direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Nijmegen-Oost 24 (Frans Halsstraat 33)
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.PB49W24-VG01

2.2 Provinciaal en regionaal beleid

Algemene structuurvisie ruimtelijke ordening, provincie Gelderland (voorheen Streekplan Gelderland 2005)

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Het streekplan is in september 2005 van kracht geworden. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. 

Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem – Nijmegen moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Binnen het groen-blauwe raamwerk (onder andere nationaal landschap Gelderse Poort) geeft de provincie alle ruimte aan natuur. Verstedelijking is hier niet toegestaan, tenzij er een groot belang in het geding is. In het multifunctionele gebied staat het de gemeenten vrij zelf het ruimtelijk beleid te bepalen, rekening houdend met de waardevolle landschappen in deze gebieden. 

Hieronder volgen de voor dit (bestemmings)plan relevante hoofdlijnen van de Structuurvisie.

Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is, dat de gemeenten voorzien in een aanbod aan woningen, dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte.

Het woonbeleid wordt omschreven als een beleid gericht op voldoende aanbod van kwalitatief passende woningen en woonmilieus voor de Gelderse bevolking van nu en van de toekomst. In het streekplan gaat het om voldoende ruimte op geschikte locaties voor het accommoderen van die kwalitatieve woningbehoefte. De inspanningen ten aanzien van de woningbouw richten zich op het realiseren van de regionale woningbehoefte.

Het Gelders kwalitatief woonbeleid richt zich zowel op bestaand bebouwd gebied (herstructurering, transformatie) als op nieuw stedelijk gebied (uitbreiding). Het aanbod aan woningen en woonmilieus moet beter aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Voorts wil de provincie een versnelling bevorderen van herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, het aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie, het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en het versterken van verscheidenheid en identiteit.

De voorgenomen ontwikkeling past binnen het hierboven beschreven provinciaal beleid, omdat de realisatie van de dienstwoning bijdraagt aan het woningaanbod dat aansluit bij de regionale kwalitatieve woningbehoefte.

Stadsregio Arnhem Nijmegen, Regionaal Plan 2005-2020

Het plangebied is onderdeel van de stadsregio KAN (Knooppunt Arnhem Nijmegen). Het KAN heeft samen met de provincie het Regionaal Plan 2005-2020 opgesteld. De Stadsregio Arnhem Nijmegen legt in het Regionaal Plan de gemeenschappelijke beleidsambities vast voor de ontwikkeling van de regio Arnhem Nijmegen. Het Regionaal Plan laat zien hoe de betrokken gemeenten binnen de stadsregio streven naar een hoogwaardige regionale ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen als geheel. Onderstaand zijn enkele relevante beleidsuitgangspunten opgenomen.

De doelstelling van het Regionaal Plan 2005-2020 is dat voor iedere (toekomstige) inwoner van de stadsregio een juiste woning beschikbaar is met betrekking tot prijs, eigendomssituatie, aard & type en locatie. Daartoe worden in de periode 2005 – 2010 ten minste 24.600 woningen gebouwd, inclusief de vervangende nieuwbouw voor te slopen woningen. Voor de periode 2010 – 2015 geldt vooralsnog een opgave van circa 15.500 woningen.

Het Gelders kwalitatief woonbeleid is uitgangspunt. Dit is gericht op voldoende aanbod van kwalitatief passende woningen en woonmilieus voor de regionale woningbehoefte. Vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en woningen in centrumstedelijke en landelijke woonmilieus moet worden bevorderd. Daarnaast wordt ingezet op het versnellen van herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, versnelling van de woningproductie, het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken en het versterken van verscheidenheid en identiteit. Voor de periode 2005 – 2015 geldt als randtotaal de nieuwbouw van 34.000 woningen (uitbreiding woningvoorraad). De stadsregio moet zelf bepalen welk aandeel van de woningvoorraad wordt gerealiseerd in bestaand bebouwd gebied, met als provinciale referentie dat 30% van de uitbreiding van de woningvoorraad wordt gebouwd in bestaand bebouwd gebied. Uitgangspunt voor de ruimtelijke inpassing van de bouwopgave in de stadsregio is het concessiebeleid met contouren voor woningbouw.

De ontwikkeling van het plangebied past binnen de beleidslijnen van het Regionaal Plan 2005-2020.