Plan: | Nijmegen Dijkversterking Wolferen-Sprok |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.FBP21500-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Nijmegen Dijkversterking Wolferen-Sprok' met identificatienummer NL.IMRO.0268.FBP21500-VG01 van de gemeente Nijmegen.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een gebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een kunstmatig opgehoogde heuvel in het landschap.
Een aaneengesloten stuk grond met een bepaald doel of eigendom.
De driedimensionale ruimte, vastgelegd in de Bijlage 1 behorende bij de regels van dit bestemmingsplan, ter weerszijden van, boven en onder een waterstaatwerk die naar het oordeel van de beheerder nodig is voor toekomstige verbeteringen.
Kunstmatige hoogte, natuurlijke hoogte of gedeelte daarvan, of hoge gronden met ondersteunende kunstwerken, die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes.
De plaats van waar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten wordt als volgt bepaald:
De regels in dit bestemmingsplan gelden in aanvulling op de regels van alle bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen die van kracht zijn op de gronden van dit bestemmingsplan, zoals deze op de vaststellingsdatum van onderhavig bestemmingsplan onherroepelijk van kracht zijn, en laten de regels uit de voorgenoemde plannen ongewijzigd.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden van, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder d voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien aangetoond en berekend is dat door de bebouwing en/of fundatie daarvan de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: de bestemming Waterstaat - Waterkering als bedoeld in lid 4.1 Bestemmingsomschrijving geheel of gedeeltelijk te doen laten vervallen indien op basis van de legger van het Waterschap of anderszins is aangetoond dat het Waterschap de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering niet langer noodzakelijk acht.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemming(en) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikelen 5.2.1 en 5.2.2 voor het bouwen van bouwwerken die op grond van het elders in deze regels bepaalde zijn toegestaan, mits dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering of de waterhuishouding. Alvorens omtrent een omgevingsvergunning te besluiten vraagt het bevoegd gezag de waterbeheerder als bedoeld in artikel 3.1 van de Waterwet om advies.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Activiteiten, zoals toegestaan in artikel 4 en 5, en voor zover nodig ter uitvoering van de dijkversterking Wolferen-Sprok, zijn uitsluitend toegestaan onder de voorwaarden dat:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 9.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 9.1.1 met maximaal 10 %.
Artikel 9.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Artikel 9.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan 'Nijmegen Dijkversterking Wolferen-Sprok'.