direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied Dorp Lent - 24 (Citadel College en sporthal)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP487-OH01

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Streekplan Gelderland 2005

Een belangrijk provinciaal ruimtelijk beleidskader betreft het Streekplan Gelderland 2005 “Kansen voor de regio's”. Het Streekplan is vastgesteld door Provinciale Staten op 29 juni 2005. Met het Streekplan Gelderland 2005 kiest de provincie voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Gelderland. Het streekplan kijkt 10 jaar vooruit en richt zich op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht (generiek beleid):

  • ruimtelijke ontwikkelingen in het rode raamwerk van stedelijke functies en infrastructuur;
  • natuur en water in het groenblauw raamwerk;
  • landbouw in het multifunctioneel gebied.

Rood Raamwerk

Hoofddoel van het streekplan is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte beschikbare oppervlak. Het bundelingsbeleid en het organiseren van stedelijke netwerken staan hierbij centraal. In het streekplan worden algemene en programmatische uitspraken gedaan over wonen, sociaal-culturele functies en werken (bedrijventerreinen en kantoren).

Daarnaast hecht het streekplan veel belang aan het locatiebeleid: gestreefd wordt naar het bundelen van bovenlokale stedelijke functies aan knooppunten in het rode raamwerk. Het grondgebied van de gemeente Nijmegen valt grotendeels binnen dit rode raamwerk en heel Nijmegen valt in het stedelijk netwerk.

Groenblauw Raamwerk

Buiten de stedelijke en landbouwgebieden krijgen natuur en water de ruimte. Voor Nijmegen is de categorie Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang. Vooral aan de bestaande stadsranden en in de Waalsprong. Er geldt in de EHS een beleid gericht op bescherming en ontwikkeling van de daar aanwezige kwaliteiten. Op 16 mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland de Streekplanuitwerking kernkwaliteiten en omgevingscondities (EHS, Waardevol landschap) vastgesteld.

Multifunctioneel gebied

In het multifunctioneel gebied ligt voornamelijk landbouw. Voor Nijmegen zijn de categorieën multifunctioneel platteland en waardevol landschap van belang; voor de Waalsprong is met name het multifunctioneel platteland van belang.

sociaal-culturele functies

De sociaal-culturele infrastructuur is een bepalende factor voor de kwaliteit van de samenleving. Het is met name de verantwoordelijkheid van de gemeenten om bij de ruimtelijke inrichting rekening te houden met die sociaal-culturele infrastructuur. Uitgangspunt is om bij ruimtelijke inrichtingsplannen ook voorzieningen te realiseren die nodig zijn om een goede sociaal-culturele infrastructuur in stand te houden of op te bouwen. Door een gunstige situering van functies ten opzichte van aanwezige voorzieningen kan er een goede bereikbaarheid worden gerealiseerd en voldoende draagvlak blijven bestaan. Aanbod en vraag in het voorzieningenpatroon verandert voortdurend. Voorbeelden zijn de verschuivende vraag op het gebied van zorg en voorzieningen op het gebied van welzijn, cultuur, recreatie, sport, onderwijs en kunst. Voorkomen moet worden dat de sociaal-culturele kwaliteit van de leefomgeving onder een bepaald minimum zakt. Met andere vormen van bundeling, bijvoorbeeld op basis van bereikbaarheid in netwerken, kan dit worden voorkomen. Sprekende voorbeelden hiervan zijn scholen en sportaccommodaties.

2.2.2 Streekplan herziening EHS

Provinciale Staten hebben op 1 juli 2009 de nieuwe grenzen van de ecologische hoofdstructuur (EHS) definitief vastgesteld via een streekplanherziening. Doel van de herbegrenzing is de EHS 'robuuster' te maken. Met “robuust” wordt gerefereerd aan een netwerk van natuurgebieden waar waardevolle en kwetsbare natuur optimaal de kans krijgt om voort te bestaan. Binnen het plangebied is geen EHS gelegen.

2.2.3 Provinciale verordening

Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 23 juni 2009 het voorontwerp van de ruimtelijke verordening Gelderland vastgesteld. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden, maakt het voor de provincie onder andere mogelijk het instrument verordening in te zetten.

Ten aanzien van woningbouw geldt artikel 21 van de Verordening, dat regels bevat over o.a. de relatie met het Regionaal Kwalitatief Woningbouwprogramma.

In de betreffende deelparagraaf zal nader ingegaan worden op de relatie tussen de in dit plan opgenomen bestemming en de provinciale verordening.