direct naar inhoud van Artikel 29 Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Plan: Nijmegen Centrum - Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP5000-VG01

Artikel 29 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor :

  • a. de afvoer van hoog opperwater, sediment en ijs;
  • b. waterhuishouding;
  • c. verkeer te water;
  • d. verbetering van de hoofdwaterkering alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit;
  • e. het gebruik ten behoeve van de uitvoering van bouwwerken, werken en werkzaamheden, welke passen in het kader van het normale beheer en onderhoud van de rivier, zoals oever- en kribvakverdedigingen en strekdammen en het plaatsen van bakens en scheepvaarttekens.
29.2 Bouwregels
29.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.

29.2.2 Specifieke bouwregels
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn;
  • b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd.

29.3 Afwijken van de bouwregels
29.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.

29.3.2 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de waterbergingscapaciteit niet onevenredig wordt geschaad.

29.3.3 Adviesprocedure voor afwijkingen

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de rivierbeheerder omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten de waterbergingscapaciteit niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.4.1 Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden op of in de in lid 29.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het ophogen van gronden;
  • b. het dempen van watergangen.

29.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 29.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

29.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 29.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de waterbergingscapaciteit hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.

29.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de rivierbeheerder omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de waterbergingscapaciteit niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.