direct naar inhoud van Regels
Plan: Nijmegen Ruimte voor de Waal - 5 (WCN)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.PH21005-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal - 5 (WCN) met identificatienummer NL.IMRO.0268.PH21005-VG01 van de gemeente Nijmegen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.6 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.7 watersportactiviteiten

recreatief en/of educatief medegebruik van het water inclusief wedstrijden georganiseerd door de gebruikers van het watersportcentrum.

1.8 watersportcentrum

een gebouw met bijbehorende voorzieningen voor:

  • de reddingsbrigade;
  • (sport)verenigingen voor watersportactiviteiten voor uitsluitend niet gemotoriseerde (georganiseerde) watersport.
  • maximaal 30% van het vloeroppervlak van het gebouw ten behoeve van (water)sport gerelateerde functies (zoals fysiotherapie, fitness/sportschool, (water)sportgerelateerde dienstverlening, (water)sportgerelateerde detailhandel en (water)sportgerelateerde verhuur voor uitsluitend niet gemotoriseerde (georganiseerde) watersport)

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De regels behorende bij het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal, het facetbestemmingsplan Archeologie en het facetbestemmingsplan Parkeren zijn onverminderd van toepassing op de gronden die betrokken zijn bij de onderhavige partiële herziening.

Artikel 2 Water - 2

Het bepaalde in artikel 14 Water - 2 van het bestemmingsplan 'Nijmegen Ruimte voor de Waal' blijft onverminderd van toepassing op dit plan, tenzij hierna anders is bepaald.

  • 1. Voor de toepassing van dit plan wordt artikel 14.1.c van de planregels als volgt gewijzigd: "ter plaatse van de middels de figuur 'relatie' verbonden aanduidingen 'passantenhaven' tevens voor een passantenhaven voor in totaal maximaal 30 plekken met de bijbehorende voorzieningen;"

Artikel 3 Leiding - 50 kV kabelverbinding

In verband met de ligging van een 50 kV kabelverbinding in het plangebied worden de volgende regels toegevoegd:

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - 50 kV kabelverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse 50 kV kabelverbinding.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
3.2.2 Specifieke bouwregels
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn.
  • b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij het gaat om (vervanging van) bestaande bouwwerken.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

lid 3.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.

3.3.2 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet worden geschaad.

3.3.3 Adviesprocedure voor afwijkingen

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leiding(en) niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden op of in de in lid 3.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het rooien van diepwortelende beplantingen, het kappen van bomen en het indrijven van voorwerpen in de grond;
  • d. het aanleggen van half open verhardingen van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het aanleggen van rioleringen, leidingen of kabels anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • f. het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen).
3.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
3.4.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet worden geschaad.

3.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het planten van bomen;
  • b. aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • c. het aanleggen van gesloten verhardingen;

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene aanduidingsregels

Het bepaalde in artikel 25 Algemene aanduidingsregels van het bestemmingsplan 'Nijmegen Ruimte voor de Waal' blijft onverminderd van toepassing op dit plan, tenzij hierna anders is bepaald.

5.1 gebiedsaanduidingen

Voor de toepassing van dit plan wordt artikel 25 van de planregels als volgt gewijzigd:

5.1.1 overige zone - watersport 1

Voor de toepassing van dit plan wordt artikel 25 van de planregels als volgt gewijzigd:

een nieuw lid 4 wordt ingevoegd dat als volgt komt te luiden:

"25.4 overige zone - watersport 1

Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - watersport 1' zijn tevens watersportactiviteiten behorende bij het watersportcentrum toegestaan."

5.1.2 overige zone - watersport 2

Voor de toepassing van dit plan wordt artikel 25 van de planregels als volgt gewijzigd:

een nieuw lid 5 wordt ingevoegd dat als volgt komt te luiden:

"25.5 overige zone - watersport 2

Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - watersport 2' zijn tevens watersportactiviteiten behorende bij het watersportcentrum toegestaan. Tevens zijn vlonders, (drijvende) aanlegsteigers en dergelijke bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde ten behoeve van het watersportcentrum toegestaan met een maximale bouwhoogte van 10 meter voor palen en lichtmasten en een maximale bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde van 4 meter."

5.1.3 overige zone - watersport 3

Voor de toepassing van dit plan wordt artikel 25 van de planregels als volgt gewijzigd:

een nieuw lid 6 wordt ingevoegd dat als volgt komt te luiden:

"25.6 overige zone - watersport 3

Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - watersport 3' zijn tevens bijbehorende voorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde bij het watersportcentrum, zoals paden, trappen, hellingbanen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en dergelijke toegestaan. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde mag ten hoogste 3 meter bedragen."

5.1.4 overige zone - watersportcentrum

Voor de toepassing van dit plan wordt artikel 25 van de planregels als volgt gewijzigd:

een nieuw lid 7 wordt ingevoegd dat als volgt komt te luiden:

"25.7 overige zone - watersportcentrum

25.7.1 Omschrijving gebiedsaanduiding

Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'overige zone - watersportcentrum' is tevens één gebouw ten behoeve van het watersportcentrum met de daarbij behorende activiteiten, waaronder reparatie en onderhoud en bijbehorende voorzieningen bij het watersportcentrum, zoals paden, trappen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en dergelijke toegestaan.

25.7.2 Bouwregels

De bouwhoogte van het gebouw mag niet meer bedragen dan de hoogte van de bestaande brug. Bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde ten behoeve van het watersportcentrum zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 10 meter voor palen en lichtmasten en een maximale bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde van 4 meter.

25.7.3 Gebruiksregels

Ondersteunende horeca

In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, recreatie en/of sport, en niet voor horeca, is ondersteunende horeca onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  • de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit;
  • de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
  • de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen aparte ingang;
  • er is in het pand vrij toegankelijke sanitaire ruimte;
  • voor de horeca-activiteit mag geen aparte reclame worden gemaakt;
  • van het totale vloeroppervlak van een voorziening gericht op cultuur en ontspanning, een kantoor, maatschappelijke voorziening, een recreatieve- en sportvoorziening (met uitzondering van een sporthal en sportveld) mag maximaal 10% aan ondersteunende horeca worden besteed.

De gehanteerde oppervlaktematen betreffen de totale oppervlakte ten dienste van de ondersteunende horecafunctie, niet inbegrepen de daarbij behorende ruimten als opslag, keuken- en toiletruimten."

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken
6.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
6.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 6.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 6.1.1 met maximaal 10%.

6.1.3 Uitzonderingen

Artikel 6.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.2 Overgangsrecht gebruik
6.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

6.2.2 Strijdig gebruik
  • a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 6.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 6.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
6.2.3 Uitzonderingen

Artikel 6.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Nijmegen Ruimte voor de Waal - 5 (WCN)'.