direct naar inhoud van 4.5 Bodem
Plan: Haven- en Industriegebied Nijmegen West 1979 - 55
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP482-OH01

4.5 Bodem

Voor een dergelijke bestemmingsplanwijziging is geen bodemonderzoek nodig, tenzij er aanwijzingen zijn dat er (mogelijk) sprake is van een bodemverontreiniging.

Bij ons zijn de volgende bodemonderzoeken bekend:

  • indicatief milieukundig bodemonderzoek terrein Vasim, Winselingseweg 41 te Nijmegen, Fugro, F-7777, maart 1991;
  • aanvullend onderzoek Waalbandijk Nijmegen, DHV, ONA982634, 27 oktober 1998;
  • verkennend en Nader onderzoek Winselingseweg 41, DHV, SvB/WvH/ON-A 20011413, 11 mei 2001;
  • conceptrapport asfaltonderzoek en indicatief bodemonderzoek, Royal Haskoning, 9T2403.A23, 23-02-2008.

Uit deze bodemonderzoeken blijkt:

  • de grond is licht tot matig verontreinigd met metalen en PAK;
  • het grondwater is licht verontreinigd;
  • alleen in het meest recente onderzoek is onderzoek naar asbest gedaan. Daarbij is in 1 boring asbest aangetroffen.

Er is dus mogelijk sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging met asbest. Nader onderzoek naar asbest wordt uitgevoerd in het najaar van 2009, in het kader van de aanleg van deze weg.

Bij het realiseren van de gewijzigde bestemming worden echter geen maatschappelijke belemmeringen verwacht ten gevolge van een bodemverontreiniging. Asbest leidt bij gebruik als weg (verontreiniging in de grond afgeschermd door verharding) niet tot risico's.

Als er daadwerkelijk een asbestverontreiniging aanwezig is én voor de aanleg van de weg is grondverzet noodzakelijk, dan moet dit door een erkend bedrijf en onder asbestcondities worden uitgevoerd. Eventueel overtollige grond moet verantwoord worden afgevoerd. De gemeente moet de kosten hiervoor in haar exploitatierekening opnemen.