direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Nijmegen Brabantse Poort 2021
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BVa14000-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Sinds 15 mei 2013 geldt er voor het gebied Brabantse Poort een beheersverordening (beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort). Na deze datum zijn er gemeentebreed, en daarmee ook voor het gebied Brabantse Poort, een tweetal facetbestemmingsplannen vastgesteld. Het gaat hier om het facetbestemmingsplan Archeologie (2014) en het facetbestemmingsplan Parkeren (2017).

Op basis van jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 januari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:217) is vast komen te staan dat er in een gebied geen beheersverordening en een (facet)bestemmingsplan tegelijk kunnen gelden, aangezien de Wet ruimtelijke ordening (Wro) voor beide instrumenten een andere grondslag heeft (bestemmingsplan artikel 3.1 Wro en beheersverordening artikelen 3.38 en 3.39 Wro). Het gevolg is dat door de recentere vaststellingen van de facetbestemmingsplannen Archeologie en Parkeren de beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort is overschreven.

Met de beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort 2021 wordt de eerder geldende beheersverordening weer hersteld. De onderliggende beheersverordening en bestemmingsplannen zijn opgenomen in paragraaf 1.3. Deze beheersverordening bevat daarom geen nieuwe inventarisatie maar is niet meer dan het opnieuw vaststellen van het eerdere juridische kader. De onderbouwing van deze beheersverordening dient ook op deze manier gelezen te worden.

Tevens zorgt het herstellen van het juridisch kader via deze beheersverordening er voor dat met de inwerkingtreding van de Omgevingswet deze regeling op gaat in het Omgevingsplan van rechtswege.

Toekomstige ontwikkelingen in het plangebied zullen via een separaat bestemmingsplan of afwijken via een omgevingsvergunning worden mogelijk gemaakt en zullen op dat moment deze beheersverordening overschrijven.

1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving

Het besluitgebied van de beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort 2021 wordt begrensd door de woonbebouwing van Zwanenveld en de Van Rosenburgweg aan de zuidzijde, de snelweg A73 aan de westzijde en de woonwijken 't Broek en De Kamp aan de noordzijde. Het stadsdeelcentrum Dukenburg valt in het plangebied (zie kaart van het verordeningsgebied).

Het plangebied bestaat uit een zestal deelgebieden: het bedrijventerrein Kerkenbos (bedrijvenpark Lindenholt), de kantorenstrip Wijchenseweg, het bedrijfsterrein Van Rosenburgweg, het Takenhofplein, het stadsdeelcentrum Dukenburg en de woonboulevard Wijchenseweg.

Het plangebied van de beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort 2021 sluit aan op de plangebieden Nijmegen Lindenholt, Nijmegen Dukenburg en bedrijventerrein Groot Bijsterhuizen deelgebied Nijmegen. Het bestemmingsplan Nijmegen Groot Bijsterhuizen heeft sinds de vaststelling een klein deel van het eerdere besluitgebied overschreven (strook grond aan de oostzijde van de op- en afrit A73/N326).

Op onderstaande afbeelding (met blauwe bubbellijn en aan de zuidwestzijde de zwarte bubbellijn) is de ligging van het plangebied in de directe omgeving weergegeven. De exacte begrenzing van het plangebied is ingetekend op de verbeelding van deze beheersverordening.

1.3 Voorgaand juridisch kader

1.3 Voorgaand juridisch kader

Het juridisch kader dat is opgenomen in de beheersverordening is:

  • beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort (vastgesteld 15 mei 2013)
  • facetbestemmingsplan Archeologie (vastgesteld 25 juni 2014)
  • facetbestemmingsplan Parkeren (vastgesteld 13 september 2017)

Met de inwerkingtreding van de beheersverordening voor een gebied waarvoor een bestemmingsplan geldt, vervalt het bestemmingsplan voor zover het op dat gebied betrekking heeft. Er zijn geen bestemmingsplannen in procedure binnen het verordeningsgebied.

1.4 Leeswijzer

De voorliggende beheersverordening bestaat uit een verbeelding met bijbehorende regels en gaat vergezeld van een toelichting. De verbeelding van de beheersverordening geeft het besluitgebied weer. De verbeelding vormt samen met de regels het voor gebruikers juridisch bindende deel van de beheersverordening.

De toelichting geeft uitleg over de onderbouwing van de beheersverordening. Voor de onderbouwing van de beheersverordening wordt onder meer ingegaan op de achtergrond van het wettelijke instrument en de uitgangspunten.

Hoofdstuk 2 Achtergrond beheersverordening

2.1 Achtergrond beheersverordening

De beheersverordening is een vormvrij alternatief voor een bestemmingsplan waarmee het bestaande recht binnen een gebied opnieuw wordt vastgesteld. Het is niet mogelijk om met een beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Hiervoor dient met een omgevingsvergunning afgeweken te worden van de beheersverordening, of een nieuw bestemmingsplan vastgesteld te worden. De mogelijkheden om in afwijking van de beheersverordening een ontwikkeling mogelijk te maken zijn daarin niet anders dan de mogelijkheden voor het afwijken van een bestemmingsplan.

Het opnemen van het bestaand gebruik in ruime zin betekent dat alle bestaande rechten en plichten, met uitzondering van uitwerkingsplichten, uit de voorgaande bestemmingsplannen van toepassing blijven.

2.2 Uitgangspunten beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort 2021

De volgende uitgangspunten zijn voor de beheersverordening in acht genomen:

  • Herstel bestaand planologisch toegestane gebruik in lijn met jurisprudentie

De beheersverordening Nijmegen Brabantse Poort 2021 verklaart het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing, in lijn met de jurisprudentie. Het bestaand planologisch gebruik is geregeld in de beheersverordening en bestemmingsplannen zoals weergegeven in paragraaf 1.3 van de toelichting en de sindsdien verleende omgevingsvergunningen voor het afwijken van het bestemmingsplan. De bestaande rechten en plichten blijven hierdoor ongewijzigd.

  • Beheersverordening gereed voor de Omgevingswet

Om het planologische regime voor het gebied te herstellen, is deze beheersverordening opgesteld. De beheersverordening heeft slechts een beperkte beoogde geldigheidsduur; of tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet (naar verwachting 1 januari 2022), waarna de beheersverordening opgaat in het omgevingsplan van rechtswege, of totdat eerder een bestemmingsplan voor (een deel van) het plangebied is opgesteld.

  • Beheersverordening is een goed tijdelijk alternatief

Als alternatief voor een nieuw bestemmingsplan of het nemen van een voorbereidingsbesluit bestaat de mogelijkheid een beheersverordening op te stellen. Dit instrument leent zich voor situaties, waarbij redelijkerwijs geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien worden of waarbij onduidelijk is op welke termijn ruimtelijke ontwikkelingen verwacht kunnen worden. Voor die situaties legt een beheersverordening de ruimtelijke mogelijkheden uit de geldende bestemmingsplannen vast.

  • Bekende documenten gebruiken

De voorgaande beheersverordening en facetbestemmingsplannen zijn opgenomen in deze beheersverordening. Er is bewust voor gekozen om de huidige documenten ongewijzigd op te nemen. Enerzijds voorkomt dit dat de burger zich voor een korte periode in feite dezelfde regels uit een nieuw document moet halen. Anderzijds wordt hiermee voorkomen dat met het vertalen van de regels naar de beheersverordening onbedoelde wijzigingen plaatsvinden. Dit kan gebeuren tijdens het vertalen van de regels naar het huidige recht, maar ook bij het opnieuw intekenen van de kaart. Wijzigingen, hoe onbedoeld en ondergeschikt dan ook, zijn niet in lijn met het uitgangspunt om met de beheersverordening enkel de bestaande rechten en plichten voor de burger gelijk te houden.

2.3 Procedure

Het voeren van vooroverleg is ten behoeve van het opstellen van een beheersverordening niet wettelijk verplicht. Het bieden van de mogelijkheid tot inspraak voor bewoners is evenmin wettelijk verplicht.

Op de totstandkoming van een beheersverordening is de gemeentelijke inspraakverordening niet van toepassing. De beheersverordening herstelt het juridisch kader, maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk en legt slechts de bestaande situatie vast. Met de beheersverordening wordt dan ook geen gemeentelijk beleid ontwikkeld en/of bestaand beleid gewijzigd. De beheersverordening is beleidsneutraal.

Gelet op het conserverend karakter van de beheersverordening heeft de wetgever het niet wenselijk geacht bezwaar of beroep tegen de verordening mogelijk te maken. Het uitgangspunt is dat er geen wijzigingen van de bestaande rechten en plichten uit het voorheen geldende plan plaatsvinden. Van de wettelijk voorgeschreven participatiemogelijkheden kon bij dat bestemmingsplan gebruik gemaakt worden.

Hoofdstuk 3 Juridische aspecten en haalbaarheid

3.1 Specifieke toelichting op de regels

3.1.1 Inleidende regels

In artikel 1 van de regels zijn de regels en verbeelding van de voorgaande beheersverordening en bestemmingsplannen van toepassing verklaard, alsmede de nadien verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken. Deze bepalingen sluiten aan bij het uitgangspunt het planologisch bestaand gebruik vast te leggen met de beheersverordening en daarmee de rechten en plichten van de burgers gelijk te houden. Sinds de inwerkingtreding van de voorgaande bestemmingsplannen zijn er besluiten verleend die bouwen en gebruik in strijd met de regels van het plan mogelijk maken. De rechten die voortvloeien uit deze verleende besluiten blijven ook van toepassing.

In artikel 2 van de regels is het begrip beheersverordening benoemd. In de van toepassing verklaarde beheersverordenings- en bestemmingsplanregels en voorschriften zijn ook begrippen gedefinieerd. Deze begripsbepalingen blijven van toepassing voor het betreffende bestemmingsplan/beheersverordening. Met deze bepaling wordt verwarring over de verschillende definities van het plan voorkomen.

3.1.2 Overgangs- en slotregels

De wetgever heeft in artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaald dat in de beheersverordening moet worden voorzien in overgangsrecht, zoals dit in artikelen 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening is vastgesteld.

Omdat de beheersverordening in overgangsregels voorziet, vervallen de overgangsregels uit de voorgaande bestemmingsplannen en beheersverordening.

3.2 Haalbaarheid

De beheersverordening is conserverend van karakter en verklaart enkel het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Zoals bij een bestemmingsplan met enkel conserverende bestemmingen bestaat ook bij een conserverende beheersverordening geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan.