direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene gebruiksregels
Plan: Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP9000-VG02

Artikel 26 Algemene gebruiksregels

26.1 Jongerenontmoetingsplaatsen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen binnen de bestemmingen Groen, Verkeer of Maatschappelijk onder de voorwaarden dat:

  • a. het gaat om een visueel goed zichtbare locatie;
  • b. de locatie voldoende (verkeers)veilig is;
  • c. de locatie gelegen is nabij een speelvoorziening;
  • d. de afstand tot omliggende woonbebouwing dusdanig is dat er geen hinder voor omwonenden is te verwachten;
  • e. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats per locatie niet meer dan 20 m2 bedraagt. De goothoogte mag maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 5 meter bedragen.
26.2 Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten
26.2.1 Bouwregels

Ten behoeve van het onder lid 2 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven.

26.2.2 Specifieke gebruiksregels

In gebouwen die ingevolgde deze regels gebruikt mogen worden als woning (inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen) is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, onder de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, mag tot ten hoogste 50 m² worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • d. er mag geen horeca of detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in relatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

In bijgebouwen is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten niet toegestaan.

26.3 Buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven
26.3.1 Specifieke gebruiksregels

In hoofdgebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor kantoor, recreatie en/of sport is het gebruik als buitenschoolse opvang en/of kinderdagverblijf onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  • a. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in de omgeving;
  • b. de activiteiten moeten voldoen aan de door de GGD en de brandweer gestelde eisen;
  • c. de activiteiten vinden naast of in combinatie met het volgens de betreffende bestemming toegestane gebruik plaats en mogen daarvoor geen belemmering vormen;
  • d. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.
26.3.2 Bouwregels

Ten behoeve van het onder artikel 26.3.1 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven.

26.4 Evenementen

Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.

26.5 Ondersteunende horeca

In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor detailhandel, cultuur en ontspanning, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, recreatie en/of sport, en niet voor horeca, is ondersteunende horeca onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  • a. de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit;
  • b. de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
  • c. de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen aparte ingang;
  • d. er is in het pand vrij toegankelijke sanitaire ruimte;
  • e. voor de horeca-activiteit mag geen aparte reclame worden gemaakt;
  • f. van het totale vloeroppervlak van een food-detailhandelsbedrijf mag maximaal 20 m2 en niet meer dan 25% van het totale verkoopvloeroppervlak aan ondersteunende horeca worden besteed, mits binnen een afstand van 50 meter aan weerszijden van het pand zich geen andere zaak bevindt met ondersteunende of reguliere horeca;
  • g. van het totale vloeroppervlak van een non-food detailhandelsbedrijf mag maximaal 50 m2 en niet meer dan 25% van het totale verkoopvloeroppervlak aan ondersteunende horeca worden besteed, mits binnen een afstand van 50 meter aan weerszijden van het pand zich geen andere zaak bevindt met ondersteunende of reguliere horeca;
  • h. van het totale vloeroppervlak van een maatschappelijke voorziening, een voorziening gericht op cultuur en ontspanning en een recreatieve- en sportvoorziening (met uitzondering van een sporthal en sportveld) mag maximaal 10% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  • i. van het totale vloeroppervlak van een sporthal mag maximaal 12% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  • j. voor 1 sportveld mag maximaal 150 m2 aan ondersteunende horeca worden besteed en bij meerdere velden mag voor ieder extra sportveld maximaal 75 m2 worden opgeteld, met dien verstande dat de maximale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 375 m2.

De gehanteerde oppervlaktematen betreffen de totale oppervlakte ten dienste van de ondersteunende horecafunctie, niet inbegrepen de daarbij behorende ruimten als opslag, keuken- en toiletruimten.

26.6 Seksinrichting of esortbedrijf
26.6.1 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van:

  • a. een seksinrichting of een escortbedrijf voorzover binnen de geldende bestemming geen aanduiding 'seksinrichting' is opgenomen;
  • b. raam- en straatprostitutie.