Nijmegen Ruimte voor de Waal - 1 (Aanpassen pijlers spoorbrug)

3.8 Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet is op 1 april 2002 in werking getreden. Deze wet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. In de Flora- en faunawet zijn EU-richtlijnen voor de bescherming van soorten opgenomen (Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn) en het internationale CITES-verdrag voor de handel in bedreigde diersoorten. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is: 'Nee, tenzij'. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen ('nee') kan onder voorwaarden ('tenzij') worden afgeweken. Daarnaast stelt de wet dat ook dieren die geen direct nut opleveren voor de mens van onvervangbare waarde zijn (erkenning van de intrinsieke waarde).

Zorgplicht en Verbodsbepalingen

In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen voor flora en fauna mag hebben. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren, beschermd of niet. In het geval van beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht voor dieren betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, met zo min mogelijk lijden gepaard gaat. De Flora- en faunawet bevat daarnaast een aantal verbodsbepalingen om ervoor te zorgen dat in het wild levende soorten zoveel mogelijk met rust worden gelaten. Deze verbodsbepalingen houden onder andere in dat (beschermde) planten niet geplukt mogen worden. Dieren (beschermd of niet) mogen niet gedood, verwond of gevangen worden. Ook de plaatsen waar dieren verblijven zijn beschermd. Het uitzetten van dieren of planten in de vrije natuur is niet toegestaan, net zomin als het kopen of verkopen van (beschermde) planten of dieren, of producten die van (beschermde) planten of dieren zijn gemaakt.

Bij ruimtelijke ingrepen dient er altijd te worden nagegaan of er een vergunning nodig is op grond van de Flora en Fauna wetgeving.

Op 3 februari 2012 heeft de Minster van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ontheffing ten behoeve van het project "Dijkteruglegging Lent" verleend "van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het beschadigen, vernielen of verstoren van voortplantings- of vaste rust of verblijfplaatsen van de steenuil en de kleine modderkruiper". De vergunning is onherroepelijk.

Ten behoeve van een "second opinion" heeft de gemeente Rotterdam het project beoordeeld op het gebied van flora en fauna. Geconcludeerd wordt dat er, mede in verband met een update van de inventarisatiegegevens in maart 2011 door Bureau Natuurbalans, er uitgebreid onderzoek is verricht naar nagenoeg alle, mogeljk voorkomende beschermde soorten en habitatypen ( zie de notitie "Analyse Flora en faunaonderzoeken t.b.v. project "aanpassing Spoorbrug te Nijmegen", 6 september 2012).

Tevens is in verband met de zorgplicht voor flora en fauna bepaald, dat een ecologisch werkprotocol dient te worden opgesteld. Er kan worden verwezen naar de notitie "Ecologisch werkprotocol t.b.v. uitvoeren werkzaamheden aan spoorbrug te Nijmegen" van de gemeente Rotterdam (d.d. 16 november 2012).