direct naar inhoud van 4.3 Luchtkwaliteit
Plan: Haven- en Industriegebied Nijmegen West 1979 - 55
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP482-OH01

4.3 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's en Ministeriele regelingen. Wat betreft de bijdrage van een plan aan de luchtkwaliteit is het Besluit Niet In Betekenende Mate Bijdragen (luchtkwaliteitseisen) van belang, die gelijk met de wetswijziging van kracht is geworden. Daarnaast is de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) van belang, die aanwijzingen geeft welke concrete grens geldt voor woningbouw, kantoren, inrichtingen etc. voor wat betreft de grens tussen “niet in betekenende mate”en “in betekenende mate” bijdragen. Op 1 augustus 2009, is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit van kracht geworden, hierin wordt gerekend met de 3% grens. Plannen die niet meer dan 3% bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, hoeven niet afzonderlijk getoetst te worden aan de luchtkwaliteitseisen in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5. Dit ligt vast in artikel 4, lid 1 van het Besluit. In de regeling is nader uitgewerkt dat een plan met bijvoorbeeld minder dan 500 woningen of 33.333 m3 bruto kantooroppervlak en één ontsluitingsweg, minder dan 3% bijdraagt. 

Het bestemmingsplan betreft de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg, gelegen tussen de Winselingseweg en de Waalfrontweg. De ontsluitingsweg zal voornamelijk gebruikt worden door Electrabel, CTN en RWS. Het plan op zich zal geen verkeersaantrekkende werking hebben, maar zal bestaand verkeer faciliteren. Voor het grootste deel van het vrachtverkeer (dat in westelijke richting de stad verlaat) zal het zelfs een geringe wegverkorting opleveren, waardoor de totale uitstoot gering zal verminderen. Het plan zal hierdoor een neutraal danwel licht positief effect hebben op de luchtkwaliteit. Daarmee past het plan binnen bovengenoemde grenzen van "niet in betekenende mate". Volgens artikel 4, lid 2 van de regeling Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) hoeft dit plan dan niet getoetst te worden aan de eisen in hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer.