Plan: | Nijmegen Heyendaal - 1 (Wundtlaan1) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP15001-OH01 |
1. De watertoets.
Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet. Waterschap Rivierenland werkt met de Strategienota 'Water op orde' waar de watertoets in verankerd is.
2. Algemeen.
Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het gebied Heyendaal. Dit plan maakt deel uit van een groter bestemmingsplan Heyendaal (met bijbehorend Raamwerk Heyendaal). Voor dit gebied is het “Waterplan Nijmegen” relevant. Er vinden geen wijzigingen plaats als gevolg van de voorgenomen bestemming. Wel is er een dubbelbestemming grondwaterbeschermingsgebied van toepassing op dit bestemmingsplan.
3. Oppervlaktewater
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.
4. Grondwater
Het plangebied bevindt zich in een grondwaterbeschermingsgebied. Hiervoor is de dubbelbestemming milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied aan het bestemmingsplan gegeven om de waarde van het grondwaterbeschermingsgebied te waarborgen. In de bodemparagraaf zijn randvoorwaarden voor infiltreren aangegeven. Bij infiltratie van hemelwater en de realisatie van een parkeervoorziening in een grondwaterbeschermingsgebied is een ontheffing noodzakelijk op de provinciale milieuverordening.
Stand-still / step forward principe
In streek- en bestemmingsplannen voor Grondwaterbeschermingsgebieden geldt het zogenaamde stand-stil /step forward principe. Dat wil zeggen dat toekomstige ontwikkelingen geen groter risico op bodem- en/of grondwaterverontreiniging mogen opleveren dan in de huidige situatie het geval is en dat naar vermindering van het risico wordt gestreefd.
Met de provincie is afgesproken dat het afkoppelen van hemelwater en infiltratie daarvan in de bodem ook in grondwaterbeschermingsgebieden is toegestaan, mits aanvullende maatregelen worden genomen om verontreiniging te voorkomen. Bij puntlozingen wordt daarom infiltratie via een bodempassage voorgeschreven (zie riolering).
Uitgangspunt bij nieuwe stedelijke in- en uitbreidingen is dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke grondwaterstanden en -stromen in de omgeving niet wijzigen. Dit kan bereikt worden door:
- een grondwatergerelateerde locatiekeuze: geen stedelijke uitbreidingen in gebieden met (kans op) hoge grondwaterstanden;
- maatregelen te treffen bij bouwrijp maken en tijdens de bouw (ophogen, goede structuur van het oppervlaktewatersysteem, voorkomen verdichting bodemstructuur);
- een waterproof bouwkundig ontwerp van woningen en gebouwen (bijvoorbeeld kruipruimteloos)
Om grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied te beperken zet het waterschap in eerste instantie in op bouwkundige maatregelen. Pas als dit onvoldoende soelaas biedt komen drainerende of onttrekkende oplossingen in beeld.
5. Riolering
De riooltechnische ontsluiting van het plangebied bevindt zich aan de st. Annastraat. De riolering is uitgevoerd als gescheiden stelsel. In het kader van het bevorderen van het duurzaam omgaan met water geldt als gemeentelijk beleid, om schoon hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Schoon hemelwater dient in de bodem te worden geïnfiltreerd. Bij infiltratie van hemelwater dient waar mogelijk conform convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000, gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen. Het regenwater afkomstig van dakopper-vlakken is dan in principe schoon. De verharde overige oppervlakken (straten en pleinen) moeten via een bodempassage worden afgekoppeld. Er wordt dan aan het Stand-still / step forward principe voldaan (zie eerder).
Voor plannen groter dan 300 m² moet bij lozing op oppervlaktewater een waterhuishoudkundige plan bij het waterschap worden ingediend.
Bij infiltratie moet het waterhuishoudkundige plan als bijlage aan de bouwvergunning worden toegevoegd. De gemeente geeft richtlijnen voor de inhoud van het waterhuishoudingsplan.
Gebied waarbinnen de afkoppelnota geldt.