3.4 Lucht
Algemeen
Als een ruimtelijk plan getoetst wordt op luchtkwaliteit, dan moet gelet worden op de volgende twee zaken:
-
a. het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor als bron van slechte luchtkwaliteit.
-
b. het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit.
Beoordeling
Het plan betreft het toevoegen van één dienstwoning op de locatie Frans Halsstraat 33.
-
a. De verkeersaantrekkende werking van het plan is zodanig beperkt, dat sprake is van een “niet in betekenende mate” plan (NIBM). Toetsing aan luchtkwaliteitseisen is dan niet nodig.
-
b. Een plan moet voldoen aan “goede ruimtelijke ordening in relatie tot luchtkwaliteit”. Deze verplichting volgt uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Op deze planlocatie is geen sprake van (dreigende) overschrijding van grenswaarden voor luchtkwaliteit.
Conclusie
Vanuit het aspect luchtkwaliteit volgen geen beperkingen voor dit plan.