direct naar inhoud van 1.3 Stedenbouwkundige paragraaf
vastgesteld
NL.IMRO.0268.PB24003-VG01

1.3 Stedenbouwkundige paragraaf

1.3.1 Park Waaijenstein en Landgoed Oosterhout

De inrichting van het park Waaijenstein sluit aan op het landgoed. In het gebied wordt voortgeborduurd op de reeds aanwezige landschappelijke kamers van het Landgoed Oosterhout. Door het toevoegen van een flink bosperceel en nieuwe laanstructuren worden nieuwe landschappelijke kamers gecreëerd. Aan de westzijde wordt in park Waaijenstein gekozen om de Rietgraaf, de Ressense wal en de structuur van het Landgoed Oosterhout te gebruiken als dragers van het park. Park Waaijenstein krijgt de uitstraling van een parkachtig landschap. De watergang die zich door het park slingert zal in verbinding staan met de naastgelegen Oosterhoutse plas. Er ontstaat bovendien een natuurlijke verbinding tussen de Oosterhoutse plas en de buitendijks gelegen Oosterhoutse waarden.

Waaijenstein verbindt het centrumgebied van de Waalsprong en het woongebied Woenderskamp met het woonpark Oosterhout. Door de zo ontstane centrale ligging kan het park uitgroeien tot een park dat intensief wordt gebruikt door de bewoners van woonpark Oosterhout, Groot-Oosterhout, de Citadel en het toekomstige woongebied de Woenderskamp.

In het park Waaijenstein wordt ook voorzien in diverse bijzondere vormen van woningbouw, in de nieuwe landschappelijke kamers. De aanwezige kwaliteiten, zoals de bestaande bomen, hagen, de Rietgraaf, houtwallen en kavel- of slotenpatroon blijven behouden. De Ressense Wal wordt waar nodig aangeplant met nieuwe fruitbomen. Het gebied voorziet in een netwerk van paden voor wandelaars en fietsers.

1.3.2 De ruimtelijke structuur van het landgoed Oosterhout

Landgoed Oosterhout

Een bijzonder en ook omvangrijk element in het gebied rond de woonwijk Oosterhout is het landgoed Oosterhout. Het landgoed is een Rijksmonument. Het landgoed herbergt verschillende weilanden, een parkbos met slingerende wandelpaden, een sterrenbos, een pinetum uit de jaren dertig (20e eeuw) en een tuin naar een ontwerp van tuinarchitect Mien Ruys. In de oorspronkelijke opzet bestaat ook nog een boomgaard.

Binnen het landgoed zijn vijf belangrijke oriëntatielijnen:

  • de toegangsweg vanaf de Groenestraat,
  • de zichtlijn vanaf het hoofdgebouw richting Van Boetzelaerstraat,
  • de oude kweldijk richting Rietgraaf,
  • de zichtlijn vanaf het hoofdgebouw richting Oosterhoutsedijk (voor de dijkophoging richting Stevenstoren),
  • de voormalige allee (nu knotwilgenlaantje) tussen de Groenestraat en de Oosterhoutsedijk.

Woningbouw

Naast wonen in het bos en langs de nieuwe lanen van het landgoed wordt er in de noordoostelijke hoek van het landgoed een cluster van bouwwerken voorgesteld. De bouwlocatie van deze woningen ligt buiten het blikveld dat de zichtlijnen vanuit de kern van het landgoed bestrijkt. Het cluster omvat een compacte bouwmassa bestaande uit vier relatief lage gebouwen op een gezamenlijk voetstuk.

Er is sprake van een bijzonder project dat een grote intern gerichte samenhang kent en zich – juist daardoor – herkenbaar verzelfstandigt van de structuur van het landgoed. De monumentale kwaliteiten van het landgoed worden hierbij niet geschaad. De aanwezige kwaliteiten, zoals de bestaande bomen, hagen, houtwallen, open weiden en kavel- of slotenpatroon blijven behouden.

Het terrein rondom het wooncomplex blijft zoveel mogelijk onaangetast. De bestaande weide blijft in tact met verspreid een cluster van bomen, waardoor het gebied zich in grote mate blijft verenigen met de betekenis van het perceel binnen het landgoed.

Het cluster van vier hoofdgebouwen staat geconcentreerd bij elkaar. Deze concentratie geeft het cluster van bebouwing een besloten karakter met een private binnenhof. Op de binnenhof is er ruimte voor groen en tuinen. Doordat de gebouwen uit elkaar en enigszins gedraaid in de open ruimte staan ten opzichte van de wanden van de landschappelijke kamer, behoudt het plan een open en transparant karakter. Het plan verenigd zich met de open weide van het landgoed.

Het parkeren voor de woningen is op eigen terrein maar buiten het cluster georganiseerd. Voor het parkeren wordt een kapschuur gerealiseerd met een landelijke uitstraling. De positionering en het materiaalgebruik is terughoudend in aansluiting op de rand van een bosschage. Het parkeren voor bezoekers is op een extensieve wijze georganiseerd aan de rand van de weide.