Bij de toepassing van het plan wordt als volgt gemeten:
- 1. afstanden tussen lijnen op de kaart
- 2. afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens
- 3. bebouwde oppervlakte
- 4. bedrijfsvloeroppervlakte
- 5. goothoogte van een gebouw
- 6. inhoud van een gebouw
- 7. (maximum) bebouwingspercentage
- 8. minimum bebouwingspercentage
- 9. (maximale) (nok)hoogte van een gebouw of bouwwerk
- 10. minimale (nok) hoogte van een gebouw of bouwwerk
- 11. verkoopvloeroppervlak
- 12. vloeroppervlak
- 13. peil
afstanden tussen lijnen op de kaart worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn.
de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens.
de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals luifels en balkons.
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie.
de hoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel boven peil. Schoorstenen, lucht- en liftkokers en andere technische ruimten en/of constructies alsmede antennes, welke dienstbaar zijn aan het functioneren van het gebouw, vallen hier buiten. Indien zich aan enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%), wordt de goot of boeibord van de dakkapel als goot- of boeiboordhoogte aangemerkt.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren) en dakvlakken, zulks met inbegrip van uitbouwen en dakkapellen boven peil.
een op de plankaart aangegeven percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel.
een op de plankaart aangegeven percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen het bouwvlak minimaal moet worden bebouwd. Dit percentage geldt zowel voor elk afzonderlijk bouwperceel.
de maximaal toegestane hoogte van de nok of het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, gemeten boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers en andere technische ruimten en/of constructies alsmede antennes, welke dienstbaar zijn aan het functioneren van het gebouw, vallen hier buiten.
de minimale hoogte van de nok of het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, gemeten boven peil; schoorstenen, lucht- en liftkokers en andere technische ruimten en/of constructies alsmede antennes, welke dienstbaar zijn aan het functioneren van het gebouw, vallen hier buiten.
de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken.
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
- voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.