direct naar inhoud van 5.3 Luchtkwaliteit
Plan: Buitengebied Bemmel 1978 - 5 (Stationsstraat 82)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP145W5-OH01

5.3 Luchtkwaliteit

Als een ruimtelijk plan getoetst wordt op luchtkwaliteit, moet worden gelet op de volgende 2 zaken:

Het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit.

  • 1. Op 16 januari 2009 is het Besluit "gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)" in werking getreden. Aangezien een milieustraat niet als gevoelige bestemming is aangemerkt is dit besluit niet van toepassing op de omzetting naar een milieustraat.
  • 2. Het plan als bron van slechte luchtkwaliteit.
    Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's (Besluit niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen; Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen) en Ministeriële regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen; Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007; Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007).
    Grenswaarden voor luchtkwaliteit gelden o.a. voor de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In Nijmegen worden alleen voor NO2 en PM10 mogelijke overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen.

De normering voor NO2 en PM10 is als volgt:

  • Jaargemiddelde grenswaarde NO2 40 ug/m (Ingangsdatum 3 1-1-2015)
  • Jaargemiddelde grenswaarde PM10 40 ug/m (Ingangsdatum 3 1-6-2011)
  • Daggemiddelde grenswaarde PM10 max. 35 dagen/jaar  >50 ug/m (Ingangsdatum 3 1-6-2011)

 

De milieustraat inclusief puinbreker moet aan de bovenstaande regelgeving en aan de luchtkwaliteitsnormen voldoen. Daarbij dienen de verschillende bronnen (deelbijdragen) in beeld te worden gebracht: verkeer van en naar het bedrijf; verkeer op het terrein; op- en overslag op het terrein; puinbreker op het terrein. Na optelling van deze deelbijdragen met de heersende achtergrondconcentratie en de overige verkeersbijdragen, moet getoetst worden aan de grenswaarden. Gezien de eerdergenoemde beperking in capaciteit worden naar verwachting de grenswaarden ter plekke niet overschreden. Een op te stellen luchtkwaliteitsonderzoek en toetsing aan de luchtregelgeving zal plaatsvinden in het kader van de omgevingsvergunning.