direct naar inhoud van 2.3 Regionaal beleid
Plan: Buitengebied Valburg - 15
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP144W15-OH01

2.3 Regionaal beleid

2.3.1 Regionaal Plan voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen

Regionaal Plan Stadsregio Arnhem-Nijmegen

Het Regionaal Plan (RP) vormt een richtinggevend kader voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen op het gebied van ruimte, economie, natuur, mobiliteit en culturele- en sociale ontwikkelingen. Met het Regionaal Plan wil de stadsregio werken aan een aantrekkelijke, bereikbare en internationaal concurrerende regio. Het doel is bewoners, bedrijven en bezoekers aan de regio te binden door het creëren van een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. In dit Regionaal Plan kiest de stadsregio voor herstructurering, herontwikkeling en transformatie van de bestaande ruimte. Dit in tegenstelling tot het vorige regionale structuurplan, dat vooral gericht was op uitbreidingen, nieuwe infrastructuur en nieuwe bedrijventerreinen.

Hieronder volgen de voor dit (bestemmings)plan relevante hoofdlijnen van het Regionaal Plan.

Werken

Het economisch profiel van de regio Arnhem - Nijmegen is breed. Er is een grote variatie in economische activiteiten. De regio kan zich profileren aan de hand van nieuwe kansrijke economieën die in de regio een sterke groei doormaken. Kennis is daarbij een belangrijke innovatieve factor. De Stadregio zet in op het ontwikkelen en versterken van een aantal hoogwaardige kennisconcentraties, zoals in Nijmegen rond de knopen Heyendaal en Winkelsteeg. Daarnaast wil de Stadsregio het klimaat voor de creatieve industrie stimuleren, bijvoorbeeld aan de rand van de binnensteden (Koers west). Daarnaast wordt in het regionaal plan ingezet op de A12-, A15- en A73-zone als concentratiegebieden voor regionale bedrijventerreinen, herstructurering en intensivering van bestaande bedrijventerreinen en clustering van perifere en grootschalige detailhandelsvestigingen in de A325-zone.

Doelstelling van het beleid in het Regionaal plan ten aanzien van werken is “het op zorgvuldige voldoende wijze ruimte en inpassen voor het scheppen van voldoende werkgelegenheid voor de inwoners van de stadsregio, die aansluit bij het opleidingsniveau van de beroepsbevolking”. Hiervoor zijn enkele beleidsregels opgenomen:

  • In het 'Zoekgebied regionale bedrijventerreinen' wordt in de bestemmingsplannen voor deze zoekgebieden de definitieve begrenzing voor de bedrijventerreinen vastgelegd.
  • Voor 'Bestaande bedrijventerreinen' en nieuwe terreinen in de zoekgebieden dienen de instrumenten uit de Nota bedrijventerreinen KAN van oktober 2003 voor zorgvuldig ruimtegebruik te worden toegepast
  • Bij uitbreiding van bedrijventerreinen en nieuwe bedrijventerreinen vindt door de gemeenten een zorgvuldige ruimtelijke inpassing plaats, inspelend op landschappelijke waarden, cultuurhistorie en aardkundige kwaliteiten.
  • Kantoren voor bedrijven met een (boven)regionale functie worden alleen ontwikkeld rond centrale stations, netwerkstations en langs hoogfrequente buslijnen. Binnen de hierboven genoemde bestaande bedrijventerreinen en zoekgebieden worden bedrijfsgebouwen uitgesloten, waarin meer dan 40% van het bruto vloeroppervlak wordt benut voor kantooractiviteiten en algemene ruimten. Voor kantoren op deze locaties gelden per locatie geen kwantitatieve randvoorwaarden.