
2. het voorkomen of beperken van overlast voor de omgeving;
3. het voorkomen van nieuwe concentraties van seksinrichtingen en escortbedrijven door een afstand van tenminste 250 meter aan te houden tot een bestaand bedrijf in dezelfde straat of buurt;
4. de aard van de activiteit, te weten een overwegende avond of nachtactiviteit;
5. de sociale- en brandveiligheid;
6. het voorkomen of beperken van een verkeersaantrekkende werking;
7. de verkeersveiligheid, met name in relatie tot de ontsluiting van het erf;
8. het voorkomen of beperken van een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte, waarbij wordt uitgegaan van parkeren op eigen erf.
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 31.1, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.