direct naar inhoud van 5.6 Externe veiligheid
Plan: Nijmegen Neerbosch West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP36000-VG02

5.6 Externe veiligheid

Algemeen
De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te beschouwen die, in dit geval, voornamelijk ontstaan door inrichtingen vallend onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), hogedrukaardgastransportleidingen een aantal routes gevaarlijke stoffen, het Maas-Waalkanaal en de spoorlijn Nijmegen – 's-Hertogenbosch.

In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn criteria gegeven die betrokken moeten worden bij het invullen van de verantwoordingsplicht.

Met betrekking tot externe risico's kunnen worden onderscheiden:
a. risico's ten gevolge van Inrichtingen en activiteiten die onder het Besluit externe
veiligheid inrichtingen (Bevi) dan wel het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO) vallen;
b. risico's ten gevolge van vervoer van gevaarlijke stoffen;
c. risico's ten gevolge van hogedrukaardgastransportleidingen.

Neerbosch-West

Inrichtingen Bevi of BRZO

Binnen en het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig die gevaar opleveren, inrichtingen vallend onder het Bevi, dan wel het BRZO. Buiten het plangebied ligt echter een tweetal inrichtingen waarvan het invloedsgebied tot over het bestemmingsplan reikt: TWO Chemical Logistics BV, De Vlotkampweg 67, onder het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) en Servauto Neerbosch, Neerboscheweg 700, onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

Vervoer van gevaarlijke stoffen
In en in de onmiddellijke nabijheid van het plangebied liggen de volgende vervoersassen: A73, Neerbosscheweg, Hogelandseweg en andere wegen op het industrieterrein West-Kanaaldijk, het Maas-Waalkanaal en de spoorlijn Nijmegen – 's-Hertogenbosch. Deze vervoersaders worden aangemerkt als routes gevaarlijke stoffen en hebben alle een invloedsgebied van 1500 meter.

Hogedrukaardgastransportleidingen
In het agrarisch gebied ten westen van de A73 ligt een drietal hogedrukaardgastransportleidingen van onderscheidenlijk 14”, 40 bar, en tweemaal 16”, 40 bar. Buiten het plangebied, aan de noordkant van de wijk Lindenholt, ligt een hogedrukaardgastransportleiding die met zijn invloedsgebied reikt tot binnen dit plandeel. Het betreft een leiding van 14”, 40 bar.

Plaatsgebonden risico (PR) en Groepsrisico (GR) en cumulatie van de onderscheiden rsico's

De risico's worden voor wat betreft externe veiligheid nog nader verdeeld naar plaatsgebonden risico's (PR) en groepsrisico's (GR). Bovendien dient er nog gekeken te worden naar de cumulatie van risico's omdat een groot deel van het plangebied ligt binnen de risicocontouren van meerdere risicobronnen.

Onder het plaatsgebonden risico (PR) verstaat men de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden (ijkpunten) aangegeven

Het groepsrisico (GR) geeft aan wat de kans is op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde bron. Het groepsrisico wordt getoetst aan de hand van zogenaamde oriënterende waarden. Van deze oriënterende waarde kan in voorkomende gevallen eventueel worden afgeweken. Hieraan dient wel een Collegebesluit ten grondslag te liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen (verantwoordingsplicht groepsrisico). Voorafgaand aan het Collegebesluit stelt het bevoegd gezag het bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in de gelegenheid advies uit te brengen met betrekking tot het groepsrisico.

Aan het eind van de verantwoording wordt ingegaan op de cumulatie van de risico's omdat binnen het plangebied sprake is van overlapping van risicocontouren.

Verantwoording plaatsgebonden risico (PR)

Bevi/BRZO inrichtingen

  • TWO Chemicals Logistics BV aan de Vlotkampweg 67. Het dichtstbijzijnde plandeel, Neerbosch-West bevindt zich op ongeveer 630 meter van deze BRZO inrichting waar gevaarlijke stoffen worden over-/en opgeslagen. Zij ligt daarmee wel binnen het invloedsgebied van 4250 meter van de inrichting, maar buiten de 10-6 contour en daarmee buiten het PR gebied in zone 3.
  • Servauto inzake Neerbosch aan de Neerbosscheweg 700. De plangrens van het plandeel Neerbosch-West ligt langs de Neerbosscheweg om het terrein van het Total tankstation met LPG verkoop heen. De 10-6 plaatsgebonden risicocontour bedraagt bij dit station 35 meter vanuit het vulpunt, en 25 meter vanuit de ingeterpte tank, een en ander volgens Bijlage 1 van het Revi, bij een doorzet van 500-1000 m3 LPG per jaar. Binnen deze contouren zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig.

Vervoersassen gevaarlijke stoffen

  • A73. Met betrekking tot het plaatsgebonden risico (PR) voor deze route gevaarlijke stoffen kan opgemerkt worden dat de 10-6 contour van deze Rijksweg zich binnen het weglichaam bevindt en dus niet reikt tot in het plangebied en daarom geen invloed op planvorming uitoefent.
  • Neerbosscheweg, Hogelandseweg en andere wegen op het industrieterrein West-Kanaaldijk. Met betrekking tot deze gemeentelijke routes gevaarlijke stoffen met betrekking tot het plaatsgebonden risico opgemerkt worden dat voor deze routes gevaarlijke stoffen geen PR 10-6 contour is te bepalen, het PR is daarvoor te laag
  • Het Maas-Waalkanaal. Voor het Maas-Waalkanaal is wel een PR 10-6 contour aan te geven. Deze ligt op de waterlijn van het kanaal zelf. Deze waterlijn ligt op ongeveer 430 meter uit het plangebied, en reikt dus niet tot het plangebied.
  • De spoorlijn Nijmegen-'s-Hertogenbosch. Met betrekking tot het plaatsgebonden risico (PR) voor deze route gevaarlijke stoffen kan opgemerkt worden dat de 10-6 contour van deze spoorlijn zich binnen het baanlichaam bevindt, op tenminste 720 meter uit deze spoorlijn en oefent dus geen invloed op planvorming uit.

Hogedrukaardgastransportleidingen

  • De drie hogedrukaardgastransportleidingen in het agrarisch gebied ten westen van de A73 beschikken allen over een 10-6 risicocontour. Met betrekking tot deze PR contouren van de leidingen kan opgemerkt worden dat deze zich bevinden binnen de tracés van de leidingen zelf. De leidingen beschikken over een zakelijk rechtstrook van 4 meter ter weerszijden van de leidingen, waarbinnen onder andere geen woningbouw, dieper gaande werkzaamheden en zwaar wortelende bomen mogen voorkomen.
  • De hogedrukaardgastransportleiding in Lindenholt heeft een invloedsgebied van 170 meter dat loop tot in het plangebied Neerbosch-West. Echter ligt ook bij deze leiding de PR 10-6 contour binnen het tracé van de leiding zelf. De leiding beschikt over een zakelijk rechtstrook van 4 meter ter weerszijden van de leiding. De PR 10-6 contour als wel de zakelijk rechtstrook raken niet aan het plangebied, en beïnvloeden de planvorming dus niet.

De conclusie is dat de PR 10-6-contouren van het bedrijf TWO Chemical Logistics BV, de rijks- en gemeentelijke vervoersassen gevaarlijke stoffen, evenals de spoorlijn Nijmegen-'s-Hertogenbosch, en de hogedrukaardgastransportleiding in Lindenholt-Noord de planvorming niet zullen beïnvloeden.

De PR 10-6 contour van het bedrijf Servauto Neerbosch aan de Neerbosscheweg 700 loopt wel door een deel van het plangebied, echter is dit gezien het conserverende karakter van het plangebied niet als een knelpunt aan te merken, temeer daar er thans binnen deze contour geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn.

 

Met betrekking tot de drie hogedrukaardgastransportleidingen gelegen in het agrarisch gebied ten westen van de A73 kan opgemerkt worden dat de PR 10-6 contouren als wel de zakelijk rechtstroken vastliggen. Het plandeel is conserverend van aard. Thans zijn er geen knelpunten en die zijn op termijn, gezien de beoogde invulling van het plangebied, ook niet te verwachten.

Het plaatsgebonden risico (PR) vormt voor het bestemmingsplan Neerbosch-West geen knelpunt.

Verantwoording Groepsrisico (GR)

Hieronder worden de onderscheiden risico's voor de Bevi/BRZO inrichtingen, de routes gevaarlijke stoffen, en de hogedrukaardgastransportleidingen verantwoord.

Voor de risicobronnen zijn in de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen drie zones vastgesteld waarbinnen bepaalde verantwoordingsniveaus gelden. De zones zijn globaal gebaseerd op de reikwijdte van incidenten met gevaarlijke stoffen. Omdat verschillende risicobronnen verschillende rampscenario's hebben, verschilt ook de zone-indeling per risicobron. De zone indeling is schematisch weergegeven in onderstaande tabel:

  Zone 1   Zone 2   Zone 3  
Rijks- en spoorwegen,
provinciale- en gemeentelijke wegen  
30 meter
(invloedsgebied plasbrand)  
200 meter
(aandachtsgebied BLEVE)  
1500 meter
(invloedsgebied toxisch)  
Vaarwegen   25 meter
(invloedsgebied planbrand)  
90 meter
(invloedsgebied BLEVE)  
1500 meter
(invloedsgebied toxisch)  
Aardgastransportleidingen   PR 10-6 contour   100% Letaalgrens   1% letaalgrens  
LPG tankstations   PR 10-6 contour   150 meter
(invloedsgebied)  
-  
LNG tankstations   PR 10-6 contour   300 meter
(invloedsgebied)  
-  
Overige Bevi-inrichtingen   PR 10-6 contour   PR 10-8 contour   Invloedsgebied
 

Inrichtingen en bedrijven

Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van TWO Chemical Logistics BV en Servauto Neerbosch.

TWO Chemical Logistics BV

Met betrekking tot deze BRZO inrichting, gelegen aan De Vlotkampweg 67 is alleen het zogenaamde toxisch scenario van belang (zone 3). Het plangebied ligt op ongeveer 630 meter van TWO Chemical Logistics BV en daarmee binnen het invloedsgebied van 4250 meter. Vanwege de afstand tot de risicobron is het groepsrisico relatief laag.

Het groepsrisico van de inrichting ligt ruim beneden de oriëntatiewaarde (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Het maatgevend scenario voor de deze risicobron is een toxisch scenario. De invloed van ontwikkelingen binnen het plangebied op het groepsrisico zal daarom ook nauwelijks tot niet significant zijn. Het lage groepsrisico zal door eventuele ontwikkelingen dus niet of nauwelijks toenemen.

De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is van weinig invloed omdat binnen het plangebied uitgegaan wordt van een toxisch scenario en niet die van een plasbrand. Ook is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen in het plangebied vele malen kleiner dan 1/1.000.000. (10-6). Gezien de zeer beperkte risico's van de risicobronnen zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen niet realistisch.

Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. In geval van een calamiteit dienen personen te schuilen. De mate waarin de bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld zijn hierbij parameters.


Nieuwe bouwwerken, waar mensen aanwezig kunnen zijn, als bijvoorbeeld woonvoorzieningen en dergelijke, zijn goed geïsoleerd, waardoor ze een goede bescherming bieden tegen het binnendringen van het toxisch gas. Belangrijk is wel dat luchtbehandelinginstallaties met één druk op de knop uit te schakelen zijn.

Verder dient in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd te worden. Dit gebeurt door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van Nijmegen valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Op termijn zal dit waarschuwingssysteem vervangen worden door NL-alert. Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen en de daarin gemaakte keuzes.


Servauto Neerbosch  

Met betrekking tot deze Bevi inrichting, gelegen aan de Neerbosscheweg 700 is alleen de kans op een zogenaamde Blève van belang (zone 3).

Het invloedsgebied van een LPG tankstation is bepaald op (maximaal) 150 uit het vulpunt, dan wel de ondergondse/ingeterpte LPG tank. Opgemerkt kan worden dat binnen het plangebied geen (beperkt) kwetsbare voorzieningen binnen deze invloedsgebieden aanwezig zijn. Een groepsrisico is alleen te bepalen vanaf tenminste 10 verblijvenden/aanwezigen binnen het invloedsgebied, deze zijn niet aanwezig. Binnen het plangebied kan daarom geen groepsrisico tengevolge van deze inrichting bepaald worden.

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Het betreft hier het vervoer van gevaarlijke stoffen over de volgende transportassen. Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van:

  • A73;
  • Neerbosscheweg, Hogelandseweg en andere wegen op het industrieterrein West-Kanaaldijk;
  • Maas-Waalkanaal;
  • Spoorlijn Nijmegen - 's-Hertogenbosch.

A73

Met betrekking tot de A73 kan opgemerkt worden dat binnen het plangebied dat aan de oostzijde geheel wordt begrensd door de A73, geen opstallen aanwezig zijn binnen zone 1, het plasbrandgebied, van de weg. Binnen zone 2 het Blève-aandachtsgebied bevindt zich één bedrijfspand aan de Bijsterhuizenstraat, dat is aan te merken als een beperkt kwetsbaar object. Aangezien de populatie (verblijvenden/aanwezigen) ruim onder de 10 blijft binnen het plangebied en zone 2 van de weg en bovendien dit conserverend van aard is, zeker voor wat Bijsterhuizen betreft, er zijn geen ontwikkelingen in het plan voorzien, behoeft het groepsrisico van de rijksweg verder niet te worden beschouwd.

Neerbosscheweg, Hogelandseweg en andere wegen op het industrieterrein West-Kanaaldijk en de spoorlijn Nijmegen - 's-Hertogenbosch

De onderstaande groepsrisico verantwoording voor deze gemeentelijke transportassen en de spoorlijn worden gecombineerd uitgevoerd. Dit is een gevolg van het gegeven dat de hoeveelheden getransporteerde gevaarlijk stoffen over deze gemeentelijke routes gevaarlijke stoffen dermate klein zijn dat met een verantwoording volgens zone 3 kan worden volstaan. De spoorlijn Nijmegen - 's-Hertogenbosch ligt op een zo grote afstand dat ook hier met een verantwoording volgens zone 3 kan worden volstaan.

Het plangebied bevindt zich binnen het invloedsgebied van een gemeentelijke weg waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze wegen en de daarmee gepaard gaande externe veiligheidsrisico's zijn relatief laag (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). De wegen worden voornamelijk gebruikt ter bevoorrading van langs de wegen gelegen risicovolle inrichtingen. Vervoerde stoffen zijn voornamelijk brandbare vloeistoffen (LF1/2) met een invloedsgebied van 30 meter en een beperkte hoeveelheid brandbaar gas (GF3) met een invloedsgebied van ongeveer 300 meter.

Het groepsrisico van de weg ligt ruim beneden de oriëntatiewaarde (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Omdat binnen de 30 meter van de wegen geen ontwikkelingen te verwachten zijn, reikt het invloedsgebied van een plasbrand (maatgevend scenario) niet tot een eventueel te entameren ontwikkelingsgebied. De beschouwing van het groepsrisico en de verantwoording daarvan is om deze reden kwalitatief uitgevoerd.

Het plangebied bevindt zich op grote afstand van de spoorlijn Nijmegen-'s Hertogenbosch. Op deze afstand is het toxisch scenario maatgevend. Effecten als gevolg van een plasbrand of Blève reiken niet tot het plangebied. Vanwege de grote afstand tot de risicobron zal een toename van personendichtheden niet significant doorwerken in de rekenkundige hoogte van het groepsrisico. De beschouwing van het groepsrisico en de verantwoording daarvan is om deze reden kwalitatief uitgevoerd.

De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is gezien de afstand tot de risicobronnen en het daarover gaande vervoer van gevaarlijke stoffen geen item. Zoals gesteld heeft een toe- of afname van personendichtheid nauwelijks invloed op het groepsrisico. Verder is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000 (10-6). Veiligheidsmaatregelen aan de bron zijn daarom niet realistisch.

In geval van een calamiteit zal de brandweer ingezet worden aan de bron ter beperking van de effecten van de calamiteit. Het bestrijdbaarheidsvraagstuk in relatie tot de ontwikkeling op grotere afstand van de risicobron wordt daarom niet verder beschouwd. De invloed van het bestemmingsplan op het groepsrisico zal dus, mede gezien de conserverende aard van dit plan, niet significant zijn. Het lage groepsrisico zal door het bestemmingsplan Neerbosch-West dus niet toenemen.

Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. In geval van een calamiteit dienen personen te schuilen. De mate waarin deze bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld zijn hierbij parameters.

Voor eventueel te ontwikkelen nieuwe bouwwerken geldt dat die goed geïsoleerd zijn, waardoor ze een goede bescherming bieden tegen het binnendringen van het toxisch gas. Belangrijk is wel dat luchtbehandelingsinstallaties in deze gebouwen met één druk op de knop uit te schakelen zijn. Verder dient in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd te worden. Dit gebeurt door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van Nijmegen valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Op termijn zal dit waarschuwingssysteem vervangen worden door NL-alert.

Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen en de daarin gemaakte keuzes.

Maas-Waalkanaal

Het plangebied ligt op ongeveer 520 meter uit de oevers van het Maas-Waalkanaal, dus binnen het invloedsgebied van 1500 meter.

Uit de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, blijkt dat het Maas-Waalkanaal is gecategoriseerd als zwarte route (belangrijke binnenvaartroute). Het risicoplafond is voor het Maas-Waalkanaal gesteld op 2.710 schepen brandbaar gas/jaar. De vaarweg heeft geen PR 10-6 contour die buiten de oever ligt. Het invloedsgebied van de vaarweg is 1.500 meter. Groepsrisicoberekening- en verantwoording zijn alleen nodig wanneer de bevolkingsdichtheid binnen het invloedsgebied hoger is dan 1.500 pers./ha. dubbelzijdig of 2.250 pers./ha. enkelzijdig. Hieraan voldoet de vaarweg niet, zodat een verantwoording van het groepsrisico achterwege kan blijven.

Hogedrukaardgasleidingen

Het meest zuidelijk gelegen deel van het Kinderdorp Neerbosch ligt nog net binnen het invloedsgebied (1% letaalcontour) van de hogedrukaardgastransportleiding die door het plangebied Lindenholt-Noord loopt, een 16", 40 barleiding. De andere drie hogedrukaardgastransportleidingen, een van 12", 40 bar en twee van 16", 40 bar, lopen door het agrarisch gebied ten westen van de A73.


Binnen het invloedsgebied van de hogedrukaardgastransportleiding in Kinderdorp Neerbosch (16", 40 bar met een invloedsgebied van 170 meter) bevindt zich een tweetal woningen en een manege. Dit betekent dat ten gevolge van de populatie (verblijvenden/ aanwezigen) voor dit plandeel, minder dan 10, geen groepsrisico kan worden bepaald. Bovendien blijkt dat het groepsrisico van de leiding als totaal, met inbegrip van de populatie in Lindenholt-Noord, op ongeveer 0,1 maal de oriënterende waarde uitkomt. Aangezien het bestemmingsplan Neerbosch-West conserverend van aard is en zeker binnen het invloedsgebied van de leiding geen ontwikkelingen zijn opgenomen, hoeft het groepsrisico van de leiding verder niet te worden beschouwd.

Binnen het agrarisch gebied ten westen van de 73 bevindt zich een drietal hogedrukaardgastransportleidingen: één van 12", 40 bar en twee van 16", 40 bar. Met betrekking tot dit plangebied kan opgemerkt worden dat het thans een bijna uitsluitend agrarische invulling heeft en dat het onderhavige bestemmingsplan hier geen verandering in zal brengen. Het bestemmingsplan is in feite alleen maar conserverend van aard voor dit plandeel, het blijft een agrarische bestemming. Gezien de zeer beperkte populatie binnen dit gebied ligt binnen het invloedsgebied van geen van de gasleidingen een populatie die de 10 verblijvenden/aanwezigen haalt, zelfs als men de populatie in de gemeenten Beuningen en Wijchen binnen de invloedsgebieden, voor zover van toepassing, meerekent komt men niet aan een dergelijke populatie.

Uitzondering hierop vormt het meest zuidelijk gelegen plandeel met 12", 40 bar leiding die langs de zuidelijk in het plan gelegen wetering loopt. Hier bevindt zich binnen het plangebied alleen een varkenshouderij aan de Palkerdijk. Binnen het invloedsgebied van de leiding bevinden zich verder alleen enkele (gedeelten) van bedrijfspanden op het bedrijfsterrein Bijsterhuizen aan de 11e straat. Ook hier is het discutabel of de populatie uiteindelijk aan de 10 verblijvenden/aanwezigen komt. Uit de QRA met betrekking tot deze leiding als geheel blijkt dat het groepsrisico (ruim) onder de 0,1 maal de oriënterende waarde blijft. Binnen het invloedsgebied van deze leiding zijn eveneens geen ontwikkelingen in het plan voorzien. De populatie binnen het agrarisch gebied ten westen van de 73 blijft onder de 10 verblijvenden/aanwezigen Het groepsrisico van de leiding hoeft verder niet te worden beschouwd.

Wettelijk adviseur

In verband met de aanwezigheid van (beperkt) kwetsbare bestemmingen binnen het invloedsgebied van diverse risicobronnen, en ondanks dat nu en in de toekomst de oriënterende waarde nergens wordt overschreden, en ook niet zal toenemen tengevolge van de planontwikkeling, maakt een advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), als wettelijk adviseur op de punten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid onderdeel uit van de besluitvorming. De Veiligheidsregio is daarom om advies over het bestemmingsplan gevraagd. Dit advies is opgenomen in paragraaf 8.2.

Hieronder wordt, naar aanleiding van het advies van de Veiligheidsregio, ingegaan op de onderwerpen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid (rampenbestrijding).

Zelfredzaamheid

In de naaste omgeving van de risicobronnen (hogedrukaardgastransportleidingen, routes gevaarlijke stoffen en Bevi inrichtingen etc.) zijn geen verblijfsvoorzieningen gesitueerd voor beperkt zelfredzamen. De invulling van het bestemmingsplan is binnen het invloedsgebied van de gasleiding, tot 140 meter uit de gasleiding, gekenmerkt door (beperkt) kwetsbare objecten in vorm van voornamelijk agrarische bedrijfsgebouwen. In het verlengde daarvan kan worden gesteld dat de zelfredzaamheid van de aanwezigen/verblijvenden als voldoende kan worden aangemerkt.


Zoals boven al eerder is opgemerkt, zijn de ontvluchtingsmogelijkheden van een calamiteit van de hogedrukaardgastransportleidingen af in voldoende mate aanwezig binnen het plangebied. Dit wordt als geheel ontsloten door de Nederheidseweg en de Scherpenkampweg waarbij ontvluchting voor langzaam verkeer ook via de Jonkerstraat en Weteringweg (fiets-/voetgangerstunneltje onder de Neerbosscheweg) mogelijk is.


Toch dienen de mogelijkheden tot zelfredding verder geoptimaliseerd te worden. De verwachting is namelijk dat werknemers/burgers niet voor alle maatscenario's in staat zijn een juiste inschatting te maken van het gevaar. Daartoe zal in daartoe geëigende gevallen specifieke voorlichting worden verstrekt over de risico's van een calamiteit met betrekking tot de diverse risico's binnen het plangebied en hen te (laten) informeren over hoe te handelen in geval van een incident met de onderscheiden risicobronnen.


Aanbevolen wordt de nieuw te bouwen woningen/verblijfsgebouwen van een beluchting-/ventilatie-inrichting te voorzien die in geval van een calamiteit met een toxisch scenario met één druk op de knop kan worden uitgeschakeld. Vooral in de nieuwere en nieuw te bouwen opstallen zal dat ten opzicht van een dergelijk scenario veiligheidsvoordelen bieden. Binnen het plangebied zal bij de instellingen en bedrijven aangedrongen worden op het opnemen van externe veiligheidsrisico's als scenario's in bedrijfshulpverleningsplannen zodat adequater en sneller kan worden gehandeld in geval van een calamiteit.


Bestrijdbaarheid en preventie

De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) geeft in zijn advies aan dat er een tweetal onafhankelijk van elkaar functionerende routes met betrekking tot de bereikbaarheid voor de voertuigen van de hulpverleningsdiensten voor het Kinderdorp Neerbosch wordt geadviseerd. Dit deel van het plangebied wordt als geheel ontsloten door de Nederheidseweg en de Scherpenkampweg waarbij ook nog een toegangsmogelijkheid bestaat via het fiets-/ voetgangerstunneltje onder de Neerbosscheweg door die aansluit op de Jonkerstraat.


Hoewel er dus weliswaar twee onafhankelijke onsluitingsroutes voor het plangebied Neerbosch-West aanwezig zijn, zijn echter de hierop aansluitende wegen binnen het plangebied zelf als marginaal aan te merken. Alleen de eerste 200 meter van de Scherpenkampweg vanaf de Hogelandseweg is voor blusvooertuigen goed te bereikbaar. Alles wat daarachter ligt, onder meer de verbindingen naar de Nederheidseweg toe, is voor grotere voertuigen moeilijk bereikbaar. Bij de nadere planuitwerking zal aan de bereikbaarheid van het binnenterrein nader aandacht dienen te worden besteed.

De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) heeft er in voorgaande adviezen met betrekking tot de hogedrukaardgastransportleidingen op gewezen dat de rampenbestrijding- en hulpverleningscapaciteit tekort schieten bij het worstcase rampscenario. Dit scenario gaat uit van een externe beschadiging van bijvoorbeeld een hogedrukaardgastransportleiding met als gevolg een breuk en het ontstaan van een fakkelbrand. Ter reductie van de kans op dit scenario wordt een aantal maatregelen voorgesteld. Hieronder worden deze adviezen, als ter zake doend, weergegeven voor zover van belang en realiseerbaar binnen het plangebied:

  • het aanbrengen van een waarschuwingslint boven de hogedrukaardgasleiding;
    het vergroten van de dekking op de leiding om graafschade te voorkomen;
  • het aanbrengen van bovengrondse waarschuwingsborden evenals het aangeven van het tracé van de hogedrukaardgastransportleidingen in het veld
  • de bluswatervoorziening en bereikbaarheid binnen het plangebied laten voldoen aan de notitie "Randvoorwaarden en richtlijnen bluswater en bereikbaarheid van Brandweer Nijmegen".


De overige risicobronnen liggen over het algemeen op zeer grote afstanden van het plangebied, dan wel zijn de directe risico's zo laag dat nauwelijks specifieke maatregelen zijn te treffen. Bestrijding zal bij de bron plaatsvinden en niet binnen het plangebied.


De bluswatervoorziening binnen het plandeelgebied Neerbosch-West voldoet thans niet aan de daaraan te stellen eisen. Gestreefd zal worden deze voorzieningen op een adequaat niveau te krijgen conform het gestelde in "Randvoorwaarden en richtlijnen Brandweer Nijmegen met betrekking tot bluswater en bereikbaarheid".


Het vorenstaande, met inachtneming van de maatregelen als in het bovenstaande opgenomen, leiden tot de conclusie dat voor het gehele plangebied sprake is van een verantwoord groepsrisico.


Verantwoording cumulatie Groepsrisico's 

Het plangebied ligt binnen elkaar gedeeltelijk overlappende risicocontouren van een aanzienlijk aantal risicobronnen. De cumulatie van deze risico's wordt hieronder verantwoord.


Domino effecten ontstaan wanneer het falen van de ene risicobron leidt tot het falen van een de ander. Cumulatie van risico's is het optellen van het risico van twee afzonderlijke bronnen. Voor zowel domino-effecten als cumulatie van risico's geldt dat kwantificering lastig, dan wel onmogelijk is. Tevens bestaat er geen landelijk toetsingskader waaraan getoetst kan worden. Afwegen van domino-effecten en cumulatie is onderdeel van groepsrisicoverantwoording. Indien relevant, worden beide aspecten in de verantwoording kwalitatief beschouwd bij de interpretatie van Fn-curves. Gelet op de op cruciale punten binnen dit plan marginale populatie kunnen deze FN-curves voor een aantal risicobronnen voor dit plangebied niet worden gemaakt. Gelet op de ligging van de inrichtingen, de hogedrukaardgastransportleidingen en de routes voor gevaarlijke stoffen is hier geen sprake van relevantie. De groepsrisico's zijn, gezien de bovenstaande verantwoordingen, zeer laag en benaderen in alle gevallen de oriënterende waarden niet. Zij kunnen daarom kwantitatief in feite niets aan de cumulatie toevoegen. Daarom is binnen het plangebied het toegevoegde risico van domino-effecten evenals die van cumulatie zeer beperkt. Beide aspecten werken daarom niet door in de groepsrisicoverantwoording.

Doordat het plan in zeer overwegende mate conserverend van aard is, ondermeer onderbouwd door het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), blijkt dat er nauwelijks/geen beïnvloeding van het bestemmingsplan Neerbosch-West op het groepsrisico sprake is. Het bestemmingsplan is acceptabel vanwege de onderstaande redenen:

  • het plan heeft geen verhogende invloed op het groepsrisico;
  • het plangebied ligt als geheel weliswaar grotendeels binnen het invloedsgebied van een aantal inrichtingen, hogedrukaardgastransportleidingen en een aantal routes gevaarlijke stoffen, echter is geen van de risicobronnen enigermate relevant met betrekking tot het groepsrisico en dit groepsrisico blijft, zo dit al te bepalen is, (zeer) ruim onder de oriënterende waarde.
  • het bestemmingsplan kent alleen in zone 3 van enkele risicobronnen binnen het plandeel Kinderdorp Neerbosch bestemmingen voor beperkt zelfredzame personen.

Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen hebben kennis genomen van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en achten het groepsrisico, dat tengevolge van het bestemmingsplan Neerbosch-West stijgt noch daalt, nu en in de in de toekomst, aanvaardbaar. Rekening houdend met het bovenstaande kan opgemerkt worden dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan Neerbosch-West.

Gelet op het gegeven dat er een risico voor wat betreft externe veiligheid bestaat en ondanks dat de adviezen van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in het verleden zoveel als doenlijk is binnen het plangebied zijn of nog zullen worden uitgevoerd, dit echter niet kwantitatief in berekeningen kan worden vervat en dit bovendien niet leidt tot een risico zijnde nul (0), zal er een zogenaamd restrisico overblijven. Dit restrisico wordt door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen expliciet geaccepteerd.

Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen en de daarin gemaakte keuzes.