direct naar inhoud van Hoofdstuk 4 Milieu
Plan: Broersveld-Kwakkenberg 1971 - 72 (Eversweg 4)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP29W72-OH01

Hoofdstuk 4 Milieu

Milieu Algemeen/Bedrijvigheid

Met betrekking tot de invulling ter plaatse kan vanuit algemene milieuoptiek worden gesteld dat het positief bestemmen van een al langer bestaande villa op de locatie Eversweg 4 als niet bezwaarlijk kan worden aangemerkt. Gezien de invulling met woningen in de naaste omgeving kan een en ander als passend worden aangemerkt.

In de naaste omgeving van de locatie zijn geen inrichtingen aanwezig, dan wel worden activiteiten ontplooid die de bestemmingsplanwijziging kunnen beïnvloeden.

Geluid

De villa Eversweg 4 ligt binnen de geluidzone van de Berg en Dalseweg, echter op ten minste 140 meter afstand. De voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder (Wgh) wordt niet overschreden.

Vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) zijn geen verdere procedures nodig ten behoeve van het positief bestemmen van de villa.

Bodem
Het bestaande gebruik van de locatie Eversweg 4 wordt gecontinueerd, Hiervoor dient het bestemmingsplan te worden gewijzigd. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt dient onderzocht te worden of er maatschappelijke en/of financiële belemmeringen voor de gewijzigde bestemming bestaan. Dit is een verplichting in het kader van artikel 9 Besluit op de ruimtelijke ordening.

Voor deze bestemmingsplanwijziging is geen bodemonderzoek nodig, omdat voorlopig nog geen bouwactiviteiten plaatsvinden groter dan 50 m2 op de begane grond. Bij een aanvraag bouwvergunning zal t.z.t. overigens wel een bodemonderzoek gedaan moeten worden.

Voor deze bestemmingsplanwijziging geldt dat geen bodemonderzoek uitgevoerd hoeft te worden om te toetsen of de bodem geschikt is voor de gewenste bestemming. Voor zover het de bodem betreft zullen er daarom geen bijzondere financiële of milieutechnische problemen bestaan.

Lucht

Luchtkwaliteitseisen
Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2, Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's en Ministeriële regelingen. Wat betreft de bijdrage van een plan aan de luchtkwaliteit is het Besluit Niet In Betekenende Mate Bijdragen (Luchtkwaliteitseisen) van belang, die gelijk met de wetswijziging van kracht is geworden. Daarnaast is de Regeling Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) van belang, die aanwijzingen geeft welke concrete grens geldt voor woningbouw, kantoren, inrichtingen etc. voor wat betreft de grens tussen “niet in betekenende mate” en “in betekenende mate” bijdragen. In de periode tussen 15 november 2007 en medio 2009, als het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit van kracht wordt, wordt gerekend met de 1% grens. Plannen die niet meer dan 1% bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, hoeven niet afzonderlijk getoetst te worden aan de luchtkwaliteitseisen in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5. Dit ligt vast in artikel 4, lid 1 van het Besluit. In de Regeling is nader uitgewerkt dat een plan met bijvoorbeeld minder dan 500 woningen minder dan 1% bijdraagt. Daarbij wordt uitgegaan van 5 extra verkeersbewegingen per etmaal per woning.

Het plan betreft het positief bestemmen van één al langer bestaande woning op het perceel Eversweg 4. Daarmee past het plan binnen de grenzen van "niet in betekenende mate".


Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)
Op 15 januari 2009 is het Besluit “gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)” in het Staatsblad gepubliceerd en op 16 januari 2009 in werking getreden. Met deze AMvB wordt de bouw van zogenaamde gevoelige bestemmingen in de nabijheid van (snel)wegen beperkt. De AMvB is de uitwerking van een amendement van Groen Links.

Het besluit heeft als doel het beschermen van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), in het bijzonder kinderen, ouderen en zieken. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming:

scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen.

Er is bij deze bestemmingsplanwijziging geen sprake van gevoelige bestemmingen. De bestemmingsplanwijziging voldoet aan het besluit.

Verschillende belangrijke belangengroeperingen en instanties zoals de Gezondheidsraad, GGD's en RIVM constateren dat er, ondanks toetsing aan het Besluit, toch gezondheidsrisico's langs snelwegen, provinciale wegen en drukke gemeentelijke wegen aanwezig blijven. Er blijven dus situaties die vanuit oogpunt van goede ruimtelijke ordening (luchtkwaliteit/gezondheidsschade) minder wenselijk zijn. Gezien de zeer beperkte schaal van dit plan is een nadere motivering waarom dit een gewenste locatie is voor wonen niet aan de orde.

Conclusie

Volgens artikel 4, lid 2 van de Regeling Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) hoeft dit plan dan niet getoetst te worden aan de eisen in hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer.

Het plan voldoet aan het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen).

Fysieke veiligheid

Het aspect fysieke (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid. De van toepassing zijnde voorwaarden worden genoemd:

Inrichting openbare ruimte: ontvluchting en zelfredzaamheid

Hoe de openbare ruimte is ingericht, is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken en betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogelijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied getoetst. Hierbij gaat het er bijvoorbeeld om dat vluchtroutes in het gebouw goed aansluiten op de omgeving.

Aan de hand van het voorgelegde plan kunnen geen beperkingen worden geconstateerd.

Situering van gebouwen.

In verband met brandveiligheid kan het Bouwbesluit voorwaarden stellen aan de afstand tussen gebouwen onderling en de positionering ten opzichte van elkaar.

Op basis van het huidige plan zijn er op voorhand geen beperkingen.

Bluswatervoorziening

De brandweer stelt eisen aan de beschikbaarheid van bluswater. De capaciteit van een dergelijke voorziening dient voor dit pand minimaal 60 m3 water per uur te bedragen. Afstand van de bluswatervoorziening tot de brandweertoegang(en) van het gebouw dient maximaal 40 meter te bedragen.

Deze afstand van 40 meter ten opzichte van de openbare brandkraan op de Eversweg wordt ruimschoots overschreden (totale afstand is ca. 100 meter). Aangezien het pand een monumentaal karakter heeft, dienen hier dan ook aanvullende voorzieningen getroffen te worden. Mogelijke oplossing zou hier een geboorde put op particulier terrein kunnen zijn.

Het betreft hier een bestaande strijdigheid die niet wordt vergroot door de onderhavige bestemmingsplanherziening. Het ontbreken van een adequate bluswatervoorziening vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

De brandweer adviseert om aan de hand van de Bouwverordening (artikel 2.5.3/5.1.2) de situatie op het hierboven aangegeven niveau te brengen.

Bereikbaarheid

Wat bereikbaarheid betreft, zijn voor dit plan met name de dimensionering van de wegen en de bereikbaarheid van de hoofdtoegang(en)/brandweertoegang(en) van de gebouwen vanaf de weg van belang. De afstand van de straat (al dan niet op particulier terrein) tot deze brandweertoegang mag niet meer dan 10 meter bedragen en er dient een opstelplaats voor het voertuig gemaakt te worden. Op het eerste punt, afstand vanaf opstelplaats tot voordeur, voldoet het pand. Indien er sprake is van een toegangspoort tot het eigen terrein, is het raadzaam die te voorzien van een sleutelbuis.

Daarnaast stelt de Bouwverordening voor ontsluitingswegen op eigen terrein dat een wegbreedte van 4,5 meter vereist is, waarvan 3,25 meter verhard. Het voorgelegde plan voldoet in principe niet aan deze voorwaarden. Gezien het karakter van de omgeving (onsluitingsweg voor een zeer beperkt aantal omwonenden met een relatief korte lengte en keermogelijkheden) kan hier genoegen worden genomen met een minimale breedte van 3,5 meter en de semi-verharding van het pad, mits bij onderhoud van het groen met voorgaande rekening gehouden wordt.

De voorwaarden t.a.v. bereikbaarheid en bluswatervoorziening zijn opgenomen in de 'Nijmeegse Bouwverordening' (artikel 2.5.3 en artikel 5.1.2) en de bijgevoegde nota 'Randvoorwaarden en Richtlijnen Brandweer Nijmegen m.b.t. bluswater en bereikbaarheid'.